GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Christus onder helschen hoon.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus onder helschen hoon.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En die voorbij gingen lasterden Hem. Markus 15 : 29.

Wie het kruis van Christus verstaan wil, mag nooit vergeten, dat de smart, die Hij daar lijdt, helsche smart is. Men kan, om zoo te zeggen, bij zuivere overweging van het kruislijden althans, niet „overdrijven". Want alles is in Christus' kruis zwaar als de oneindigheid. O ja, wie de bizonderheden van Christus' lijden verkeerd uitlegt, d.w.z. wie Zijn lijden niet zóó ziet als het zelfvorstaan worden wil, die kan natuurlijk wèl „overdrijven", want zijn gedachten, zijn voorstellingen, zijn dan ook maar van hem zélf. Doch wie den gekruisten Heiland der zielen ziet als Drager van de schuld, als lijder van die oneindige straf.

die hèlsch genoemd wordt, die weet, dat hij, mits eenmaal op den goeden weg der exegese staande, niet „overdrijven" kan. En waarom niet? Omdat de waarheid, die hem van "Godswege geopenbaard is, een taal spreekt, die nimmer de gedachte uitput. Helsche straf (en hemelsche zaligheid) kan men nooit uitdrukken op volkomen passende manier, zoolang men niet — ia de hel (of in den hemel) zelf is.

En daarom is ons verhalen van wal; wij van Christus' lijden grijpen niet voor „overdrijving" vatbaar, zoolang maar ons spreken „naar de meen ing des Geest es" is. Wij zeggen over den Man van Smarten altijd te weinig, en kunnen daarom nooit te veel zeggen.

Bedenkt men deze dingen, dan is het duidelijk, dat wij recht hebben, om te zeggen: Christus, die aan het kruis de h è 1 s c h e pijn lijdt, verneemt den hoon, dien men tegen Hem werpt, ook als hèlle-hoon. Evenals de spijkers, die men door Zijn vleesch heenjaagt, voor Zijn gevoel en besef niet maar „gewone" spijkers zijn, doch instrumenten van het jongste oordeel; — en evenals de breuk in Zijn vleesch voor Zijn bewustzijn niet is een wonde van zooveel centimeter, maar een breuk, die in „dezen tempel" geslagen wordt door de hand van God in de katastrofale vervloeking; — en evenals de vertering van Zijn ziel en geest niet maar is de vereenzaming van een of ander lijdend individu, doch de eeuwige, profonde, verlating van den Menschenzoon vanwege Zijn God; — zóó is ook de spotternij, die de menschen Christus lijden doen, in haar wezen riiet anders dan helsche spotternij. Hoon der hel. Sinistere helletaal. Demonische helle-groet. Zóó voelt het de Christus. En, laat ons 'dit bedenken: zóó, als T3ij het voelt, zoo i s het ook eigenlijk. Hij alleen vóélt de objectieve waarheid in Zijn gansche, naar God gekeerde wezen.

Daarom is die hoon der voorbijgangers, de hoon van den „gaanden en Icomenden man" voor Jezus Christus helsche hoon geweest.

Wij denken hier aan wat in den bijbel herhaaldelijk ons geteekend wordt als bittere werkelijkheid in de plaats der buitenste duisternis: de helle-hoon. Niet alleen wordt in dichterlijke bijbel-taal de hellegroet, waarin de ééae verlorene al zijn ellende tegen den ander spuwt, hoorbaar gemaakt, maar ook is langs de wegen van dogmatisch denken uit andere Schriftgedeelten dit af te leiden: dat tot het wezen van de helsche straf ook behoort: de volkomen uitwerking van deze duistere wet: homo homini lupus. Dat is f e zeggen: de ééne mensch verteert den ander. De naaste aast «n raast op den naaste. De dichtst-bij-zijnde is altijd de verst-afstaande. Ontmoeting van den naaste is ontmoeting van den allerverste. 'De generale wet van ontbinding drijft een wig, overal waar maar een opening te zien valt. "Het is de wet der hel, dat de één den ander haat.

