GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VAN KERK TOT KRING .... EEN AFVAL.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN KERK TOT KRING .... EEN AFVAL.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

^Tie meiisch der twintigste eeuw wil vele tegenistellingen overwinnen, - althans naar Jjuiten. I Maai' naar binnen coquetteert hij met het piikante verschijnsel van de tegenstelling; hij koopt [zich vaak den aristocratischen schijn van de „le-Ivensspanning" door een tragi-comisch probeersel: fliij w i 1 tegen zichzelf verdeeld zijn en tocti blij-Iren bestaan.

En wie tegen zichzelf alzoo verdeeld is, die [wordt een herOiS, èf — een slaaf. Hij overwint [zichzelf in zijn frivool gespeel met wat hem tegen (Zichzelf verdeelt; daii is hij een strijdbaar held igeworden, die de pikanterie opgeeft Toor mannaijijkheid en de pedanterie voor het sieraad, dat ; is uit den Geest. Of ook — hij houdt vol zijn. geestelijke fakirskunsten, zijn clownerig eigen-been-Ije-Iichten, zijn narrige zelf-verwoading, ... en het einde is, dat hij zichzelf ontzinkt, en aan lijf en •iel ervaart, dat Jezus piiris.tus altijd gelijk heeft: |ivat tegen zichzelf verdeeld is, kan niet bestaan.

Zoo moeten er helden èf clwazen, gevangen tfiods èf gebondenen van zichzelf komen uit We worsteling dezer eeuw, die immers almeer tegen fzichzelf den strijd geopend heeft. De tegenstrijpige mensch van dezen tijd, hij zal aan het spel Fïan zijn' tuchtigen ernst (want dat is zijn cOiquet-}lerie") eens moeten een eind maken: dan zal 'het ImAo, bij den een gebleken zijn: de r e f O' r m a t i e •Mj den ander: de deformatie; omtwikke-|ling hier, afval daar; opleving bij den één; |ïerval, onherroepelijk, liij den ander.

i Want hij js eschatologisch, onze tijd: dat is pe zeggen: in hem werken de krachten der tos-BomcHide" eeuw; en die krachten werken o^veral, jin allen en in alles. Op ons zijn de einden der leinven gekomen; dat is al een oude belijdenis, iioaar ze wordt telken dage nieuw. En daarom [kiin de afloop der dingen geen andere zijn dan ifeo; afval óf ontwikkeling. Er is eigenlijk Jiooil ernstiger kwaad dan de coquette htim; want teü luim is zichzelf genoeg en wordt daarom een grove diefstal, aan den ernst, gepleegd. Jn tem spreekt zich uit een besohoiuwing over de ifaardo van .den tijd, die zijn. waarde ontkent, maar 'fichzelf ook. Zoo bezien, is het spel van den ""«t zichzelf coquetteerenden mensch een bij uititek ernstig ding. Het is verraad aan het eschatologisch woord, dat de tijd moet worden uitgekocht f^ dat de geesten moeten worden gepiroefd ón dat ||e satan grooter toorn heeft, naardat zijn tijd hem 'oiter wordt. Zoodra een, eeuw den lof der zot-'eid zingt, zie toe. Dan is ër minstens een groote ïeforraatie, of een groote afval op^ komst. Want Pe hoogmoed komt vóór den val en de poging £t zelfhandhaving van den tegen zidi verdeelde i - rjlus vóór de crisis.

Met-name in het vraagstuk van: gemeen-'Ciiap tegenover verbizondering teekent 'th deze innerlijke verdeeldheid van den mensch aii nu scherp' af.

[• Dit geschiedt zoowel buiten als binnen den kring P religie.

Wat het leven buiten de sfeer der religie aanpat: let eens hierop, dat er nooit een eeuw gepiest is, die luider heeft geroepen om de g ern eenliliap sgedach te in haar bi*eedste en rijkste pspassing dan.deze; terwijl ook geen enkele eeuw. M sierk zich heeft uitgesproken vóór de verbizon­ dering. Eerst de .oproep voor de gemeenschap: er moet komen de volkerenbond, en er zal zijn een wereldvrede. En alle klassen moeten samengroeien, en er is geen zeggenschap meer, maar mcde-zcggenschap. Co-operatie; en con-dictatuur. Maar dezelfde eeuw, die deze leuzen uitgeeft, werkt toch de verbizondering in de hand: de specialiseering verslindt menschenlevens; de individueele mensch moet zich kunnen , , uit-leven"; de kitnst isvooT de aristocraten, de echte althans; en de moraal lacht om de publieke opinie.

