GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lukas 22:43.

Een Engel uit den bemel, die Hem versterkte.

Gethsemané was den Heere Jezus een geliefde plaats, waar Hij gaarne vertoefde.

Daar bevond Hij zich buiten 't gewoel van Jeruzalem in weldadige stilte. Menigmaal genoot Hij er een verkwikkende rust, na een dag van zwaren arbeid. Hoe aangrijpend is het, dat juist die schoone olijven hof Hem de plek van het bangste lijden werd, waar Hij de felste benauwing en aanvechting des satans had te doorstaan.

Die hof was als een binnenkamer, waarin de Heiland zich begaf, om in stil gebed zich voor te bereiden tot de ontzettende taak, die Hem wachtte. Welk een overgang van de liefelijke gemeenschap, aan den Avondmaalsdisch met Zijn jongeren genoten, tot de eenzame zielesmart en overstelpende zielsbenauwdheid in den hof.

Daar is de storm boven 's Meesters hoofd losgebroken, dien Hij zijn discipelen herhaaldelijk voorzegd had.

Daar werd Hem de bittere lijdenskelk, vol van den wijn des goddelijken toorns tegen onze zonde, op de hand gezet, dien Hij op Golgotha, teug voor teug, tot den bodem toe leegdi-inken moest.

Als Christus met Zijn jongeren den hof intreedt, zegt Hij tot hen: „Bidt, dat gij niet in verzoeking komt". Daarmede heeft Hij het oog, niet op menschelijke, maar op satanische verzoeking. Dat Hij in deze ure zèlf door de macht der duisternis overvallen wordt, geeft den Heere aanleiding dit woord tot hen te spreken. Want Hij weet, dat de satan niet alleen Hem, maar óók de Zijnen tot het mikpunt zijner aanvechtingen heeft gekozen.

Christus wijst hun niet slechts den strijd aan, die hen wacht, maar toont ook het wapen, waardoor zij alleen in dien kamp stand kunnen houden. Hij knielt neder en bidt. In het dagelijksch leven is een mensch, die op de knieën ligt, schier machteloos ; de christen echter is, als hij voor den Heere geknield ligt, het sterkst. Gods almachtige kracht roept hij dan over zich in.

„Vader", zoo bidt de Heiland, „of Gij wildet dezen drinkbeker van mij wegnemen!" Het woord drinkbeker duidt in de Heilige Schrift dikwijls aan, het toegewezen deel van vreugde of van smart.

Christus vraagt, of toch, indien het mogelijk was, die ontzaglijke lijdensbeker aan Hem mocht voorbijgaan. Zijn heilige menschelijke natuur siddert reeds bij de gedachte er aan. Maar tot bewijs, dat Hij volkomen bereid is, den drinkbeker te ledigen, voegt Hij aan zijn bede, als in één adem de betuiging toe: „Doch niet mijn wil, maar de Uwe geschiede".

Welk een tegenstelling is er tusschen den lusthof in Eden en den smartenhof Gethsemané. In het pai-adijs heeft de eerste Adam door daden gezegd: „Gelijk ik wil, niet gelijk Gij wilt". Daarom is hij uit het paradijs in de wildernis verdreven.

In Gethsemané heeft de tweede Adam gesproken: „Niet gelijk ik wil, maar gelijk Gij wilt". Daardoor is de donkere olijvenhof tot een poort des hemels geworden.

Als Christus in den hof neerknielt tot het gebed, laat de Heere den satan toe. Hem te verzoeken en aan te vechten. De Vader heeft den Zoon in Zijn lijden wèl verlaten, maar nimmer verschrikt en benauwd. Dat nu deed de duivel. De macht der hel wordt hier tegen Christus losgelaten. De vorst der duisternis vindt zijn grooten Tegenstander op de knieën, als een worm in het stof. En hij bespringt Hem als een brieschende leeuw.

