GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dostojewski, ven Edlnard Thuraeysen. Chr. Kaiser.München.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dostojewski, ven Edlnard Thuraeysen. Chr. Kaiser.München.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dostojewski, ven Eluard Thuraeysen. Chr. Kniser. münchen.

Het boek van Thurneysen over Dostojews'ki is een van de vele boeken over dezen merkwaardigeu Russischen schrijver, die er in de laatste jaren verschenen zijn. Naar aanleiding van Thurneysen's beschouwingen over Dostojewski is dit artikel geschreven. Naar aanleiding van en niet over die beschouwingen. Het is niet de bedoeling een beoordeeling te geven, over wat Thurneysen vaai Dostojewski en zijn kunst zegt. Dat zou noodzakelijk meebrengen, dat aan de orde kwam de vraag of de beschouwing van Thurneyzen, die stichtelijk van aard is, juist mag worden genoemd. En dit of de beschouwing van Thurneysen, die 'stichtehjk beschouwingswijze wel waarlijk ook grond genoeg heeft.

Wie was Do'Stojewski?

Een Russisch schrijver. Dat is bekend, maaï de Russische literatuur heeft een eigen aard. Zij draagt de kenmerken van het volk. En hoe bekend het dus ook zij, dat Dostojewski een Russisch schrijver was. Tiet wil veel zeggen, dat hij - zoio door en door Russisch was.

Dostojewski is vooral bekend geworden na "den oorlog. Niet omdat het Bolsjewisme uit zijn werken aandrift en kracht putte, want Do'Stojewski was geen revolutionair, zij het al zoO', dat hij in zijn jongere jaren als revolutionair in Siberië al de ellende van een verbanning naar dat onheilsoord heeft meegemaakt. Als het Bolsjewisme met den literairen roem van Dostojewski nog iets te maken heeft, zoo is het doordien de reactie de aandacht op 't nationalisme van Dostojewski vestigde. Hoewel een volbloed Rus, heeft hij na zijn bevrijding en na zijn militairen dienst als officier het moderne leven in West-Euro-pa op zijn reize'U buiten Rusland, leeren kennen en ten deele meegeleefd. Hij kon in den modernen geest echter geen smaak vinden. Zijn hart trok naar Rusland en naar Rusland's geestelijk leven. Naar zijn gedachte kon het moderne intellectualisme van het Westen niet de redding brengen, waarnaar al wat mensch heet, begeerig uitziet. En dat vooral daarom niet, om'dat^ het leven zijn eigen weg gaat en niet in theorieën vast te leggen is. Het intellectualisme van het" Westen was hem te eenvoudig, te rechtlijnig, te dor. En hij zag immers hoie het ook in het Westen uit de banden van het intellect sprong. Telkens weer. Een man als Nietzsche was in zijn oogen geen intellectueel, maar een machtelooze worstelaar met het borrelende, golvende, in tegenstellingen worstelende leven zelf.

In Do'Stojewski klopte het menschelijke leven in zijn vollen omvang en met zijn grootste diepten, zijn matelO'Oze bekoring 'Cn zijln perverse zondigheid. Hij voelde het leven aan in den grootsten onmensch, en in den naar volmaakte heiligheid strevenden monnik.

Dostojewski was .een mensch en niets mensehelijks was hem vreemd.

Hijj wist zich ook mensch, mensch in den vollen zin 'des woords, en hij begeerde niet, dat de grenzen

tusschen God en mensch werden weggenomen; hij wist, dat hij, evenals al wat mensch is, onder onveranderlijke normen stond. Hij heeft in zijn romans de onveranderlijlce normen als een heilig goed steeds laten werken, en zij hebben overwo'nnen.

