GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„De Geschiedenis der Godsopenbaring op onze Scholen.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De Geschiedenis der Godsopenbaring op onze Scholen.”

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Gereformeerd Schoolverband blijft zich verdienstelijk maken mede door zijn publicaties „Voor Opvoeding en Onderwijs". Nu weer verscheen van Ptof. Dr A. Noordtzij een brochure onder de boven afgeschreven titel. Hij is van meening, dat we liever niet moeten spreken van Bijbelsch© geschiedenis of van Heilige geschiedenis, ma'ir van de geschiedenis der Godsopenbaring. Hij meent, dat we dan beter weergeven, wat de geweldige inhoud is van wat wij onze kinderen hebben te brengen.

Al dadelijk wijst de schrijver op een tweetal gevaren: Ie. het lukt ons niet altijd, het historisch karakter van de geschiedenis der Godsopenbaring helder en duidelijk voor ons geestesbewustzijn t© stellen en de invloed daarvan op de door ons aan d© kinderen te vertellen gebeurtenissen goed in t© denken en 2e. verstaan we niet altijd onze dure plicht, om ons tot dit zoo geweldig teere en daarom zoo ontroerend moeilijke werk zóó voor te bereiden, dat we met een eerlijk© consciëntie ons stellen kunnen voor het aangezicht van ©en alwetend God en zeggen kunnen: „Heere, mijn God, beter kan ik het niet; wil mijn onvolmaakt werk tot eeuwigen z^en stellen zoowel voor de kinderen als voor mij".

De schrijver is ook niet tevreden met de inhoudsopgave van verschillende handleidingen. Daar heet het dan: „van Adam tot Noach, van Noach tot Abraham, van Abraham tot Mozes, van Mozes tot David enz. Menschen en nog eens menschen. Maar naar mijn vaste overtuiging zal al dadeJijfc de inhoudsopgave van ©en handleiding voor , de geschiedenis der Godsopenbaring moeten laten zien, dat ze de geschiedenis is van de zelfopenbaring Gods. Dan zal dus het eerste hoofdstuk niet moeten luiden: de Schepping, maar: „Wat God wrocht".

Ander© namen van de achtereenvolgende hoofdstukken moeten dan luiden: „Hoe ontwricht werd wat God wrocht". „Voortgaande ontwrichtiiig". „Een ontroerend besluit". „Hernieuwde ontwrichting". „Een eigen volk in een eigen land", enz.

Ook wil de schrijver goed doen verstaan, dat.we in de Bijbel te doen hebben met een complex geschriften van Oosterschen huize, die we slechts dan ten volle verstaan, wanneer we dat „Oostersche huis" goed kennen. En dan moet ook nog beter tot ons gaan spreken, dat die geschiedenis zich heeft afgespeeld in een bepaald land: in Kanaan. En dan moet het ons helder voor de geest staan, dat Kanaan de brug is geweest, waarop de volkeren der oudheid elkander hebben ontmoet. „Het heeft den Heere onzen God niet behaagd, Kanaan aan Zijn volk Israël te geven ten eimde dit volk afgezonderd te doen leven. Ook in zijn Oud-Testamentischen vorai is het Koninkrgk Gods gelijk , aan zout, dat zijn deelen moet afgeven 'op gevaar ^af zelf zouteloos en op den mesthoop gc^worpen te worden; gelijk aan het licht, dat niet onder een korenmaat, maar op den kandelaar moet worden geplaatst. En wie zich de moeite geeft, kennis te nemen van wat de opgravingen ons dienaangaande hebben geleerd, die zal zien, dat we daar staan op de eeuwenoude volkerenbrug, waar te veel stroomingen zich deden gelden dan dat daar een eigensoortige cultuur zich kon ontwikkelen, waar te veel stamgroepen zich van eejj. plaatsje trachtten te verzekeren dan dat daar ©en politieke eenheid kon groeien; en die zal zien, hoe Israël tekort is geschoten in zijn taak om zegensbron te worden voor anderen, • Israël, dat altijd weer bereid was om eigen rijkdom in fe ruilen tegen anderer armoede en anderer schande verre te stellen boven eigen heerlijkheid. En wanneer g© dan ziet, dat de Heer© desondanks zijn einddoel ook met Israël heeft bereikt en Jeruzalem inderdaad gemaakt heeft tot bron van leven, dan gaat bewondering ©n aanbidding uw ziel vervullen en wordt het zielsverlangen in u wakker^ om dien rijkdom ook aan uw leerlingen te doe» zien."

De schrijver waarschuwt de> vertellers, dat ze geen kleine Lankampjes, kleine Sillevisjes, kleine Steekjes moeten worden. Het gaat om het jWoórd des Heeren en wee ons, wanneer we onze leerling©n ni©t in staat hebben gesteld. Zijne rijkdommen te zien en Zijne heerlijkheid te aanschouwen.

Daarom niet te veel geleerdheid, niet t© veel jaartallen, niet te veel bijzonderheden. Wie een boom wil kennen, behoeft volstrekt niet alle takjes en all© blaadjes één voor één te bezien. Wj© een gebouw wil kermen, behoeft volstrekt niet alle steenen te bekijken. Slechts moet het oog open zijn voor de groote gedachte, die den bouwmeester heeft beheerscht. En dan moeten we de kinderen laten zien, dat het gebouw van de Zelfo: penbaring Gods rust op ©en duidelijk omschreven fundament, dat de volgende trekken vertoont. „Ten eerste, dat de Heere onze God door eenzelfde scheppingsdaad twee werelden in het aanzijn riep: de hemelwereld en de aardwereld. Ten tweede, dat de mensch op die beide werelden is aangelegd en alleen in de harmonie van die beide werelden tot de volle ontplooiing van zijn wezen komt. ï«n derde, dat er eerst harmonie heerschte tusschem. die beide werelden. Ten vierde, dat de mensch, die harmonie verstoorde voor zich en voor do wereld, waarin hij op aarde leefde. Ten vijfde, dat God toch weer door Zijn onbe> grijpelijke genade '©n Zijn onpeilbare liefde de volkomen harmonie tusschen hemelwereld en aardwereld wil verwerkelijken, opdat Hij in die eenheid de volle uitstraling zou doen zien van Zijne deugden en volmaaktheden."

Ik m©en genoeg gezegd te h©bb©n, om t© doen zjen, dat we hier met een rijk boekje te doen hebben. Graag zou ik het zien bestudeerd door allen, die de geschiedenis der Godsopenbaring hebben te behandelen. De vertelling zal er door winnen aan diepte en men houd© zich overtuigd, dat de leerlirigen van onze hoogste klassen het zeer goed verstaan, wanneer wij laten zien, dat

de pijbel ons maar niet geeft de geschiedenis van wat ^enschen, maar ons voor oogen schildert de rgke Zelfopenbaring van Hem, die in Christus alle .dingen nieuw maakt.

G. MEIMA.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

„De Geschiedenis der Godsopenbaring op onze Scholen.”

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's