Ook heet die lach oirbaar; hij betaamt, en is toeken van rijpwofding, naar men zegt. Hij is teeken van manbaarheid in het geestelijke.

En voorts - daar is de religie. Alle voorhangselen moeten s c h e u r e n, zegt onze eeuw; en ze heeft gelijk; want da.arin bevestigt zij slechts, wat God gesproken heeft, toen Hij zijn Zoon in den dood gaf. Dit heeft Hij toen gesproken: dat in Christus de crisis kom-t, dat sedert Goeden Vrijdag de wereld niet meer rusten kan. Voorhangselen móeten gescheurd worden; die erdoor^, gescheiden worden, moeten naar elkander toe. Het is maar de vraag: w i e zal scheuren: God of Sata.n; en hoe zal de scheur worden getrokken: van boven naar béneden door Gods hand, of van be-, neden naar boven: door de hand van den menscli ? Maar scheuren zal het vooriiangsel, zoo zegt nii God en duivel, zoo spreekt n i reformatie en revolutie. En ZOO' komt daai' de zending; on de evangelisatie, en de wereldbond .Van kerken, en de conferentie van Stockholm, en de oorlogsroep tegen confessioneele binding die afscheiding brengt; , en n wie nog een voorhangsel late n wil, dat God niet scheurde, moet beleven, dat hij evenzeer schismatiek, scheur-maker heet, omdat hij het gordijn niét scheurt, als hij van zijn kant schismatiek noemt, wie met hem niet meer leven wil binnen den van God getrokken voorhang. Waarlijk, de daad reeds van het voorha.ngsel-scheuren is, \vijl ze synthese heet, actueel. Wie den voorhang niet scheurt, die heeft zich het scheldwoord: scheuimaker op den hals gehaald van alle irenisch gezinden. Het is alles een roepen oiu de gemeenschaps-eikenning in de dingen der religie.

Maar — en dat is weer de innerlijke tegehstrijdighcid, — tegelijkertijd komt er ook in d'e religie een dwepen met het individualisme opi, een weiden van zichzelf. Intellectueel en man des volks, ze dreigen elkaar te verliezen. De liefde van wie veel weet, voor den zwakke, die eerst langzamerhand' voor beter inzicht kan gewonnen worden, heet verraad aan de vrijheid. Nog voordat sommigen in hun wetensohappelijfcen opmarsch door de wetenschap zélf gedwongen zijn hun tempO' te vertragen, zweren zij bij voorbaat eenen duren eed, dat zij zich niet laten ophouden door het trage volk. Er komt oen verfijnd gezelschapsleven op, dat, met versmading van "den oniden naam van het „conventikel", toch een „convent" aan dui-ft, ook als het verkleinwoord niet meer terug te houden is, en men dus toch weer uitkomt bij een „conventikel". Daar zijn ze dan bijeen: de aristocraten van ziel, vair geest; ze hebben hun beter inzicht, en ze genieten hun hooger leven, en ze kunnen zich naar ei^gen inzicht uitleven; en ze zijn zoo heerlijk vrij. Christen was hun naam; en naar een bepaalde confessie, vonden ze, hadden ze eerst ook nog wel een naam, maar dat was „m aar" e en bij - n.a am. En toen de gemeenschap kwam, om den bij-naam al te sterk te aocentueeren, toen hebben ze daarover het hoofd geschud, en ze hebben gezegd: christen is mijn naam en een confessioneele bij-naam mag geen hoofdnaam woi-den. Toen zijn ze op zichzelf gaan staan; en ze hebben hun naam n oi g meer ver-bizonderd, dan hij te voren was, al lileven ze ferm pro'testeereii tegen alle nacimgeving, die niet algemeen was.

Dat is de vloek, dat is de zotheid; die ha, ailof zingt. Ze hebben zich geestelijke schatten naar de wijze der aristocraten van den geest vergaderd. Ze hebben zich schatten vergaderd - in de laatste dagen. En ferwijl zij in den KRING zijh: daar roept het loon der KERK, dat zij verkort hebben, tot den Heere Zebaoth. God zij hun ziel genadig.