Na de verzoeking in de woestijn meldt de Evangelist, dat de duivel voor een tijd, d.w.z. tot gelegener tijd, van Hem week, Lukas 4:13. Hij acht, dat die gelegener tijd nu gekomen is. De satan zet de afgebroken verzoeking thans voort. Echter op andere wijze. Vroeger beproefde hij Christus listig en valsch te verlokken, nu wordt Deze door hem op de vreeselijkste wijze verschrikt en van alle kanten benauwd en bekneld. Een huiveringwekkend tooneel van ellende ontrolt de duivel voor Christus' heilige oogen. Ontzettende angsten en benauwdheden grijpen den Heiland aan. Zóó zelfs, dat in Zijn neerknielen de kracht Hem ontzinkt, om zich op te houden.

Tot den dood toe bedroefd, stort Hij met het aangezicht ter aarde. Hij gevoelt, dat Hij naar

Zijn menschheid de kracht derft, om dat verpletterend gewicht te dragen.

In dat ontzettend oogenblik werd van Hem gezien een Engel uit den hemel, die Hem versterkte. Deze aangrijpende bijzonderheid wordt alleen door den evangelist Lukas vermeld. Velen hebben zich, vooral in de eerste eeuwen van het christendom, daarover bevreemd, wijl zij het als strijdig hielden met 's Heeren waardigheid. In sommige afschriften van het Evangelie is dit vers dan ook in vrome onkunde weggelaten. Evenwel wordt het door de Heilige Schrift duidelijk verklaard. Dit feit toont bij vernieuwing Christvis' wezenlijke en waarachtige menschheid.

Als mensch is Hij een weinig minder dan de engelen geworden (Hebreen 2:9), en wilde Hij in Zijn alles te boven gaande verschrikking en benauwing van een engel troost en versterking ontvangen. In de ure, toen al de discipelen door hun droefheid en zwakheid niet in staat waren, Hem eenige deelneming te betoonen, nam Hij de ondersteuning van een engel aan.

Door de almogende kracht Zijner Godheid had Christus, in dit moment van zijn grootste en diepste zwakheid als mensch, zich in één oogenbUk van allen nood en ellende kunnen ontdoen. Had Hij niet de macht, om den Vader te bidden, en Deze zou Hem meer dan twaalf legioenen van engelen bijzetten? Ongetwijfeld had de Heiland door de volheid van Zijn goddelijke mogendheden zich kunnen staande houden. Maar Hij doet geen wonderen ten behoeve van zich zelf, als Hij voor Zijn volk afdaalt in de afgronden van dood en hel.

In Zijn alle maat te boven gaande benauwdheid komt de hemel zelf Hem door een Engel te hulp. Nadrukkelijk staat er, dat van Hem gezien werd een Engel uit den hemel. In scherpe tegenstelling met satan, den engel uit de hel, die hier zoo vreeselijk rondom Hem woedt en tiert. Inplaats van bevreemding te wekken, stemt dit veeleer met de omstandigheden ten volle overeen. Een engel alleen toch kon satan tot tegenwicht dienen.

De ondersteuning, welke de Engel Hem biedt, is een geestelijke. Zij houdt de belofte in zich. dat Christus de kracht vermenigvuldigd zal worden. Hemelsche vertroosting en hemelsche versterking dalen op Hem neer.

Tot welk een heerlijken dienst is deze Engel verwaardigd! Zijn verschijning wekt in de ziel vau Christus hemelsche gedachten en gezichten, die Hem verheffen boven de pestwalmen der hel, welke Hem benauwen. Die Engel richt des Heilands blik naar den hemel, waar al de engelen en de verlosten op Hem het oog hebben gevestigd, als den grooten Strijder, wiens felle kamp beslissend is voor de zaligheid van al Gods volk.

Hij doet Christus zien, dat de hemel zelf aan zijn zijde staat, en Hem danlizegging en aanbidding zal toebrengen, als Hij straks den onvergelijkeiijken strijd volstreden zal hebben.

Die blik naar en in den hemel sterkt den Heiland, vernieuwt in Hem de kracht om zich aan de omklemming der hel te ontworstelen.

Ziedaar, welk een diepte van lijden en angst Christus voor de Zijnen heeft doorwaad. Hij heeft dien drinkbeker des toorns gedronken, opdat Hij Zijn volk den beker der verlossing op de hand zetten kon, en zij eeuwig verkwikt zouden worden uit den kelk des Hells.

O groote liefde van Christus, gij gaat alle gedachten verre te boven!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1935

De Reformatie | 8 Pagina's