GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE BERGREDE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BERGREDE.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Zijn we thans zoo ver gevorderd, dat de Bergrede als één geheel voor ons staat, dan komen uit den aard der zaak vragen naar voren als, wat is dan de gang van het betoog, wat is de draad, die door dat geheel loopt en het samenhoudt? Het is goed, eer we deze dingen overwegen, eerst .een andere zaak aan de orde te stellen, omdat die ook in verband staat met het oordeel, dat We hebben over het geheel der Bergrede.

Men is bekend met den arbeid der godsdiensthistorische schooL Haar ideaal is eerst de verschillende godsdiensten, die er op de aarde bestaan, te onderzoeken en te beschrijven, om dan daarna het v/ezenlijke van elke • religie en van de i.'& ligie in het algemeen te kunnen aanwijzen. Zoo 'meent ze ook samenhang, ontwikkeling op het terrein van den godsdienst te kunnen vinden. We willen niet onderschatten, het vele "dat do'or de mannen van deze richting is gedaan. Door hun arbeid immers "xijn allerlei godsdiensten ons beter bekend gevv^orden, waarvan niet het minst de zending heeft geprofiteerd en hebben we beter inzicht gekregen in tal van verschijnselen op godsdienstig gebied. Maar we houden één bezwaar, een bezwaar, dat van beslissende beteekenis is, omdat het een principieel karakter draagt. Voor de aanhangers der genoemde richting staan, \yat het wezen betreft, alle godsdiensten ten slotte gelijk, er kan verschil in orde, in graad, in beteekenis zijn en des wege kan de ©ene religie hooger te stellen zijn dan een andere, de woorden waar en valse h wil men op het gebied der religie niet toepiassen. Daartegen blijft ons pro'test gaan. Ons leert Gods Woord: ant alle de goden der volken zijn afgoden, maar de Heere heeft de hemelen gemaakt (Ps. 96:5). De Christelijke religie is de eenig ware en daarnaast is slechts pseudo-religie.

De godsdiensthistorische school heeft zich ook met de Bergrede bezig gehouden, ^e heeft opgeinerkt, dat tal van spreuken, in haar te vinden, tot zelfs de beden van het volmaakte gebed, analogieën zijn, om niet te zeggen parallellen in woorden door Joodsche Rabbijnen gesproken.

En zoo wil men de Bergrede, dit prachtstuk uit Jezus' onderwijs, ten slotte niet hooger waardeeren, dan een rede van Jezus van Nazareth, waarin Hij' bijeenvoegde allerlei gedachten, die O'ok" door anderen zijn uitgeisproken, waarin Hij niet oiorspronkelijk was, maar eenvoudig bleef in de paden, die het Joodsche volk, waaruit Hij voortkwam, reeds lang had betreden.

Wat zullen we van deze dingen zeggen?

Ontkend kan niet, dat verschillende' spreuken van Joodsche Rabbi's ons dadelijk aan de Bergrede herinneren.

We geven eeri enkel treffend voorbeeld. Rabbi Tarphon, die omstreeks '100 na' Chr. 'leefde, heeft gezegd: et zou mij verbazen, als er onder de thans levende menschen iemand was, die een berisping wil aanvaarden. Zou men 'tot hem zeggen, haal den splinter uit uw oO'g, dan zou hij ant^ woorden, Haal den balk uit uw oog. Niemaiid, die niet denkt aan Mattli. 7:4 en 5.

Nu komen hier allerlei dingen aan de orde. We zeiden reeds, dat Ralibi Tarphon leefde 'omstreeks 100 na Chr., dat is niet alleen, nadat Jezus de Bergrede hield, maar zelfs lang nadat Mattheus zijn evangelie schreef. Zoo kan van het meerendeel der parallellen, uit de Joodsche litteratuur aangehaald werden, ' gezegd, , dat ze misschien wel. eerder hebben bestaan, maar dat, voorzoover v/e weteit, hun oorsprong ligt na dien van het Nieuwe Testament. Daarmede i.gJi'èffli" de mogelijkheid ontstaan, al kan worden tO'ègegeven, dat die door andere hier niet nader te Ontwikkelen oorzaken niet zoo groot is, dat de Rabbijnen ontleend hebben aali het Evangelie.

