GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Die Heilige Stadt” van Walther Böhme door „Halleluja” te Rotterdam.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Die Heilige Stadt” van Walther Böhme door „Halleluja” te Rotterdam.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Het lijkt me voor dirigenten als Tobé, die al jaren en jaren met een bepaald koor werken, veel en veel moeilijker om in de richting vanreportoireveniieuwing eu - uitbreiding iets te doen dan voor koorleiders wier eigen muzikale opleiding dateert uit later tijd.

Onze koren stonden vijftig jaar geleden aan het begin van een e..igen. Christelijke muziekcultuur, en hebljen onder hun vaak slechts gebrekkigngeschoolde leiders hard gewerkt om het tegenwoordige resultaat te nereiken.

We kunnen niet dankbaar genoeg zijn, dat zulke koren en zulKe dirigenten in hun lijd met zijn eigen eischen gedaan hebben wal ze konden.

En we mogen er wel een open oog voor hebben, als een vijf lig jaar bestaand koor onder leiding van een dirigent die reeds zevenentwintig jaar den staf zwaait, in dezen lijd een eerste uitvoering in Nederland aandurft van een oratorium, buiten het traditioneele repertoire om, zelfs al zou een herhaling achterwege blijven.

En dal de wijze van uitvoering zoo was, dat wc het stuk behoorlijk konden leercn kennen, is des te prettiger.

Ziedaar de reden waarom we thans gaarne „Halleluja" en zijn leider H. H. Tobé ook in deze muzikale kroniek een dubbelen gelukwensch doen toekomen.

Daarom ga ik ditmaal het Te Deum van Brucker, dezenzelfden avond ten gehoore gebracht, oorbij. Dil kwam trouwens in de uitvoering lechts fragmentariscli tot zijn recht.

„Die Heilige Stadt", gecomponeerd door Waltlier Böhme als opus 30, vorderde de meeste aanacht op hel feestconcert, en de uitvoering daaran was toch wel de muzikale daad van den avond, mede door de wijze van vertolking.

De componist werd 6 September 1884 te Leipzig geboren. „Na zich voorbereid te hebben voor het leraarsambt" — ik citeer het overzicht, in hel programma opgenomen — „besloot hij in 1908 ami het Leipziger Conservatorium muziek te studeren. Van de tijdens zijn leerlijd aan het Conservatorium ontstane werken ontving hij voor een Syniphonische Suite voor groot orkest het Nikisch-Stipendiuni. Böhme is thans te Reichenbach (Vogtland) woonachtig en is daar zangleraar en Kantor aan de Peterpaulkirche. De tekst van „Die Heilige Stadt" heeft de componist zelf samengesteld uit de Heilige Schrift en religieuze gedichten.

Jeruzalem" ligt vóór ons op de heilige berg Sion. De componist voert ons naar plaatsen als de tempel, de Gouden Poort, de Via Dolorosa, Golgotha, het heilige graf, bijzondere gedeelten samengeweven met" de geschiedenis van onzen Heiland.

In het eerste deel tekent hij ons de heerlijkheid y^n het oud-teslamentische Sion en laat ons in hel achtste deel de puinhopen der verwoeste stad zien, om dan in het laatste deel, het negende, hel in visioen geziene beeld van hel Hemelse Jeruzalem voor ogen te stellen. Als een rode draad gaat door liet gehele werk het leven en lijden van onzen Heiland en hel slot geeft op de puinhopen van hel aardse Jeruzalem de Christen uitzicht op de onvergankelijke stad in glansrijke schoonheid".

De negen „momenten" die in overwegend „schilderende" muziek worden uitgebeeld, zijn: Sion, De twaalfjarige Jezus in den tempel, De tempelreiniging, Aan de gouden poort. Via dolorosa, Golgotha, Het heilige graf. Op de puinhoopen van de heilige stad, en Het hemelsche Jeruzalem.

Men ziet: de stof is van dien aard, dat een nader onderzoek van de muzikale waarde voor een Christelijke oratorium ver eeniging gewettigd is.

Het koor zette met „Gross ist der Herr und hoch berühmt in der Stadt unsers Gottes auf seinem heiligen Berge" meteen goed in, en hield zich vooral goed in het slot van dit eerste deel: „Dass dieser Goll sei unser Gott immer und ewiglich". In het tweede deel boeide vooral de stem van de sopraan, Martha Stam, die trouwens den heelen avond uitstekend op dreef was. De andere solisten waren Suze Lugcr en Willem Ravelli, beiden welbekend. Natuurlijk goed, zou ik haast zeggen, maar niet zoo, dat ze mij in dit werk bijzonder pakten.