TusëÉ-ieïPae'maelrten, die deze tegenstrijdige begeerten — de, trek naar de gemcensGhappelijkheid èn'die naar het aristocratisch-individualisme ook in de religie — willen verwezenlijken, staat nu ook de kerk. Ja, zij zelf wordt ook wel van deze twee gedrongen, en ook in haar leden voeren deze innerlijk elkaaï: bekampende lusten krijg tegen haar ziel.

En uit deze worsteling zal opstaan - -'want de einden der eeuwen zijn op ons gekomen — aan den eenen kant de mensch van de reformatie, die de liefde voor de-KERK sterker dan ooit zal dragen in zijn hart en zal doen spreken in zijn daad van overgave, overgave niet alleen van zijn geldeTijk, maar ook van zijn wetenschappelijk, zijn aesthetisch, zijn wijsgeerig bezit, naar dat de gemeenschap noodig heeft en dragen kan; terwijl aan de andere zijde uit deze worsteling te voorschijn treden zal de rirensch van de vroom^zelfzuchtige afzondering^^femenscii vMiffc!; f^bdsdienstigen KRING.' ^y^^'-*; ? !-r': : ^; ^.-.f^

En zoo zij dan, op dien kring wijzende, tot vu zullen zeggen: ziet, hier is de Christus, ziet, hij^ is in de woestijn, ziet, hij is in de liinnenkamer, gelooft het niet.

Want de parousie van den Zoon des menscheix zal niet zijn als een vuurvlam in verticale lijn, opstijgend van een klein, gecanoaiiseerd en gansch bizonder plekje van beneden 'naar Gods hemel boven, doch als do kerk zoo breed. Want gelijk de bliksem schijnt van Oost naar-West, zooals ook de kerk moet gaan va.n Oost naar West, alzoo zal de parousie zijn van 'den Zooii des menschen. Zóó breed, — horizontaal.

Wij hcorden hier de stem van Jezus Christus; want wa'arlijk, ^Hij »is het, .die ons geleerd heeft, dat de geestelijke kring-vorTning in tegenstelling met de breede kerk-vergadering een eschatologisch gebeuren is. Een teeken van den afval, die de voleinding der eeuwen zal doen zien en begeleiden. Gij hebt gelezen in Mattheus 24; en gij weet, dat dit het hoofdstuk is van de voleinding aller dingen. En gij weet ook meer. Gij hebt het gehoord — want zulks te weten vloeit voort.uit het geloof aan, en het inzicht in: de organische iSchriftbeschouwing — gij hebt dan gehoord, dat Christus' toekomstvoorzegging niet los staat van den tijd, waarin hij leeft en waaruit hij' de beeld'en kiest ter wille van de leerlingen, die "hem hooren. Juist omgekeerd: Christus heeft zijn eschatologische redenen, hoewel ze tot het einde aller dagen reiken, .vastgekoppeld aan het zintuigelijk-waanaeembaar, ' feitelijk gebeuren van den naasten tijd, waarin Hij sprak. Hij meldde van den komenden ondergang van Jerusalem; knoopte daaraan vast de pTofetie van het groote gericht, dat over heel de wereld eens gaan zou; en leerde daardoor zijn 'discipelen meer dan één ding.

Onder veel andere dingen, leerde Hij hen daardoor ook, dat een stad, waarin ik rondloop', en een zonde, waarmee ik vandaag in aanraking kom, en een beweging, die zich heel geleidelijk, en heel natuurlijk voo-r mijn oogen voltrekt, eschatologischmessiaausch kan zijn. Dus weet ik, als ik Zijn leerling ben, dat het niet meer overdrijving is, als ik in de dingen vian vandaag voortaan evenzeer eschatologische momenten zie.

