GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Hope Israëls.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Hope Israëls.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is in de dagen, voordat Jezus geboren wordt, in Israël een verwachting van den Heere en van zijn Messias.

Zoodoende zijn die dagen de tijd van de Messiaansche bewegingen onder de Joden in Palestina.

Deze bewegingen zijn geconsolideerd in twee groote stroomingen, die van het Farizeisme en het Zelotisme. Het Farizeisme heeft dan reeds een geschiedenis. Als geestelijke beweging met een bepaalde doelstelling wortelt het in de worsteling der oudste Makkabeeën met het acute helleniseeringsgevaar, dat dreigde van den kant van Antiochus Epiphanes. De partij der farizeeërs is van jongeren datum. Maar de partij ontstaat door het teruggrijpen van een groep, die zich afscheidt van de rest der bevolking, naar tendenzen en aspiraties, die den Makkabeeschen strijd in zijn aanvangen beheerschten. i)

Tegenover den wil van Antiochus Epiphanes, om het Joodsche volk te zegenen met de hellenistische cultuur, hebben vele Joden zich teruggetrokken op wat zij de specifiek Joodsche cultuur achtten. Ze hechtten zich vast aan hun „wet", en dan vooral aan de opvolging van die geboden dezer wet, die hen onder andere volken specialiseerden; de geboden van besnijdenis, sabbatviering en 't gebruik van .spijs en drank.

Herwonnen zelfbewustzijn greep hier naar de middelen tol vormgeving aan het eigene, dat hen van de hellenistische wereldcultuur onderscheidde. Het heeft zich in het farizeisme altijd gewroken, dat men zijn strijd gevoerd heeft als apologie. Men heeft zich 't vecht-terrein door zijn opponenten laten dicleeren.

Men had in dien grooten strijd tegen de hellenistische tendenzen een wapen noodig. En 't wapen, dat hel volk het meest toesprak, was „de wel". Reeds uiterlijke gehoorzaamheid aan haar gaf een sterke stelling tegenover den dreigenden vijand. God had men in dien strijd slechts noodig als degene, die de sanctie dan het wapen gaf; en die eens vergelding doen zou naar het al of niet ; trouw gebruik van dat wapen.

Zoo vormt zien het farizeisme als geestelijke i beweging. Hel krijgt dan als partij ook zijn geschiedenis. Dan blijkt het in politieke kwesties van den dag een eigen houding te kunnen kiezen. Doch later, als het uit de politiek zich lang reeds teruggetrokken heeft, en nog weer later, wanneer het politiek bestaan van 't Joodsche volk een eind gevonden heeft, is het nog steeds belast met de gebreken, die het had in zijn geboortestond. Het is ook dan nog steeds „de wet", en dan de wet als middel tot vormgeving aan het specifiek-joodsche, die de beweging stuwt.

Zoo tegen 't eind van de regeeringsperiode van Herodes I, dus omstreeks den tijd van Christus geboorte, komt de Messiaansche verwachting in de farizeisüsche strooming slechts zwak naar voren. In 't algemeen kan men zeggen, dat Herodes tactisch tegenover deze partij is opgetreden. En dat van hun kant de farizeeën een handige reserve tegenover Herodes aannamen.

Toch valt juist tegen 't einde van Herodes' leven ook onder de farizeeën een versterking op te merken van den afkeer tegen den koning. Herodes heeft het zeker tegen 't eind van zijn regeering niet makkelijk gehad. Bij den keizer kwam hij in ongenade; tegen de Arabieren moest hij het verliezen; een van zijn zoons kuipte tegen liem; en de farizeeën schijnen uit die situatie den moed te hebben gegrepen, om hem den gevorderden eed van trouw collectief te weigeren. Ook zijn het Farizeeërs, die zich aan profetieën wagen over den ondergang van zijn rijk en over de opkomst van een Messiaansch rijk, waarin zelfs een eunuch weer met een vrouw zal kunnen omgaan en kinderen krijgen. .(Jesaja 56:3 e.v.). Het was de eunuch Bagoas, die met deze voorspelling begunstigd werd, wat hem overigens zijn leven kostte.

Het is dus duidelijk, dat Messiaansche aspiraties leefden in dien kring op dat moment. Maar evenzeer dat hun vervulling — indien ze werd gehoopt — verwacht werd in de concrete vervorming van het toenmalige staatsbestel in een ander, even aardsch; gelijkelijk „van deze wereld”.

Zoo mogelijk nog sterker aardschgezind dan de farizeistische Messiasverwachting is die andere verwachting onder het Joodsche volk van dien tijd, die we karakteriseeren als Zelotisme.

Onder dezen naam wordt samengevat het strevan en bewegen van de menschen, die Herodes hofgeschiedschrijver Nicolaus van Damascus, en in navolging van liem blijkbaar ook Flavius Joséphus, gewoonlijk „roevers" noemt.

