Hereeniging.
En hij 'zal het hart der vaderea tot do ikinderen wederbrengen en het hart der kinderen tot bunno vadei-en; opdat Ik niet kome en de aarde met den ban sla. Maleachi 4:6.
Met de belofte van een nieuwen Elia, die vóór den Heere zal heengaan en het hart van vaders en kinderen tot elkander zal brengen, sluit de profetie van het Oude Verbond.
Nu zwijgt Maleachi. Nu zwijgt de profetie. Nn zwijgt de levende God zelve.
De stem Gods wordt niet meer gehoord, éér ze weer spreekt door den engel Gabriel in het Heilige van Jeruzalems tempel.
Dan wordt in de wonderlijke hemelboodschap de geboorte aangekondigd van Johannes, die „velen der kinderen Israels zal bekeeren tot den Heere, hun God en hij zal vóór Hem henengaan in den geest en de kracht van Elia, om te bekeeren de harten der vadei-en tot dte kinderen, en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen, om den Heere te bereiden een toege-, rust volk". (Lukas 1:16, 17).
Het woord van Gabriel is de weerklank van het Maleachi-woord. Het avondlicht van liet Oude Testament wordt het dageraadslicht van het Nieuwe Testament.
Want nu wordt de profetie vervuld. Nu komt het koninkrijk der hemelen. Nu komt de Koning zelve.
..Maar de vlakke weg, waarover deze Koning tot Zijn volk zal kunnen naderen is de weg der hereeniging van vaders en kinderen.
Hij komt niet sledits om de kinderen. Hij' komt ook om de vaderen. Hij wil ze beide voor Zijn Koninkrijk winnen.
De harten zijn van elkander vervreemd.
De vaders leven nog wel' nó, ast hunne kinderen. En de kinderen nó.ast hunne vaders. Maar innerlijk leven ze vér van elkander.
Wat moet er van zulk een familieleven worden, waarin niet Vaders en kinderen elkander in liefde zoeken, maar door tweespalt van elkander zijn verwijderd.
De vaders schudden over hun kinderen het hoofd. En de kinderen halen over hun vaders de schouders op. De vaders achten zich miskend. De kinderen achten zich misdeeld. De vaders zien óm naar het verleden, waarin zij kinderen waren. De kinderen zien uit naar de toekomst, waarin zij vaders zullen zijn. De vaders willen gisteren niet loslaten. De kinderen grijpen naar morgen. En ze vergeten beide elkander te omklemmen om elkander niet te verliezen.
Zoo wordt het wantrouwer geboren. En het groeit.
De jonge durf der kinderen wordt door de vaderen voor gevaarlijken overmoed gehouden. En de bedachtzaamheid der vaderen wordt door de kinderen kille bevrorenheid geacht.
En al verder gaan de harten uiteen.
Zulk een familieleven gaat onherroepelijk stuk. Al blijft er nog een uiterlijke eenheid, irmerlijk verteert de tweespalt alle verhoudingen.
Zal er nog leven zijn, dan moeten de harfcen tot elkander worden gebracht.
Daartoe vervult nu, de Geest des Heeren e& a. man, die vóór den Heere henengaat in den geest en de kracht van Elia. Hij moet de vaders ^ndnrven. Hij moet de kinderen aandurven. Want
niet alleen bij de kiiaderen is scliuM. Ook bij de vaders is schuld. En niet alleen bij de vaders is schuld. Ook bij do kinderen is schuld.
Het goddelijk werk der hereeniging zou deerlijk mislukken indien óf alleen de kinderen tot hun vaders, óf alleen de vaiders tot hunne kinderen werden teruggeroepen. Het hart der vaderen moet tot de kinderen wedergebracht. En het hart der kinderen tot de vaderen. Het ééne moet geschieden. En het andere moet geschieden. Het ééne niet zoarder het andere. En het andere niet zonder het ééne.
Tot de vaders moet gezegd: grijpt mee naar de toekomst der kinderen. En tot de kinderen: laat mee het verleden der vaderen niet los. De vaders moeten aajigespoord om mee vooruit te willen. En de kinderen moeten worden ingetoomd om niet vooruit te hollen. De vaders moeten dur\^en. De kinderen moeten voorzichtig blijven. De vadei's moeten moedig zijn met hunne kinderen. En de kinderen moeten bedachtzaam zijn met hmine vaderen. Daartoe moeten de harten tot elkander geljraclit. Het wantrouwen der vaderen moet weg. jHet gemok der kinderen moet verstommen.
Daartoe moet Johannes de Dooper komen en vaderen en kinderen beide brengen tot boete voor God.
Want de Christus komt. Hij komt met de wan. Hij zal Zijn dorschvloer doorzuiveren. Hij zal wegschudden uit de vaderen en uit de kinderen, wat geen tarwe is, vol en zwaar van korrel. En het kaf èn onder de vaderen èn onder de kinderen zal Hij verbranden met onuitblussehelijk vuur.
En de bijl ligt reeds aan den wortel der boomen. Alle boom, hetzij hij tot de vaderen of tot de kinderen wordt gerekend alle boom, die geen' goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen.
Zoo worden vaders en kinderen beide tot boete bewogen. De Geest des Heeren doet dat. En in die boete vinden ze elkander terug en belijden voor elkander hun schuld. De vaders voor de kinderen en de kinderen voor de vaders.
Maar dan worden deze boetenden ook gewezen op Hem, die Zijn wonderlijk koninkrijk komt brengen. Want Hij is er, die als Lam Gods de zonden der wereld wegneemt. Hij is er, die met den Heiligen Geest en met vuur doopt. De vaders en de kinderen.
Nu hebben de harten der vaders die der kinderen wedergevonden. En de harten der kinderen hebben ' die hunner vaders nieuw ontmoet.
In de ééne boete voor God. Want de ban dreigt. En de levende God zal met dien ban de aarde slaan, indien vaders en 'tinderen elkajider niet vinden willen.
Maar ze zullen elkander vinden. In de ééne boete voor God. En samen volgend den éénen Christus.
Zoo eindigt het Oude Testament. Zoo begint het iNieuwe Testament. Zoo is dat Gods boodschap door Maleachi. Zoo is het Gods boodschap door Gabriel. Zoo is d^t het Woord Gods in de schaduw. Zoo is dat het Woord Gods in de vervulling. Dit zegt God toen. Dit zegt God nu. Dit zegt mj aan Israël. Dit zegt Hij aan ons.
Wie ooren heeft om te hooren, die hoore.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1926
De Reformatie | 8 Pagina's