GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerkelüke gedeeldbeid en Verbondsgehoorzaambeid. („Een roepstem" beantwoord.)

IX.

„Jezus Christus in het middelpunt".

We zouden, gelijk reeds beloofd - werd, thans nagaan, wat de t-weede redenaar bedoelde, toen hij niet den mensch, ook niet den gereformeerden mensch, doch Jezus Christus „in het middelpunt" wilde geplaatst zien.

Dat hij dit wilde, is ons reeds gebleken. „Eén" moeten we z.i. zijn „in den... naar Zijn Woord en Geest Beledene, die de le-vende kern der belijdenis is". Want „onze" hervormdheid of gereformeerdheid redt ons niet, die vereenigt niet, maar verdeelt". „Redden en vereenigen kan alleen de eenige Hervormer en Reformator. Niet Cal-vijn, noch Luther, maar Hij, wiens instrumenten zij slechts waren, Jezus (ihristus". „Eén in openbaring, waar wij komen om ons te scharen rondom den troon van het Lam", dat is het ideaal. Is het maar eenmaal „niet meer: wij, hervormden, of wij, gereformeerden, of wij, calvinisten", doch is het „alleen maar Hij", „dan onttroont Hij ons en drijft ons uit het middelpunt weg, zoodat het nu is: Niet meer wij, maar Hij. Wij van den troon, ook van een als troon misbruikte belijdenis".

Wij hoorden daar net van een „troon" spreken.

E^n wij leggen hier even, den vinger. Want — zien we wel, dan is hier ©en, kleine, maar niettemin sprekende discrepantie tusschen den eersten en den tweeden spreker.

De eerste had het over „de moeder".

De tweede handelt over „den troon, ".

De eerste spreker zette —practisch — die „moeder" hier op aarde.

De tweede ziet den troon in, den hemel.

En nu wordt het zaak, op te letten.

„Den troon" zag de tweede spreke)- in den hemel. „Jezus Christus in het middelpunt", zoo zegt hij, „het Lam, dat is in het midden van den troon (Openb. 5:6—14). Hij Jiet middelpunt van de 'triumfeerende Kerk, zooals Johannes op Patmos het in de geopende hemelen zag. Hij ook het middelpunt van de strijdende Kerk".

De voor onze bespreking zoo verblijdende beteekenis van deze woorden js, dat hier — anders dan in het ^eval yan de reeds besproken „moeder"-beelden bij den hemel wordt begonnen. Eerst is in de triumfeerende kerk, pas daarna en daarom is ook in de, s t r ij d e n de kerk het Lam in het middelpunt gesteld.

Maar nu moeten we ook verder.

Hoe groot het verschil moge wezen tusschen den strijd en den triumf der kerk^ het blijft in den grond der zaak één kerk.

En wijl juist in den hemel het Lam in het midden van den troon zit, daarom moet Hij daar geëerd worden. Daar en hier. Hij moet hier beneden geëerd worden „zoo ge\villig en trouw, als de engelen in den hemel doen" ^Catechismus, op de derde bede).

Zonder nu ook maar een oo_genblik de onderscheiden tusschen „beneden" en „boven" uit het oog te verliezen, merken wij toch op, dat voor een waarachtig liier-b e n e d e n^eeren van den daar-bóv-vH op den troon ziltcndca GhristuR de verwijzing naar den trouwen dienst der engelen zeer veel beteekent. Boven belijdt men; hier beneden belijde men dus ook. Roven is de mensch door de genade jn éénen geest met den ander verbonden; hier beneden sta men daarriaar ook. Boven is elk abstraheeren van de kern-belijdenis uit de periferie verdwenen; hier beneden begeere men dit ook. Boven wordt de Christus in-het-middelpunt geëerd doordat men niet van een „middelpunt" spreekt, zonder dat men eerst een k o n k r e t e n cirkel heeft aangewezen; beneden hebbe men die nederigheid ook. Boven jDeeft men Christus geëerd in den, „numerus clausus", d.w.z. in het afgesloten getal der kerkleden, men gelooft daaraan en zingt ervan; benieden doe men dan , ook geen oogenblik zóó, alsof de kerk geen „numerus clauslus" is; men late zich 'in zijn reactie tegen donatisten en wederdoopers en. Tionventikels niet tot een andere eenzijdigheid verleiden.