De historie van Herodes zit vol van expedities tegen de „roevers". Het woord duidt aan, dat in dien tijd onder de Joden — vooral in Galilea kwam het voor en in het Oost-jordaanland — benden rondzwierven, die van roof leefden. Doch daarmee is van die benden niet alles gezegd. Het waren groepen van patriotten. Hun vereenigingspunt lag in de antipathie tegen vreemde overheerschingen; tegen het toenmaals wettige gezag. Ze zijn eenigszins te vergelijken met de bende^ die David om zich heen verzameld had toen hij voor Saul vluchtte. En de smalende naam „roevers", dien men hen in hofkringen gaf, doet denken aan den schirapnaam „Geuzen", waaronder in onze vaderlandsche geschiedenis menschen bekend staan, die voor hun geloof ook allereerst met de kraclit van hun vuisten opkwamen. Herodes heeft nogal eens gebiedsuitbreiding gekregen door het optreden van zulke „roovers", die heele gebieden soms onveilig maakten. De keizer gaf hem in zulke streken gaarne de souvereinileitsrechlen, om er de rust te herstellen en te bewaren.

Van die „roovers" was Judas de Galileeër, die ook in de dagen der oensus van Cyrenius zich roerde, er een. Zij zijn de Zeloten, de ijveraars tegen het gezag der vreemdelingen, en voor den puur-joodschen staat.

Hun Messiasverwachting is al evenzeer deze wereld". „van

Wanneer nu — en daarop richt zich verder onze aandacht — 't Nieuwe Testament van de verwachting van den Christus blijken doet, m. n. in het evangelie van Lukas, worden die beide stroomingen in de Messiasverwachting die boven werden gememoreerd, geheel genegeerd. Er is een andere verwachting van den Christus dan deze. Welke is het?

Dat ze er is, die andere verwachting, blijkt uit het verhaal van Hanna, die in den tempel den Heere belijdt en daarna van Hem vertellen gaat aan „allen die de verlossing in Jeruzalem verwachten" (Luc. 2:38). Er is dus .een aparte kring van zulke menschen. En er is een sj)ecilïeke formuleering onder hen gang-

baar voor het object der verwachting: „de verlossing te Jeruzalem" of „de vertroosting Lsraëls". In dien kring schijnt m. n. de profetes Hanna een zekere vermaardheid te hebben bezeten. Wanneer Lukas zijn evangelie schrijven gaat, kan hij informaties krijgen over haar afkomst en haar leven sgeschiedenis.

De verwachting in dien kring, voorzoover we haar leeren kennen in de figuren van Zacharias en Elisabeth, Simeon en Hanna, is de oudtestamentisch-schriftuurlijke verwachting. De verhalen van de begin-hoofdstukken van Lukas hebben een Hebreeuwsch koloriet in hun stijl (b. v. „en het geschiedde") en in hun milieuschildering. Maar hier is meer dan een kleur van het verhaal. Hier is het verhaal van een geloof, dat door de Schrift zich zijn verwachtingen gehoorzaam vormen laat.

Uiteraard is dat geloof bewogen geweest over de politieke en sociale situaties van het Israël Gods. De tijd van Zacharias en Elisabeth wordt gekarakteriseerd als de tijd van Herodes I. Dan zeggen de exegeten: daar hebt ge een spoor van de historische belangstelling van Lukas. Hij brengt zijn verhaal in het raam en in het verband van de profane historie. Zoo hebben we een datum, een paar jaartallen voor het leven en huwelijk van dien Joodschen priester en zijn vrouw. Doch daar zit meer in dan dat we nu de gegevens hebben om te becijferen wanneer dat was en wat er toen verder in de wereld was. Daar zit vooral hier meer in, waar er verhaald wordt in één adem van een man, die priester in Israël was, zijn werk geregeld in Jeruzalem had en daarbij stond voor God; en van Herodes, die koning is in „Judea", koning van Gods eigen land. De concrete situatie van hun leven zal in Zacharias en zijn vrouw de verwachting hebben gescherpt.

Nog meer dan zij hadden meegemaakt, was er gebeurd in het lange leven van Hanna. Verondersteld, dat de exegese juist is, dat deze vrouw bij de voorstelling in den tempel 106 a 108 jaar oud was, dan is ze geboren in den tijd van Johannes Hyrcanus (133—104), toen de Makkabeesche macht ten hoogste was geklommen. Dan heeft ze het innerlijk en uiterlijk verval gezien van de Hasmonecsche dynastie en als een oude vrouw geleefd onder de regeering van Herodes.

Niettemin is in deze menschen het hopen op hun Messias schriftuurlijk gebleven, ondanks alles wat er aan onschriftuurlijke verwachting en beweging ouder hun volk broeide en soms oplaaide.

Er wordt ook verhaald van een natuurlijke verwachting van Zacharias en Elisabeth. Ze hadden gebeden om een zoon. Het is aannemelijk, dat dit gebed niet los heeft gestaan van hun Messiasverwachting. Immers, de mededeeling dat hun gel> ed verhoord is (Lukas 1:13) geschiedt niet in de particuliere woning van Zacharias; niet in de intimiteit van het samenzijn met zijn vrouw, maar in den tempel des Heeren. De verhooring van dit gebed is iets, dat het werk van God ter verlossing naakt De geboorte van Johannes is het antwoord van God op de bede van twee oude getrouwde menschen, maar evenzeer Zijn antwoord op de bede van den priester bij het altaar en op het neerbuigen van de gemeente in het voorhof.