In „Schuld en Boete" laat hij ons zien, dat het op gevangenschap in geestelijken en zedelijken zin uitloopt, wanneer een mensch de grenzen uitwisoht, zich Uebermensch, 'God waant, en dat pas weer vrede en rust in 't zicht komt, na verootmoediging en verzoening. Het uitwisschen der grenzien is, zoo onderwijst hij, opstand tegen - God, principe van revolutie, begin van ondergang. Alleen in den weg van boete is opstanding, is leven mogelijk. En wel schijnt Raskolnikof niet geheel en al overwinnaar te worden, maar het oog van dien door de zonde gebondene is op, de toekomst na dit leven gericht.

Het overschrijden van de grenzen, dat is dus ook van de normen, is zonde en de zonde maakt den mensch tot haar slaaf, vau het doodende verstand of de theorie, van tie vrouw, van het vleeschelijke genot in allerlei vorm, van de heerschzucht en de machtsidee. '

Dos tojewski komt voor de heiligheid op en laat ons haar zien in den inonnik Zosima. In levende personen laat hij de normen van goed en kwaad onder de in zondedienst gevangen menschen wandelen. Zoo vooral in vorst Myschkin.

In zooverre kan van hem worden gezegd, dat hij den weg naar het Evangelie wijst. Bij de grenzen moet halt gemaakt worden, en dan is verdergaan fataal en terugkeer de weg naar het leven.

En het overschrijiden van de grenzen, dat is de ellende van den mensch, van al wat den naam van mensch draagt. Niet slechts omdat de zonde natuurlijke gevolgen heeft, maar omdat het geweten immers blijft werken. Dat geweten laat geen rust.

Dat heeft Dostojewski op geniale wijze uitgebeeld.

In „Schuld en Boete" en vooral in zijn machtig werk „De gebroeders Karamasof".

Hij heeft dat uitgebeeld door de werkelijkheid te laten zien. Die werkelijkheid dan als zondediepte. Hij heeft haar aangevoeld, mee doorgemaakt. Hij leerde den mensch kennen zooals hij was, omdat hij omgegaan heeft met dieven, moordenaars, oproerlingen, schuim van de Straal. Hij heeft de verdierlijkte mensch zich in het slijk ziien wentelen en hij heeft medelijden gehad, vooral ook omdat in de diepst gezonkenen nog een „Kurie-eleison" opklonk, een „Heere, ontferm U onzer" (ziie „Herinneringen uit het doodenhuis").

De werkelijkheidsdrang in Dostojewski was niet 'een begeerte om, ware het alleen maar in zijn voorsteUingsleven, het perverse zondebestaan van 'den mensch slechts te kennen en mogelijk mee te genieten, neen maar had ten doel de menschen tot zelfkennis en inkeer te, brengen en vooral er de oogen voor te openen, dat redding begeerd woirdt en mogelijk is; ook dat de liefde nooit na mag laten .tot de allerellendigsten de hand ter hulpe aan te bieden. Diostojewski zag zichzelf in-de menschen en werd tot medelijden gedwongen. Hij' was ook zelf mensch, en hij kende den tweestrijd tusschen zonde en heiligheid.

Voor Raskolnikoff, den jeugdigen moordenaar, werd de hetaere Sonetschka een evangeliste. Tegenover het in geweldige tegenstellingen strijdende leven vermag de üieorie niets, maar is alleen het Evangelie machtig. In het Evangelie is immers ook het leven aan 't woord.

De theorie weet zelfs schuld en verantwoorde-lijkheidsbesef ter' zijde te stellen. Het leven duldt dat elimineeren van zoo krachtige werkelijkheid niet. Het materialisme geeft geen oplossing aan het levende hart en dat doet evenmin het pantheïsme, dat de grenzen minacht. Niet het dorre westersche verstandsmechanisme is de weg toit verlossing, maar terugkeer tot de religie, tot God, tot Christus. Het Westen verstaat in Dostojewski's oogen de kreten der ziele niet. Eindelooz; e analyse heeft de eenheid verdrongen en het leven teloor doen gaan. Eerst als de mensch het leven ziet en kent als geestelijken strijd, heeft hij van dat leven een werkelijkheidsvoorstelling.