Ik weet het wel, .dat met deze algemeene opmerkingen nog niets bepaalds gezegd is, om de eenvoudige reden, dat men tusschen j, boven" en „beueden" het onderscheid zien en in rekening brengen moet, voor men deze algemeene grondlijnen in de practijk kan doen gelden. Maar dat doet toch niets af van het feit, dat de zeer eenvoudige opmerking toch in elk _geval nu haar plaats hier hebben mag: indien gij spreekt van Christus-in-het-middelpunt, wijs ons dan aan in welken cirkel gij Hem u denkt. Want als men van een middelpunt spreekt, en den omtrek van een cirkel niet aanwijst, dan verdwijnt zoowel de onttrek als het middelpunt. , Reeds Cusanus in de middeleeuwen heeft dat gezegd pn breed uitgewerkt.

Achtein - vyij dan een menscJi in staat, dien omtrek aan. te wijzen?

Het zij verre van ons

Maar al kunnen wij den omtrek van den cirkel niet vaststellen, niet aanwijzen, wij moetien toch i> eginnen met hem te gel o o ven en voorts ook naar dat geloof te handelen. Want hier spreekt weer de Schrift ons toe. Ze heeft ons gezegd, dat de kerk bij God bekenden „numerus clausus" heeft; ze heeft daarna ons geleerd, dat Christus Zijn Kerk (naar de verkiezing, dus tot dien „numerus clausus" toe) vergadert; vervolgens ons opgevorderd, dat wij ZijiT mede-arbeidlers daarin zouden zijn, d.w.z. dat wij de volkskerk-igedachte als qud-testamentisch in het Nieuwe Testament zouden tegenstaan met denzelfden ijver, , als waarmee Paulus in den brief aan de Galaten het hangen in het N. T. aan den schaduwdienst van het O. T. heeft veroordeeld, en ons algemeene grondregelen gegeven, die ons moesten leidten, naar ons inzicht dn ^^de geopenbaarde dingen", in het mede-arbeiden met God, opdat dte ons nog „verborgen" „numerus clausus" door Hem zou worden bereikt. Door Hem, maar dan door h e t m e d i u m van ons m e d e-w erken met Hem. Want, al mag de SOM van het getal ons onbekend' zijn, en al mogen we dus niet ons .^, in-stellen" (vergeef het germanisme) op die ons onbekende en onmogelijke som-berekening, wij mogen ons toch met aanstellen, alsof er geen GETAL is. De cirkel i s er, en wij mogen niet terwille van zijn óns drukkende (of troostende? ) onafgTensbaarheid ons aanstellen, als ware hij er niet.

En nu slaat het betoog weer om naar wat verleden week besproken is: nu constateeren wij, dat de redeneergang is als volgt:

a) men zegt: niet die mensch in het middelpunt.

b) men zegt: wel Christus in het middelpunt. Wij antwoorden:

ad a): we zijn 't met u eens; maar verleden week bleek ons, dat ge feitelijk de kern-belijdenis als m iddelpun ts-belijdenis prijsgeeft; m.a.w. dat gij spreekt over pen middelpunt, doch den cirkel niet alleen niet - aanwijst, maar ook niet miet hem rekent; .

ad b): we zijn 't weer met u eens; maai- deze week bleek ons, dat ge feitelijk weer den cirkel zelf. waarin ge uw middelpunt ziet, verzuimt in rekening te brengen.

Maar daarom is uw middelpmit-bespiegeling ook niet konkreet, d.w.z. niet iiaar „het voorbeeld, dat ons op den berg getoond is"^ niet naar de metropool hierboven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1935

De Reformatie | 8 Pagina's