GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De tweede dood.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tweede dood.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En de dood en de hel (de hades) werden geworpen in den poel des vuurs; dit is de tweede dood. Openb. 20 : 14.

Indien wij het als een paaschzegen begroeten, dat aan den dood en het graf de tanden uitgebroken zijn, en indien dit in den bijbel nu genoemd wordt: tweede dood, dan verdient die tweede dood den schoonen en verschrikkelijken naam van: paaschb e s 1 u i t. Kroon op Paaschfeest. Wie Paschen vierde, mag zich aan die gedachte niet onttrekken.

De tweede dood ontvangt zijn naam in tegenstelling met den eersten. In ons vers, dat volgens vele handschriften alzoo te lezen is: „dit is de tweede dood, de poel van het vuur (of: de vuurpoel)", wordt de tweede dood kortweg vereenzelvigd met den vuurpoel. Hier beteekent dus de naam „tweede dood" een stajat van dood, een toestand van dood-zijn. Andererzijds kan 'het woord de „tweed© dood" ook het komen in dien toestand aangeven; dit blijkt niet alleen daaruit, dat in hetzelfde vers met de naamgeving „de tweede dood" ook het feit wordt aangekondigd, dat de dood en de hades in den vuurpoel geworpen worden. Het wordt ook duidelijk, als men let op de parallel: eerste dood, tweede dood—eerste opstanding, tweede opstanding. De „eerst© opstanding" is d© overgang van den gestorven geloovige, in het uur van zijn verlating van de aarde, tot den Christus, de „tweede", komt met de parousie. „Opstanding" nu duidt allereerst een feit van opstaan aan. Maar gelijk in Openbaring 20 het woord „opstanding", behalve dan dat feit van opstaan, óók aanduiden wil wat op dat feit volgt, d©n toestand dus van het opg©staan - z ij n, zoo kan ©veneens d© naam „tweed© dood" aanduiden zoowel het komen als het z ij n in den vuurpoel.

Dood en hades nu (hiermee zijn bedoeld de eerste dood, d.w.z. de uittreding uit dit tijdelijke leven, en het daardoor komen in den sjeool, of hades) worden in den vuurpoel g©woirpen, als niet tot Gods oorspronkelijk scheppingsplan t© rekenen. Al wat den vuurpoel ingeworpen wordt, wordt niet meer tot het kosmisch geheel gerekend. De tweede dood beteekent: het niet meer tot den Coetus (vgl. ons voorgaand hoofdartikel) van den Kosmos ooit t© kunnen opgaan. D© liederen hammaaloth zijn, voor wat den tempel der genade betreft, voor wat het huis der bijzonder© genade en openbaring aangaat, verworpen; nu wordt niet all©en d© opgang tot den tempel der bijzonder© genade, doch ook tot hetgeen vroeger tempel heette van de algemeen© genade ©n openbaring gansch en al ontzegd.

Niet alleen buiten de kerk, ook buiten de natxiur te staan; niet slechts het goddelijke, ook het humane, zelfs het creatuurlijke kwijt t© zijn, neen, ervan geëxcommuniceerd te wezen.: tweed© dood. Wel onderworpen te zijn, van Gods zijde, aan de oer-verbaiaden van all© kosmisch be-

staan, maar zelf geen enkel verband meer kunnen leggen, ook geen kosmisch verband in ruimsten zin: tweede dood. Staan buiten de verbanden. Staan, buiten de verbanden. Congregatie zonder coetus, ook niet tot den coetus met het kleinste kosmisch leven meer bekwaam te wezen. T w é é d e d O' o d. —

Hier hangt een tweede punt mee samen: e „dood" en de „hades" zijn een tijdlang in de wereld door God geduld. Wel waren ze voor den vuurpoel bestemd, omdat ze in Gods kosmos niet oorspronkelijk gedacht zijn, maar ze werden van het moment der eerste zonde af aan tot het moment van de „tweede opstanding" toe geduld. Geduld, want niet door geweld, alleen door recht moesten zij verslagen worden, weggewerkt. Geduld — want deze wereld was de wereld van den vicieusen cirkel: ood en leven, hades en zonnestraal, ze vochten hier tegen elkander. En hielden elkaar in evenwicht. Dat was de wereld van de „gemeene" gratie. En van het „geme en e" oordeel, het oordeel, dat nog maar „gemeen" (of: lgemeen) kon heeten: et oordeel, dat, ook in het natuurlijk leven, den vloek weerhouden zag, getemperd, en verhinderd door de „gemeene gratie". Wanneer de tweede dood nu heet: en definitieve uitstooting van den eersten dood, en van den hades, dan wil dat zeggen: at het „schema" van de eerste wereld („déze wereld") is voorbijgegaan (1 Cor. 7:31). Met andere woorden: aar, waar de tweede dood is, daar is geen gemeene gratie meer. Het oordeel is er onweerhouden, gelijk, precies naar dezelfde wet, in den hemel de zegen, de genade, O' n w e e r h o u d e n zijn. De wet van het „algemeene" in het oordeel èn in de genade is nu opgeheven; ze was slechts voor een tijd den tijd gesteld. Alles is nu „bizonder", alles is het eigenlijke, in alles proeft men van de dingen de „quintessence". „Onvermengd" worden nu Gods bekers geschonken. Zoowel in hemel als in hel.

Dit is de kracht van Paschen dus: hetgeen gemengd is, wordt tot zijn onvermengden staat herleid.

Hierom zie elk op Paschen toe: omdat het leven erin doorbreekt, brengt het schifting, crisis. „Nu is het oordeel dezer wereld".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

De tweede dood.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1932

De Reformatie | 8 Pagina's