Onwillekeurig worden de gedachten geleid naar Maarten Luther, bij wien onvoorwaardelijke aanvaarding van de geestelijke realiteit uitliep opi de belijdenis, dat de mensch van nature dood is in zonden en misdaden. Hij doorlag, of liever doorleefde, dat de ©enigszins mechanische opvatting van de Roomsche genadeleer een beletsel was om de voüe werkelijkheid te kennen. Hijl schrok er niet voor terug de coneupiscentie of begeerlijkheid reeds als zonde te beschouwen, omdat hij het zoo in werkelijkheid doorleefde. En dat had bij Luther tengevolge een andere genadeleer en een andere prediking dei verlossing. Voor Luther kreeg schuldbelijdenis en boetedoening een dieperen zin. En uit die kennis van zonde en sdhuld mocht hij door Gods genade komen tot de blijde verzekering des geloofs, dat de zondaar door genade leeft.

Aanvaarding van de volle werkelijkheid houdt in, dat ook het schuldbesef daarin een plaats ontvangt. En dan zoo, dat de diepe ellende van den mensch zijn schuld is, dat de onvrede in zijn ziele zijn oorzaak heeft in het besef er van. Dr Foerster zegt in een van zijn paedagogische werken, dat de menschelijfce ziel een nest met slangen is. Max Scheler merkt juist en, treffend op, dat het vastbonden van den mensch aan zijn hoogmoied, om niet voor God te buigen, voor hem juist beteekent, dat hij te meer gebonden is. Dezelfde schrij'ver heeft het een bevrijding genoemd, wanneer de mensch komt tot belijdenis en boete. Dostojewski laat in zijn werken den mensch zien, die pas vrij' wordt wanneer hij toegeeft schuldig te zij'n aan een of ander misdrijf. De werkelijkheid onder de oogen te zien, is voorwaarde voor het recht verstaan van de prediking der genade.

Wanneer het yaar is, dat de menschen nooit zoo radeloos zijn geweest als nu, omdat heel de wereld betrokken is geweest in den groeten oorlog en niemand nog bij een ander om steun kan gaan en het toch noodig is, dat een mensch, ja zelfs een volk ergens heen moet kunnen, als de nood dreigt met ondergang, "dan kan het heel wel zoo zijn, dat Dostojewski een weg tot verlossing aanwijst, en dat hij' als profeet dient te worden heschonwd. Alleen maar, hij doet het dan op zijh manier, als Russisch Christen. En wij hebben daarop vanzelf onze aanmerkingen.

Of het moet worden aanbevolen de romans van Dostojewski te ..lezen? Die vraag kan in 't algemeen niet met ja worden beantwoord. Er is tronwens niet zoo heel veel gevaar voor, dat het gebeurt, o^mdat ze lang zijn en moeilijk' te volgen door de veelheid der personen, die er in optreden. Ze moeten met aandacht en oordeel des onderscheids worden gelezen. Wie er zijn werk van wil maken ze rustig en met een kritisch oordeel te lezen, zelfs te bestudeeren, zal niet ontkomen aan den indruk, dat Dostojewski den mensch heeft gekend. Weliswaar zijn de Russen heel andere menschen dan wij, maar telkens moet onder 't lezen worden toegestemd, dat de mensch in 't algemeen geteekend woïdt. In zooverre het werk van Dostojewski den mensch op zichzelf wijst, hem tot zelfkennis brengt en op den Christus zijn blik richt, heeft Kij tot den mensch in 't algemeen iets te zeggen.

Óok tot den westerling.

Hij beschrijft ons den mensch in zijn diepe V-erdon^enh'erd en hij laat hem ons zien als tot radeloosheid gedreven, met den drang in zijn hart toch ergens zijn toevlucht te mogen vinden en met op zijn lippen een schreiend: „Kurie-eleison", „Heer©, ontferm U onzer".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Dostojewski, ven Edlnard Thuraeysen. Chr. Kaiser.München.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1926

De Reformatie | 8 Pagina's