En Hij heeft nèg iets ons onderwezen, zijii discipelen en ons. Het is deze gedachte: dat een stad, als Jerusalem, waarin de Christus verschijnt en die over Hem O'ordeelen moet, niet alléén maar eschatologische momenten doorleven KAN, maar dat ze dat waa.rachtig MOET. Daar ligt ze, dia stad; ze kan niet anders; God helpe haar, amen. Over die stad en over die menschen, over haar gerucht en O'Ver haar gedroom, over haar begeerten en haar werken, over Haar bedden en over haar akkers, over haar maaiers op het land, en

over haar""fiïï& tls!^Pïm den molen, en over haar denkers en dichters, O'Ver haar ScliriftgeleeTden en haar asceten, over hajar tempel en synagoge, ovor haar kerk en kring, oivler haar aristocraten en o\'er haar volk des lands, over allen eii. alles, hangt de broeiïng van de laatste '-'©'ën^4ai[aieMiiéa'*wöDten dag des Heeren. ' , •....-vfe.-, ...-, '••.., \, - .'

En met schrik herken ik daar den' tijd, waarin ik leef. En mijn kerk. En den kring van wie mijn kerk te breed vindt, omidat zij te veel^ plaats geeft aan wat eng is

Ja, • mijn tijd zie ik yfc; *|& *: ^y^as^: »«.> ' i»'%^^i.m|^g^^®|fSnij

Christus sprak zijn esohatologisches'faS^-'omdat Jerusalem met hem te maken hebben moest, /^lijn tijd is niet anders, zegt gij, en zeg ik. Er was in die dagen een sterk opbloeien van de messiaansche verwachting; de boeken der O'Ude en nieuwe theologen van 'het Joodsche volk hadden zich over de messiaansche eeuw uitgesproken • en ook over het messiaansche ideaal; en de komst van den Christus had de mensChen gedwongen, 'zich af te vragen, of zij hun messiaansche ideaal' konden verbinden, aan, en herkennen en vooTal erkennen in, den bepaalden vonn, waarin het wei'd aangediend in den profeet uit Nazareth. - Zoo is ook mijn tijd, zegt gij, en zeg ik. Een crisis was op til; over enkele jaren zou wat nu nog recht overeind stond, gebroken zijn; men leefde in den klei-!, nen kring van wie Jezus hoorden, onder de pressie • van het woord, dat er geen steen op den ander zou gelaten worden, die niét zou 'worden afgebioken. Dat is de pressie van mijn tijdlr> 2; 'ég|-, - : gij, en zeg ik. .'ifyflpn^/

ZoO' zien wij, dat Jezus ons soms den plicht oplegt, het actueele te beschouwen als dadelijk eschatologisch. En ook haastig in de bereiking ervan. Het Icomt, omdat het er. al is. Het is gekomen en daarom zal het komenii|^^^gfglJS|ii|

En daarom raakt ook onze'ii ti|d'ÏÏat'Avöörd''b'v'e'r woestijn en binnenkamer, zoo weet gij, en zOo weet nu ik. IS er een woord ook maar waar van. de messiaansche crisis in deze eeuw, van het eschatologisch dringen van de toekomende eeuw in deze tegenwoordige, dan staat het er ook voor onzen tijd en voor ons geslacht: „Zoo zij dan tot u zeggen zullen: ziet, hier is de Messias, oif daar, gelooft het niet. Ziet, hij is in de woestijn, gaat niet uit; ziet, hij is Jn, .de: ; -.binnenk; am'er, , gelooft het niet"." "WWm^^^^^.

W o e s t ij n, dat is' dé plaat's yah 'dé' 'a'f z o n d e-ring. Binnenkamer, dat is eveneens de intimiteit van het afgesloten gezelschap.

Woestijn of binnenkamer, — dat is , , de kring", de religieuse ook. 'éMm^mMi de religieuse ook.

Gelooft het niet, 4at hooren de d i s c i pïS'TO-t'f"'^ die worden apostelen, en die moeten uitgaan in de geheele wereld, en Qoopen, en prediken, en ouderlingen aanstellen en hun de handen opleggen, en het institmit van-de ; : k«rrk'' overv.'.de'wereld Uitbreiden. v^f^i!^^è£immmsmii0^^^^

Gij zijt van de kerk. "Zoo zij tot''u.''2; èggeri': , , daar is de kring", gaat niet uit. , , Da.ar is het christelijk conventikel", gelooft het niet. „"¥^||; |^©efeda^> ons te zeggen in dezen tijd? , i^^fc^^^p? ^'

Laat ons t.rachteiii|; ïdiïiaiM6i'e? .? -afrtikelen daarover te spreken. .-.-> -' ; •• <

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

VAN KERK TOT KRING .... EEN AFVAL.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1926

De Reformatie | 8 Pagina's