GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Weg van alle Vleesch.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Weg van alle Vleesch.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 1835 werd in de pastorie van het dorpje Langar. in het graafschap Nottingham, Engeland, een man geboren, die een onzegbaren invloed heeft gehad op de mentaliteit en de literatuur van z^n volk en daardoor op de mentaliteit en de literatuur van een groot deel der beschaafde wereld.

van een groot deel der beschaafde wereld. Die man was Samuel Butler.

Zijn vader was een dominee, zijn grootvader een bisschop, hijzelf als vanzelf bestemd om predikant te worden.

Maar hij werd het niet, omdat hij, toen hij zijn studiën voltooid had, niet meer in het Christendom geloofde. Hij wilde zich wijden aan de kunst, maar daar dit stuitte g^p te veel tegenstand van de zijde zijner familie, werd hij schapenhouder in Australië en boerde daar zóó goed, dat hij na enkele jaren (1864) naar Engeland terugkeerde met een aardig sommetje, dat hem in staat stelde, geholpen door een klein legaat van zijn grootvader, bescheiden te leven in Clifford's Inn no. 15, Londen, tot den dood van zijn vader in 1886, toen hij het financieel ruimer kreeg.

Het Australische schapenavontuur is zijn eenige „business" geweest in zijn leven; sindsdien „liefhebberde" hij in literatuur, schilderkunst, muziek, philosophie en biologie tot zijn dood in "1902.

„Liefhebberen" was het, volgens hemzelf tenminste. Maar het resultaat er vaa is ernstig werk geweest van vèr-dragende beteekenis.

In 1872 pubhceerde hij Erewhon. De naam is een omzetting van „nowhere", nergens. Het beteekent dus zoo iets als „Nergenshuizen" en is een soort van Utopia: een land der fantasie, waar zijn vernuft speelt met denkbeeldige toestanden, zooals hij die zou willen hebben, of bespottelijk wil maken.

En nu is het merkwaardig, dat in een tijd toen Nietzsche nog niet zoover was, 'Samuel Butler in Erewhon reeds den oorlog verklaart aan het zwakke. Ziekte en armoede worden ia Erewhon beschouwd als een misdaad tegen de maatschappij en als zoodanig gestraft. Een van de Erewhoniaansche rechters vat zijn requisitoir tegen een man die terecht staat wegens longtering als volgt samen:

„Gij zegt misschien, dat het uw gehuld nieit is. Het antwoord ligt voor de hand, en het komt hierop neer: als gij geboren waart uit gezonde en welgestelde ouders, en als kind goed verzorgd waart geworden, dan zoudt gij nooit hebben overtreden tegen de wetten van uw land, en u thans niet in deze onteereade positie hebben bevonden. Als gij mij zegt, dat gij uw ouders en uw opvoeding niet hebt gekozen, en dat het daarom onrechtvaardig is u daarvan een grief te maken^ ^an antwoord ik, dat hetzij uw teringachtigheid uw fout is of niet, het een fout is in u, en het rnijn plicht is, ta zorgen dat tegen fouten als deze het gemeenebest wordt beschermd. Gij moogt zeggen, dat het uw ongeluk is misdadig te wezen; 'ik antwoord dat het uw misdaad is, ongelukkig te zijn".

Ik geef dit als ©en specimen van Butlers toon_, die ons al aanmaant voorzichtig te zijn met onze conclusies, maar wanneer we ook bij Butler „schrift met schrift" vergelijken, dan zijn we gerechtigd tot .de slotsom, dat Butler een ïond van waarheid zag in de redeneering van dezen merkwaardigen rechter: een vergiftige slang, zou Butler zeggen, moge aanvoeren, dat hij het niet helpen kan, dat hij vergiftig is, — w.ij dooden hem toch maar.

De Italianen spralcen naar Butler's hart, waai' zij den toestand van iemand, die door het ongeluk is getroffen, in hun taal aanduiden als „è sta to disgraziato".