Een groot bezwaar van Böhmes oratorium is, dat het werk hoe langer hoe minder boeit, hoe verder men komt.

Het begin brengt onder den indruk van geschoolde toepassing van het orkest-en koorapparaat, en daarin ontbreekt het ook niet aan belangrijke motieven. Maar als we in 't derde deel luisteren naar „Es halte ein Mensch zween Söhne", — dan vragen we ons if, hoe een componist die zóó begonnen is, op die manier durft verder te gaan, zoo volkswijsachlig, zoo muzikaal-ondiep. En dan blijkt dat helaas een voorproefje van erger. In hel koor „Bringe uns, Herr, wieder zu dir, dass wir wieder heimkommen" wordt de banaliteit ten top gevoerd, zoowel in de melodie als in de harmonisatie. Zelfs in het slotkoor doen de twaalf paarlen van de poorten der Heilige Stad in de muzikale overdracht meer denken aan ordinair glas dan aan edelsteenen.

Böhme speelt met alle mogelijke stijlen en laat absoluut raden naar zijn eigen muzikaliteit. Om het niel-hoorders eenigszins overdreven duidelijk te maken: de componist beweegt zich met naieve speelsheid tusschen Wagner, Bach, Mendelssohn, enz„ en Johannes de Heer. Let wel: dil is overdreven. Maar het zegt u toch genoeg om te demon-

streeren het gebrek aan consequente doorvoering van een eigen, bij zulk werk passenden, persooniijken, tot in onderdeden argunienteerbaren stijl.

Met Hubert Cuypcrs' Kerstoratorium hebben we : iel ideaal van een modern Protestantsch-Christelijk oratorium niet bereikt. Wat niet verwonder-.ijk is. Maar met Böhnies „Heilige Stadt" zijn we .r evenmin.

Beide componisten zijn in dit soort compositie vastgeloopen op onvolkomen verantwoordbaarheid van vulgarisatie in melodie en harmonie in sommige gedeelten van hun oratorium, maar Böhme ongetwijfeld veel sterker dan Cuypers.

Bovendien weten we van Cuypers na afloop wie iüj muzikaal was, toen hij zijn opus schreef, en van Böhme hoogstens, dat hij zichzelf nog niet gevonden had, of weer kwijt was.

Of deze meening veranderen zal na een her .laling?

In ieder geval was hei interessant dit werk i ens te hooren uitvoeren, vooral in aanmerking i^enomen de buitengewone moeite die men heeft om belangrijk en goed modern werk te vinden oor onze Christelijke oratoriumvereenigingen.

Ik heb den indruk gekregen, dat „Halleluja" voor de vertolking hard gewerkt heeft, en niet lieeft gespeculeerd op de haast traditioneele welwillendheid, waarmee bij een jubileumconcert zoo \aak geschreven wordt: „Hartelijk gefeliciteerd, t-n over de prestaties zullen we vandaag maar niets zeggen".

De heer Tobé zal niet verwachten, dat ik over alle onderdeden de loftrompet zal steken. De slot-toon van het eindkocr zal hèm ook niet het zuiverst geklonken hebben dank zij de ietwat roekelooze opstuwing aan het eind door den componist na een paar uur hard zwoegen. De inzetten van het mannenkoor waren weifelend. En zoo zijn or nog wel enkele dingen te noemen, die verbeterd kunnen worden.

Die verbeterd liunnen worden, als de muzikaalsterke leden van het koor die critiek hebben — ik weet dat ze er zijn — niet wegloopen, maar hoe langer hoe meer degelijke krachten aan hun (haar) vereeniging toevoeren.

En dan zij men zich in de Rottestad bewust van zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van een koor als „Halleluja", dat onder een geloovig leider zijn naam „Christelijk" niet draagt als een ornament, waarmee men eigenlijk verlegen zit, doch waarvan geestelijk en muzikaal het beste gehoopt mag worden, zoolang en in zooverre als het met geloovige energie in de toekomst aan zijn roeping werkt.

Hulde voor hel initiatief en de uitwerking van het feestplan!

JOH. LUIJKENAAR FRANCKEN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

„Die Heilige Stadt” van Walther Böhme door „Halleluja” te Rotterdam.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 1934

De Reformatie | 8 Pagina's