Maar ten slotte, daar ligt het zwaartepunt niet. Ook hier geldt het: als twee hetzelfde zeggen, is het niet hetzelfde. We zouden re^ids aan de boven aangehaalde - spre'iik van Rabbi Jarphon kunnen aantoonen, dat zijn gedachtengaiig een geheel andere is, als die, welke onze Heiland ons predikt. Ma.ar liever nemen we het in vel'band met den gang van cns betoog centraal. Dat'is niet de hoofdzaak, of de woorden dezelfde ziji.t, maar wat hun inhoud is. Jodendom en Christendom verschillen in wezen. 'Crod is voor den Christen een andere dan voor den Jood; En als Jezus ons predikt van Zijn Vader in de hemelen. Die door Zijn ontferming ook onze Vader zijn wil, ala Hij ons predikt van het koninkrijk Gods, dan is dat niet te vergelijken, dan is dat van geheel andere orde, als wanneer riiisschien een Joodsch Rabbijn soortgelijke woorden gebruikt.

De historische vraag, wie heeft een bepaald beeld, een bepaald woord het eerst gebruikt, is ten slotte van niet veel belang. Twee-personen kunnen'o'P dezelfde gedachte komen, iemand kan aansluiten bij do gedachte en de woorden van zijn tijd om eigen stelsel, eigen gedachten bekend te maken. Al i'öE^^ngen "geven den''3'oO'rslag niet. Waar het op aankomt is altijd weer, wat is de qesitrala inhoud, wat is iDcginsel en uitgangspunt.

En. dan blijft het van de Begrede gelden, zelfs al zou er hier en daar gelijkheid zijn met uitspraken der Joden: Hij leerde als machthebbende en niet als do Schriftgeleerden.

Kwamen we met het vorige reeds tot de gedachte, die de Bergrede beheerscht, we hebben daar nu nog nader op in te gaan en bepaald dei vraag te beantwoorden, loopt door het betoog een draad en kan dus van een betoog worden gesproken of hebben we te maken met woorden van den Zaligmaker, die alleen deel uitmaken van de prediking, die Jezus Christus de Zoon van God tijdens Zijn omwandeling op aarde als deel van Zijn werk moest doen hooren. Anders gezegd, vindt de Bergrede haar eenig middelpunt daarin, dat ze als geheel kwam van de lippen van den. Middelaar Gods en der menschen, O'f is er oiok nog een bepaald principe aan te wijzen, dat al deze woorden samenhoudt.

Nu is deze vraag niet zoo gemaibkelijk te beantwoorden. Naar den wil des Heeren was het toen, toen de Zoon Gods op aarde kwam, de volheid des tijds. De vleeschwoïding des Wo'ords moest naar Gods bestel plaats grijpen onder Israël, Jezus is uit het zaad van David naar het vleesch. In verband daarmede heeft Jezus Christus, Die van allo tijden is, zich willen schikken naar dien bepaalden tijd, heeft Hij geleefd als Israëliet onder Zijn volk.

Dat bepaalt voor een niet gering deel den vorm, waarin Hij Zijn werk heeft gegeven. Reeds een vorig maal kwam ter sprake, dat Jezus zich in de wijze waarop Hij Zijn onderwijs gaf, bij de Schriftgeleerden zal hebben aangesloten. Nu komen we van een andere zijde daarop, terug.

Wij Westerlingen houden van het streng logische betoo'g. We schrijven verhandelingen. We geven scherpe begripsbepalingen, zooi komen we tot duidelijkheid.

