GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Werkstaking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Werkstaking.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Dagen van arbeidsconflict en staking blijven immer voor den Christen moeilijke dagen. Voor de partijen, die bij het conflict betrokken zijn, de patroons en de werklieden, wel het allereerst.

Daar dreigt niet alleen ernstige materiëele schade, daar worden ook door het conflict banden

verbroken op een wijze, die menigeen groote smart berokkent.

De toekomst van een onderneming kan er bij op het spel staan, de concurrentie-mogelijkheid

van heel een bedrijf, maar evenzeer de levensmogelijkheid van enkele of van vele arbeiders.

Niet ieder voelt de bangheid van deze conflicten even diep, maar het aantal van hen, die er mee tobben, die er onder gebukt gaan, is toch veel grooter dan men denkt. De bijzondere verhoudingen, die er in menige onderneming trots alle levensverzakelijking gelukkig nog gebleven zijn, maken voor velen een stakingsperiode tot den moeilijksten tijd van hun leven.

Maar ook zij, die niet persoonlijk bij het conflict betrokken zijn, althans niet wat de directe gevol­ gen betreft, hebben het in dagen van economischen strijd lang niet gemakkelijk. Wij> denken allereerst aan de leiders der Christelijke Vakorganisaties. Men heeft wel eens de voorstelling gelezen, dat dezen in het algemeen stakings-maniakken zouden zijn, dat ze van conflicten moeten leven, maar dat is een zoo oppervlakkige redeneering, zoover van liet leven af geschreven, dat wij daaraan geen woord hoeven te wijden.

Een organisatieleider, die weet dat het naar een conflict gaat loopen, is in den regel heel wat bezadigder, dan velen onder zijn leden. Hij weet, dat hij de verantwoordelijkheid draagt voor honderden. Dat elke fout die hij maakt tal van gezinnen kan benadeelen. Dat het mislukkei^ aan hem kan^ moigelijk ook zal geweten worden.

Hij weet, dat hij in deze zaken voor God recht moet staan. Dat hij te zoeken heeft naar den vrede in het bedrijfsleven. Dat hij geen avonturen mag najagen. Dat hij alleen mag verdedigen, wat rechtvaardig en alleen kan zoeken, wat bereikbaar is. Onder dezen last hebben velen zich gebogen.

En wederom ook voor de ambtsdragers in de Kerk des Heeren zaï, als zij het natiw nemen met de zorg voor de zielen, een tijd van conflict een zware tijd zijn., Het conflict in zichzelf is al van zoo groote beteekenis. Maar daaromheen komen nog zooveel omstandigheden, die vooral naar buiten, den toestand verscherpen. Daar is het posten, het volgen, dat voor den buitenstaander zoo heel spoedig op hinderlijk volgen lijkt.

Daar is de toon in het onderling gesprek, daar is de geest van verzet, die zoo dikwijls, vooral de jongeren aangrijpt, daar is de zorg in de gezinnen, de verbittering als het misloopt soms, de haat, die tot uiting komt in woord en ^gebaar.

Dan komt het Avondmaal en de vraag óf men Avondmaal vieren kan, of nien tot het Avondmaal toelaten mag, die met hun naasten in openlijk conflict zijn gekomen?

En dan is daar ook nog de predikant, die, als eiken Zondag, het Woord heeft te bedienen. Moet hij, zooals wij dat eens hoo> rden uitspreken, het evan_gelie prediken zonder meer? Of moet hij ook in de prediking toonen, dat hij weet van het conflict, dat ook een deel van zijn gemeente beroert en zoo wij hopen ontroert?

Moet hij, indien hij een uitgesproken meening heeft, partij' kiezen en dat laten merken in de prediking ?

Moet hij, zooals men dat in sommige kringen noodwendig schijnt te achten, in elk geval naast de arbeiders gaan staan om deze niet van de Kerk te vervreemden? Of heeft hij, zooals anderen oordeelen, tot eiken prijs het gezag van den werkgever te schragen?

Wij zouden de vragen kunnen vermenigvuldigen. Daarom leek het ons goed over dit belangwekkend maatschappelijk verschijnsel enkele opmerkingen te maken. We stellen ons niet voor, dat wij, daarmede alle moeilijkheden zullen oplossen. Zelfs hebben wij geen oogenblik de illusie, dat wij alle lezers zullen bevredi, gen.

Maar wij komen in ons leven, ook in het leven der Kerk met deze dingen in aanraking. En wij hebben soms partij te kiezen. Wij dienen dit dan te doen met volle overtuiging.

Een sleutel, die op alle sloten past is natuurlijk niet te maken. Elk conflict heeft haar eigen oorzaken en haar eigene, meestal ook eigenaardige, aspecten.

Zonder studie, zonder informatie, zonder belangstelling komen wij er nooit. Waar het gaat om groote economische belangen, waar het gaat om het heil der zielen, is de zaak onze studie en arbeid en belangstelling ook wel waard.

Het ligt in ons voornemen iets te schrijven over het wezen der werkstaking; over het standpunt, dat de Christelijke arbeidersbeweging ten opzichte van dit maatschappelijk verschijnsel inneemt; over de verkeerde practijken, die in dagen van conflict zoo gemakkelijk insluipen en de zielen kunnen schaden, en over de moeilijkheden, die zich daarbij voordoen ten opzichte van prediking en zielszorg.

Wij bepalen ons daarbij tot de economische conflicten. Het zijn immers deze stakingen alleen, met welke de Christelijke vakorganisaties te maken hebben en waarbij ze herhaaldelijk partij zijn. Natuurlijk kunnen christelijke arbeiders ook wel eens, huns ondanks, in moeite komen met z.g. solidariteitsstakingen, of sympathiestakingen. Maar deze vorm van staking wordt in de kringen der Christelijke vakbeweging terecht veroordeeld.

Niet anders staat het met de politieke staking. Van meet af hebben onze christelijke arbeiders daartegen positie genomen. Ze hebben het niet gelaten bij resoluties en woorden, ze hebben dat ook getoond met de daad. Wij hebben maar te herinneren aan 1903 en aan het pogen 'in 1918.

De politieke werkstaking is in wezen „revolutie". Het is de poging om langs illegalen weg te bereiken, wat langs wettelijken weg niet te verwezenlijken is. Het is de poging om door economische ontwrichting de overheid te dwingen iets te doen o'f te laten, wat deze meent dat gelaten of gedaan moet worden. Het is de dienaresse Gods verlagen tot een dienstmeid van het volk.

Hier liggen de moeilijkheden niet. Hier kan voor een christenarhgi(ler het martelaarschap liggen. maar nooit iets anders. Want krachtens zijn belijdenis van de plaats en roeping, van het gezag en de eere der Overheid, zal hij te vinden zijn in de voorste gelederen dergenen, die deze revolutiepoging 'trachten te breken. •

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Werkstaking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1931

De Reformatie | 8 Pagina's