Het ligt dan ook in diezelfde lijn van gedachten, als Jesaja spreekt van verdoemden, die elkaar in het rijk van duisternis en doodsschaduw verteren; zooals b.v. de koning van Babel, of de verslagenen van het rijk der wereld. Komeln zij in den sjeool, in het rijk van dood en duisternis, en is hun intrede daar zonder God, dan is het eerste woord; , dat zij er vernemen, giftig als de dood: elke verlorene grijnst over de ellende van wie mèt hem is verloren in eeuwige duisternis.

Zóó nu heeft ook Christus zich aan het kruis hooren bespotten.

Welk kind der duisternis bespot op Golgotha nu niet den grooten 'Verloren Zoon? Zie^ Hij vaart ter helle, en Hij weet zich nochtans de blinkende morgenster.!) Daarom wordt Hem met nog veel zwaarder accent, en met nog veel sterker stem, en met nog veel dieper bestel van recht en wraak, toegeschreeuwd wat Jesaja eens den verloren Koning van Babel hoorde toeroepen:

„Ook gij zijt van kracht beroofd als wij, aan ons gelijk geworden!" Nedergestooten in het doodenrijk is uwe pracht, het geruisch uwer harpen, Onder u spreidt zich als leger gewormte, en Uw dek vormen maden, Hoe zijt ge gevallen van den hemel, morgenster, zoon des dageraads! (Hoe) ligt gij neergeveld ter aarde, gij overwinnaar over do natiën! En gij, gij zeidet in uw hart: „ten hemel wil ik stijgen. Boven de sterren Gods verheffen mijn troon. En zitten op den godenberg, diep in het Noorden, Ik wil stijgen boven de wolkenhoogten, mij gelijkstellen aan den Allerhoogste!" Maar in het doodenrijk wordt gij nedergestooten, • diep in de groeve! Die u zien beschouwen u, nemen u waar: „Is dat de man, die de aarde deed sidderen, koninkrijken deed daveren? " s)

En evenzoo wéét Christus het — en Hij proeft het, bitter als de dood — dat Hem nu een lijden overkomt, oneindig veel ZTvaarder dan het lijden, dat Ezechiël teekende, toen hij schetste, hoe de dooden van Assur, de eens zoo bUnkende trotsche boomen in het Eden der wereldlijke cultuur, met bitteren hoon in den duisteren sjeool werden ontvangen. Ze werden opgevangen in de zwaarden en messen van het helsche gezelschap.

Daarom is het lijden van dien helle-hoon voor Christus ook betaling geweest. Hij verdroeg den spot in onze plaats. Die snerpende taail van den voorbijgaanden man, die bewuste hoon van de volksleiders, zelfs de spot, het verwijt, van den man, die naast Hem hangt aan het hout, dien verdoemde-met-Christus-mee, het hoort er alles bij. Het kan niet worden gemist. Dat is de last van Gods rechtj die op Christus drukt. De zonde, welker bezoldiging Hij voor ons draagt, heeft den mensch niet alleen verdeeld tegenover God, maar ook tegen den mensch. De bloei van sociaal leven is slechts in het paradijs te genieten. En anderzijds wordt de ontbindende werking der zonde in de hel volkomen uitgewerkt. Daarom móest die ontbindingsmacht ook den Christus verwoesten. Ook daarin moest Hij lijden, wat wij door onze zonde verdiend hebben.

Hierom zullen wij nooit recht beseffen, hoe vreeselijk mensohenwoorden kunnen wonden. , 0m dat te weten, moet men met Christus ter helle neergedaald zijn.

„Die voorbij gingen lasterden Hem." Zij zeiden: kom af van het kruis, en restaureer den tempel I

Zij hebben niet begreipen, dat hier de tempel toch waarlijk is gebouwd. Want Hij, die God kaïi zien in helsch gezelschap, en „mijn God" nog roepen kan boven snerpenden helle-hoon uit, die heeft het bestek van Gods huis op den vloer der hel afgeteekend, en den ganschen tempelbouw voor oog en gehad, ook toen Hij neervoer tusschen saters en demonen, tusschen bandieten en schelders, tusschen het verdoemd gezelschap van u en mij, gelijk wij van nature zijn. Groot zijt Gij Heer, en zeer te prijzen, want onze den tempel zoekende oogen zoeken onrustig, totdat zij rusten op U.


1) Openbaring I.

2) Verlaling Dr .J. Hiddarbos, Jesaja 14.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 maart 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Christus onder helschen hoon.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 maart 1930

De Reformatie | 8 Pagina's