Maar de Oosterling is anders. Bij hem is meer het mediteeren. Wie mediteert redeneert niet, doch komt door bijzondere gedachten-associaties van hst één op het ander. Dan is er wel eenheid, maar niet eén eenheid, die door een reeks van met voegwoorden aan elkander verbonden zinnen wordt dpgebouwd. Het Hebreeuwsch heeft' weinig voegwoorden, het heeft zs niet noodig.

Neem de spreuken van Salomo, neem den brief van Jakobus en vergelijk ze met de brieven var Paulus. Paulus moge een Hebreeër uit de Hebreeën zijn geweest, zijn wieg stond in de Grieksch-Romeinsche wereld. En al heeft hij de school der Rabbijnen doorloopen, en al drage^n zijn Ijrieven daar al de sporen van, hij kan ook als een Westerling logisch redeneersn, wat liïet minder in zijn brieven aan den dag treedt.

Zoo is het in den brief van Jakobus niet, zoo is het ook in de Bergrede niet. 'Er is sam^enhang, er is verband, maar zóó, dat het naar onze opvattingen slechts zeer 'los is, omdat wel een algemeene ged.-jcbte het geheel bijeenhoudt, maax niet op zulkeen wijze, dat die eerst duidelijk vooropgezet wordt en dan in haar onderdeelen ontwikkeld.

De Bergrede vangt aan met de zaligsprekingen. Laat ge die doorloopen tot vs 12, dan komt dadelijk de vraag, hoe is de samenhang tusschen vs 1^ en 13. En komt ge tot 5:17 dan rijst dezelfde: raag ten opzichte va^n vs 16 en 17. Van vs 21 tot het einde van hoofdstuk 5 loopt het duidelijk over de tegenstelling tusschen de gerechtigheid, die Jezus predikt en die der Farizeeën. Maar dezelfde gedachte beheerscht ook het iiaar den vorm. geheel anders uitziende eerste deel van hoo'fdstuk 6, dat dan weer door het Onze Vader wordt onder-Onderbroken en toch gaat het in het g(.dGelte, waarin Jezus de zijnen bidden leert over het gehedlj^f^i^gj,

We kunrierï"''ai1; schema niet verder uitweflten. Het was trouwens' genoeg om te laten "Èfeplf^^lf aan de eene zijde zeer zeker samenhang in' da-Bergrede valt op te merken, maar 'clat 'dit toch aan de andere zijde niet meer wil zeggen, dan dat het geheel door een leidende gedachte wordt samengehouden. \

Een leidende gedachte, is die er? We gelooven van wel en we oordeelen, dat juist die leidende gedachte inzicht in de beteekenis van het geheel kan geven.

De. leidende gedachte van de Bergrede vinden, we in Matth. 5:20: ant Ik zeg u, tenzij uw gerechtigheid overvloediger is dan die der Schriftgeleerden en der Farizeeën, dat gij in het koninkrijk der hemelen geenszins zult ingaan.

Jezus Christus va.n God gekomen predikt een nieuwe gerechtigheid en stelt die in verband met Zijn koninkrijk. Dat hebben we nader te ontwikkelen. En we hopen dat te doen niet antithetisch tegenover hen, die een ander woord als thema aannemen', b.v. Matth. 5:17, maar zóó, dat we laten zien, hoe met de aangewezen grondgedachte het geheel in verband staat.

Voor heden nog één opmerking. De grondgedachte wordt in verschillende vormen herhaald. Dat zijn de hoogtepunten van Jezus' ondei-wijs. We noemen hier m.n.' Matth. 5:48; 6:34; 7:12.

Wie deze verzen aandachtig overweegt en ze in verband brengt met Matth. 5:20, hoort er da toelichting in van. de nieuwe gerechtigheid, die Jezus v"an de zijnen komt eischen.

F. W. GROSHEIDE.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

DE BERGREDE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1926

De Reformatie | 8 Pagina's