Behalve Nietzschiaansche denkbeelden ten opzicht© van wat ziek en zwak is, huldigen deErewhonianen reeds in 1872 de hyper-moderne theorieën over schuld ©n straf. Wat in den regel misdaad wordt genoemd, is dat niet, maar een ziekte. Dus ziekte is een niisdaad en misdaad is een ziekte. Derhalve worden misdadigers gegeven in handen van zielsdokters, die hen moeten trachten te genezen. Dat lijkt dus al iets op de Freudiaansche zielszorg, al zijn we hier nog niet aangeland bij de psycho-analyse.

De amateur-bioloog Butler maakt© zich de toenmalige wetenschappelijke wereld in Engeland ten vijand, door een scherpen aanval op Darwin.

De kwestie, di© Butler stelde, was: gaat de evolutie den weg der bestendiging van kleine toevallige variaties, en is zij dus in den grond blind-meohanisch, èf is er „voorzorg" in de ontwikkeling, komen veranderingen tot stand door het beantwoorden aan een behoefte? Butler verdedigde heftig de laatste, vitalistische opvatting, tegenover de mechanistische van Darwin. Succesvolle organen, doeltreffende gewoonten, te voorschijn geroepen door behoefte, worden voortgeplant door wat hij noemt „onbewust© herinnering", d.w.z. de drang in ©en organisme — dat in wezen niet anders is dan een verlenging, in den voortstuwenden levensstroom, van zijn voorouders — om te reageeren zooals zij reageerden op gelijksoortige toestanden.

Hebben we hier niet iets als een pr©ludium op de theorieën van Bergson en andere „Lebensphilosophen" van onzen tijd? En staat niet in 't algemeen ook 'de moderne biologische wetenschap op het punt in kwestie meer aan de zijde van den amateur Butler, dan aan den kant van den.grooten Darwin?

In verband m©t het bovenstaande staat mede Butler's mythologie van de Ongeborenen in zijn boek Erewhon. Butler was, evenals Weissmann, van meening, dat de kiem een bestaan heeft, onaf­

haiikelijk van het organisme, waarin zij zich bevindt, m. zich voortzettend van generatie tot generatie. Het organisme is voor de kiem het middel om te bestaan, en om zichzelf voortgeplant te krijgen. , , Een kip is slechts het werktuig van een ei om een ander ei te maken". Het springt in het oog, 'dat het voor de kiem van Tiet grootste belang is, om een gezond en sterk organisme tot haar dispositie te hebben; zoo wordt het ras veredeld, ook van de mönschen (eugenistiek) en kan men komen tot den krachtmensch a la Nietzsche; is het nog wonder dat zwakte en ziekte een zonde tegen de menschheid zijn?

In Erewhon nu wordt dit alles phantastisch voorgesteld.

De Erewhonianen meenen, dat de Ongeborenen, _ die reeds bestaan in een eigen georganiseerde en' bewuste wereld, trachten zichzelf te doen geboren worden, gedreven als ze worden door een zekere onrust en nieuwsgierigheid omtrent deze tijdelijke wereld. Zij worden een soort van blinde impuls, die twee getrouwde (en soms ook ongetrouwde) meoaschen kwelt, totdat zij (de Ongeborenen) er in slagen, zich geboren te krijgen.

Hoe bizar de omlijsting in Erewhon ook moge wezen, we hebben hier een grondgedachte, die voor Butler bittere ernst was, en die hij op schitterende, maar noodlottige wijze heeft belichaamd in zijn posthume roman The Way ot all Flesh (= De Weg van alle Vleesch), die in 1903 verscheen.

Een der hoofdproblemen die zich daarin toespitsen tot een stuk leven van geweldige realiteit is de verhouding tusschen ouders en kinderen. En de leidende gedachte daarbij — die ons, in het licht van wat boven gezegd is, niet vreemd meer voorkomt — is, dat de ouders er eenvoudig zijn ter wille van de kinderen. Het is absurd om van de kinderen dankbaarheid of gehoorzaamheid ten opzichte van de ouders te verwachten, veel meer nog om die te eischen. Het „Eert uwen vader en uwe moeder" is de Puriteinsche en dus Farizeeuwsche omkeering van de natuurlijke orde der dingen. De ouders hebben zich te buigen voor de majesteit van het kind. Niet Ellen Key heeft „de eeuw van het kind" ingeluid, maar Samuel Butler, de auteur van Erewhon en The Way O'f all Flesh, de verbitterde bestrijder van het Christendom en de Christelijke verhoudingen in het gezinsleven. Het Christendom is voor hem Puritanisme, het Christelijk gezin het Puriteinsche gezin, en in bestrijding van het Puritanisme doet hij in felheid niet onder voor zijn zeventiende-eeuwschen naamgenoot Samuel Butler, den auteur van Hudibras.

