GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vota liturgica.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vota liturgica.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De liturgiek staat bij ons wel in het teeken van de belangstelling. We hebben straks op de synode een lijvig rapport inzake den eeredienst en de formulieren te behandelen.

Over die rapporten willen wij nu evenwel niet spreken.

We vertrouwen wel — vooralsnog tenminste — dat de synode wijze besluiten zal nemen.

Ik wenschte wel, dat men méér vertrouwen had in de synode en in de leidingen Gods met onze kerken, dan in den laats ten tijd bij sommigen aanwezig schijnt te zijn.

Maar ook daarover willen we niet spreken.

Er is ten opzichte van verschillende vraagstukken zoo weinig opvoedende beïnvloeding van wat we zouden willen noemen: „het besef der gemeente".

Allerlei reformatorische maatregelen zijn weliswaar gewenscht; zijn dikwijls noodig; raaar de eisch is toch zeker niet ongewettigd, dat er ook zorg gedragen worde voor een juist i n z i o h' t Mj de gemeenteleden.

En nu is er allerlei, dat zeker geen gunstigen invloed heeft.

We zouden het kunnen noemen: „de liturgische nonchalance".

Enkele voorbeelden:

Er wordt een kind gedoopt; na den doop geeft de dominee op „te zingen" „Psalm 87:4 — God zal hen (soms veranderd in „hem" of , , haar") zelf bevestigen en schragen"... en men léért de gemeente op die manier een slordig exegetisch geweten te koesteren, en te denken, dat het met de toepasselijkheid van een „psalmveersje" er niet zoo precies op aan komt. Want Psalm 87 is de psalm van de heidenen, die bij Israël worden ingelijfd, en zeker niet een psalm voor de verbond skinderen, die gedoopt worden I

Maar het schijnt, dat velen daarop niet achten.

Een ander voorbeeld.

We hebben in onze kerken een „collecte", 't Zij dan voor de „armen", 't zij voor „kerk" en „armen". Die „collecte" is een afzonderlijk deel van den eeredienst. Het is de manifestatie onzer dankba, arheid. En b ij z a a k is het, dat tijdens die collecte wordt „gezongen" of (zooals op een enkele plaats) wordt „orgel-gespeeld".

Maar hoe dikwijls heet het nu niet: „we z'ullen zingen... en intusschen (of: onderwijl) wordt u gelegenheid gegeven uwe gaven uit .te reiken" (of iets dergelijks).

Dat is verbreking van het liturgisch besef.

Dat is averechtsche opvoeding.

Het behoort immers te zijn: „we verrichten den dienst der offeranden... en terwijl we den Heere onze gaven wijden zingen we..."

Of is het teveel gevraagd, indien we verwachten van onze Dienaren des Woords, dat zij ook in den vorm het beginsel onzer Liturgie laten spreken?

Daar is iets anders.

Er zijn nog altijd kerken, waar men den dienst niet aanvangt met votum en zegenbede, maar met een psalmvers. Dat is eigenlijk niet juist.

Maar stel, dat men dat nu per sé wil — om welke reden dan ook, dan is het toch zeker ongereformeerd om te zeggen: „vangen we ons godsdienstig samenzijn aan met het zingen van..."

We vangen met dat versje een „bijeenkomst"-aan, een „godsdienstig samenzijn" (o, term uit de dagen van het rationalismeI); maar niet den dienst des Woords. Die vangt aan met de plechtige öpeniïvg., in, den Naam des Heeren. , , : • SSf^& simm

Want de Heere komt met Zijn gemeente samen.

Onze God vergadert met Zijn volk'.

Een „godsdienstig samenzijn" hebben de menschen, als ze op eigen gezag wat stichtelijk samenspreken.

Het moet in heel den eeredienst uitkomen, dat „dienst des Woords" iets anders is.

Het liturgisch besef moet evengoed besef worden gekweekt. als elk

En ook hier gaat het om h e i 1 i g e dingen.

Volksopvoeding is beter dan allerlei propaganda, die bij gelegenheid wordt gevoerd, ook voor verandering in den eeredienst; al is die verandering dan ook nog zoo grool een verbetering.

Ook ten opzichte van het liturgisch inzicht en ten opzichte van de liturgische practijk valt er nog heel veel te reformeeren.

We zijn er van overtuigd, dat allerwege de bereidwilligheid, ook in dezen, groeiende is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Vota liturgica.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 1930

De Reformatie | 8 Pagina's