Zoo is openbaar, dat ze ook hun natuurlijke verwachtingen onderworpen hadden aan de hope, die geheel hun leven leidde; de hope Israels. Ze waren ouder en ouder geworden. Hun deel, dat ze zich misschien gedacht hadden in het gaan ter verlossing, verschrompelde. Hun kans werd klein. Maar nu was daarbij iets, dat hen bovenal bedroefde. Ze werden ouder en bleven samen. Ze hadden geen kind. Zou hun geslacht zóó onder gaan? Zouden ze niet een kind hebben voor het werk Gods? Voor den tempel? Voor de verlossing, die toch eens komen zou?

Dus is alle verwachting, waaraan de Schrift in het evangelie van de ontvangenis en geboorte van Jezus, aandacht geeft, onderworpen aan de verlossing. Hier is niet het doen der menschen, waar God beloofd heeft dat Hij met Zijn daad voorgaan zal.

Deze onderworpenheid der verwachting ontneemt aan haar ook alle individualistische neiging. De blijdschap, die in de lofzangen van Zacharias en Maria en Simeon tintelt, is zoo groot, omdat God aan Zijn volk en aan Zijn Verbond gedacht heeft. Hun hope blijkt daarin te zijn niet een eigen, individueel verlangen. Ze wordt uitgedrukt in woorden, ontleend aan O. T. Schriftopenbaring.

Er is op den Christus gehoopt in het geloof aan het Woord.

Bizonder uit zich dit geloof in den lofzang van Maria. Ze doorleeft een intense vreugde aan den Messias, die in volkomen tegenstelling staat tot de concrete situaties waarin Zijn volk leeft. Hij zal niet bestendigen en vereeuwigen de beslaande toestanden, maar Hij brengt een omkeering teweeg. Trotsche plannen doet Hij schibreuk lijden, machthebbers vallen en rijken worden arm gemaakt. Daar is de erbarming, waarin God Zijn dienstmaagd in haar nederheid heeft aangezien, een teeken van. Zoo zal God zich erbarmen over het leed van Zijn volk. Want het is een harde tijd. De arme vindt er geen, die hem verzadigt; de geringe blijft eerloos.

Echter, aan de vreugde en de dank voor het vernieuwend werk van God is niet verbonden een aanklacnt tegen aparte standen of een klacht over speciale nood. De regeerende priesters, de uitbuitende stand der schriftgeleerden noch de koning of zijn hof worden zichtbaar in den lofzang. Het nieuwe zal nieuw zijn. De verwachting is een geloovige. Ze ontstaat niet uit het lijden, maar uit den wil en de belofte Gods, van ouds gedaan.

Zoo is hier een tegenstelling met de Messiaansche stroomingen van dien tijd, die óf geen verwachting eigenlijk koesteren en farizeeuwsch zelfgenoegzaam zijn, of grijpen naar zelf-verlossingen en zelf-handhaving met alle middelen, die bruikbaar zijn, de wet van Mozes zoo goed als het zwaard der Zelolen.

In tegenstelling tot dit alles is in de schriftuurlijke verwachting van den Christus geen anticipatie op de kerk, die Christus zelf vergaderen zal. Dit is zuiver leven uit het Oude Testament. Maar cUt is dan ook het bewijs, dat op den Pinksterdag dit Oude Testament geenszins gebroken, doch enkel vervuld is. De wil tot zelfhandhaving van het Jodendom en het gebruiken van de wet tot vormgeving aan het gehandhaafde is de groote vijand van het Pinksterfeest gebleken in het Judaïsme. Daarheen loopen echter de lijnen van het geloof in het O. T. niet! De chiliasten mogen toezien. Het remonstrantisme, dat onder hen gangbaar is, was immer eigen aan een verwachting der Christus (Messias)-regeering, die in het evangelie niet in tel is. De verwachting, die daar geroemd wordt, leeft uit het Verbond en de Verkiezing Gods. Én omdat ze daarvan dit verstaan heeft, dal alle „wachters", die uitzien naar de verlossing der Godsstad, niets zijn bij het groote werk, waarin de Heere bezig is en zoekt Zijn glorie en Zijn kerk, daarom kan deze verwachting, als God haar niet beschaamd heeft, roemen gaan in de vervulling. En voorts daaruit gaan léven! Wanswerd a. d. Streek.

R. SCHIPPERS.


1) Om zich dit te realiseeren, herinnere men zich, dat de antirevolutionaire partij, als poUtieke partij dateerend uit de tweede helft der vorige eeuvi', toch als geestelijke beweging haar oorsprong heeft in de eerste decennia .dezer periode.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 december 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

De Hope Israëls.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 december 1934

De Reformatie | 8 Pagina's