Of ik dan Theobald, den vader van den held van het boek, Emest Pontifex, ook maar bij benadering het ideaal van een Christelijk huisvader vind? Natuurlijk niet. Mijn be'zwaar is juist, dat Butler van hem een karikatuur heeft gemaakt, die hij voor representatief doet doorgaan.

En het ongeluk is dat, terwijl niemand meer zal ontkennen — maar daar staan we ook zooveel verder af! — dat de oude Butler's Sir Hudibras een karikatuur is van den Puritein der 17e eeuw, de 20e eeuw The Way of all Flesh heeft aanvaard als een in hoofdzaak juiste veroordeeling van de Christelijke gezinsverhoudingen, terwijl het er een tot onherkenbaar wordens toe verwrongen karikatuur van is, nog veel erger dan het eerste deel van Jo van Ammers-Küller's Opstandigen ten onzent.

Ontzaglijk groot is Butlers funeste invloed geweest op het denken van zijn volk, op de Engelscheen daardoor op de wereldliteratuur, en zoodoende op de opvattingen in de heele moderne wereld.

Zijn leerling ^era-aJ^f^ Shaw — die genoemd is het gepolijste koper, waarin het licht van Butler zich weerkaatst — heeft Butlers gedachten gepropageerd op zijn eigen grillige, dikwijls onovertroffen geestige wijze. Galsworthy's A Family Man is een zwakke weerspiegeling van Butler's The Way of all Flesh.

Afbraak van het gezin, van het gezag, van de kerk, van dan godsdienst — welke alle in Butlers oeuvre in den grond worden aangetast — zijn in de moderne literatuur aan de orde van den dag.

En nu is het verre van mij, om dat alles op de debetzijde van Butler te schrijven — dat zou al te naïef zijn. Maar hijzelf, die in zijn opvattingen nog vijandig tegenover zijn tijdgenooten stond, heeft het gezegd, dat hij voor het nageslacht schreef. En dat is, helaas, bewaarheid geworden.

Hij is een exponent van de moderne mentaliteit.

Nogmaals, helaas.

Nog één woord wil ik zeggen over Butlers ideeën over God en godsdienst en onsterfelijkheid.

Wat deze laatste betreft, voor Butler bestond ze in het voortleven van iemands persoonlijkheid of ideeën in degenen, die hij beïnvloed heeft. Zij werken met die gedachten, die denkbeelden; zij werken voor hem als het ware, nadat hij gestorven is; of, beter gezegd, hij leeft en werkt in hen voort.

Zooals nu anderen in onze persoonlijkheid kunnen intreden, en, daarin en daarmee werkende, die tot een vollere persoonlijkheid kunnen ontplooien, zoo werken wij allen en al wat leeft samen om te vormen een totale persoonlijkheid, die hij meent God te kunnen noemen.

Wie indertijd mijn artikel over The World of William Clissold van Wells gelezen heeft, zal zich misschien herinneren, hoe ik er toen op gewezen heb dat bij Wells een dergelijke „gods"beschouwing wordt gevonden. Ook hier zien we ongetwijfeld invloed van Butler.

In The World of William Clissold lezen we, dat Dr Jung, de psycho-analyticus van Zurich, Clissold meedeelt, dat Confucius al de idee van zoo'n allesomvattende, bewuste, onsterfelijke, collectieve menschelijke persoonlijkheid ontwikkeld heeft. En bij Nietzsche's Uebermensch zou men ook aan iets dergelijks moeten denken.

Ik herhaal, wat ik aan het slot van het bedoelde artikel zei: „Het is L'Humanité van Comte met een troon op! Een geanthropomorphoseerd Pantheïsme.

Dat is de uitkomst, wanneer de mensch zichzelf, in eigen kracht, volmaken wil. Zijn eigen heiland wil zijn. En zijn eigen god".

J. VELDKAMP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

De Weg van alle Vleesch.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1930

De Reformatie | 8 Pagina's