GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Correspondentie van de Redactie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Correspondentie van de Redactie.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„De Rotterdammei".

Na samenspreking met de redactie van „De Rotterdammer" verklaar ik gaarne, dat mijn wensch, dat dit orgaan „objectief zou zijn ten aanzien v£in de leden der A.-R. partij", allerminst bedoeld heeft, den indruk te wekken, alsof het blad opzettelijk inzake Calvinistenbond en - congres de meening van vgle critisch daartegenover staande gereformeerden heeft verzwegen, tegenover uitlatingen van voorstanders, welker opinie wèl vermeld werd. Het feit is door mij geconstateerd, maar over de bedoeling heb ik mij niet uitgelaten.

Waar is een bolwerk?

„De Groene Amsterdammer" schrijft over de jongste verkiezingen :

Behalve de S. D. A. P. bleken de Katholieken en Antirevolutioinairen bet meeste weerstandsvermogen te hebben tegen het fascisme. De Gbristelij'k-Historischeh in iets mindere mate. De Liberalen en dë Vrijzinnig-Democraten kregen de zwaarste klappen. De Liberalen zullen veel kiezers verloren hebben, omdat diegenen onder hun aanhangers, die liberaal stemmen, uitsluitend omdat zijl conservatief zijn en anti-clericaal, natuurlijk niet tegen de aantrekkingskracht van het fascisme bestand waren.

Even later :

De N.S.B., de partij' die voor het eerst aan de verkiezingen deelnam, heeft een bijzonder groeten aanhang weten te verwerven: bijna 8 pet. van bet kiezerscorps. Die aanhang 'bleek in verschillende provinciën zeer verschillend. In Friesland en Brabant was het percentage zeer gering: 3 pet. In Drente en Limburg was het zeer groot: bijna 12 pet. In de drie groote steden, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag verwierf deze partij niet minder dan respectievelijk 40.700, 23.700 en 27.000 stemmen, dat is ongeveer evenveel als de beide vrijzinnige partijen te zamen.

De cijfers leeren duidelijlk, dat overal, waar besliste aan'hangers van sterke overtuigingen zijn, de N.S.B, een bolwerk tegen ziob vond. Hetzelfde was bet geval waar de gemeenschappelijke overtuiiging minder sterk was, doöb de organisatie stevig. Met het eerste doelen wij op de A.R., met het tweede op de Roomsoben. Combinatie van de twee gegevens versterkt de gedachte, dat het voor het Christendom van dezen 'tijd hoog noodig is, dat zij die een belijdenis hebben, deze ook zoo bewust mogelijk indenken, en daarna 'handhaven, en zoo steeds zichzelf blijven; en voorts, dat de organisatie der belij'ders in het kerk-instituut voor het volksleven tegen de verdervende machten een allereerste medicijn is.

Anti-ISarxisten?

„De Groene Amsterdammer" schrijft ook nog :

Dit mogen de vele partij'looze liberalen, die N.S.B, stemden en hun eigen geestverwante groep om hals brachten, wel bedenken. De N.S.B, wil volkseenheid, zijl bracht volksverdeeldheid. De politieke versplintering die zij: wil bestrijden nam toe, het communistische gevaar dat zij wil vernietigen stak dreigender den fccip op dan ooit te voren, de verwachte afslachting van het Marxisme bleef uit; want bet was nu juist de S.D.A.P., die de minste veeren liet.

Men weet, dat de N.S.B.-ers hebben gezegd: wij pas zijn bet, idie de Marxisten bestrijden kunnen. Daartegenover is onzerzijds aangevoerd, dat tengevolge van de onchristelijke leer der N. S. B. en van 'haar valsche idée-filosofie, van de pijlen, die men tegen Marx schieten zou, de punten waren afgestompt. En nu zijn hier de feiten.

Meteteopathologie.

In „De Groene Amsterdammer" schrijft Dr P. van Olst over bovengenoemd onderwerp. Hij stelt in zijn artikel de vraag, of er een zonne-rhythme in onze ziekten is. Dr V. Olst merkt op :

Talloos zijn de leeken-uitspraken over verband van weer en ziekte, die men verzamelen kan door bet publiek maar eens te laten praten over dit geliefkoosd onderwerp. Zeldzamer echter zijn wetenschappelijke, op cijfers gegrondveste uitspraken op dit grensgebied.

De schrijver 'herinnert dan aan een artikel, dat hij vond in een publicatie van Traute en Bemhard DüU. Deze publicatie van 1934 handelt over het verband tusschen gebeurtenissen op de zon en bet verloop der sterfgevallen op aarde. Wij lezen :

In 't kort komt de zaak hierop neer. Het aardmagnetisme, dat onze magneetnaalden beïnvloedt, is geen constante grootheid maar maakt voortdurend geringe wisselingen door in intensiteit en richting; deze wisselingen of „storingen" worden voortdurend op achtenveertig waarnemingsstations, over de geheele aarde verspreid, opgeteekend. Daarbij' bleek reeds spoedig dat er oogenblikken zijn waarop de magneetnaald erg onrustig is, de storingen dus sterker zijn. Op enkele momenten kunnen deze storingen zoo sterk zijn dat men van „magnetische stormen" spreekt, waarvan een gewoon mensch echter minder merkt dan van een gewonen „luühtstorm". Alleen bij het telefoneeren en bij: bet telegrafeeren heeft men er last van, terwijl natuurlij'k ook de invloed op scheepskompassen minder aangenaam is.

Vroeger, aldus Dr v. Olst, meende men de oorzaak van deze storingen te vinden in de zonnevlekken. Maar, zoo zegt hij: maar daar groote vlekken kunnen passeeren zander magnetische stormen, zoekt men de reden meer in de z.g. „M-zone" der zon, een gebied waar herhaaldelijk omvangrijke erupties «f uitbarstingen voorkomen, waarbijl de zon een lading elektronen op haar omgeving afschiet, welke lading natuurlijk ook de aarde kan treffen en dan ons aardmagnetisme, dat zelf ook van electrischen oorsprong is, danig in de war kan brengen. Het verband tussoben deze erupties en de magnetische storingen bleek vooral doordat hierin een rbytbme van 27 dagen optreedt, dat precies gelijk is aan den omloopstijd van den zonnebol om zijn as. Niet aUe punten van de zon draaien even hard; de punten bij' den zonne-equator hebben een korter cmloopstijd dan dichter bü de zonne-polen; dit kan natuurlijik alleen omdat de zon niet vast is zooals onze aardkorst, maar gasvormig, waardoor de zonne-'onderdeelen onderling onafhankelijker zijn in hun bewegingen. Maar de omloopstijd der M-zone is ook juist 27 dagen!

Vervolgens deelt de schrijver mede, da't de genoemde onderzoelkers een onderzoek hebben ingesteld naar de doodsoorzaken van 1 Januari 1928—31 December 1932. Zij hebben 36000 gevallen verdeeld naar 14 doodsoorzaken, en deze weer gerubriceerd naa.r verschillende groepen. Hij deelt m'ede :

•Zh' zochten naar een eventueele periodiciteit, - - duseen zekere regelmaat in toe- en afname van de onderzochte gevallen en inderdaad vonden zij' bü alle onderzochte groepen van doodsoorzaken een 27-dagenrbytbme! Deze belangrijke uitkomst werd nog versterkt door een gelijksoortig onderzoek dat deze onderzoekers instelden in een ver van Kopenhagen verwijderde stad, n.l. Zurich, waar voor verscbiUende doodsoorzaken ook de 27-dagen-periode werd aangetoond.

Maar deze vondsten zijn nog merkwaardiger dan zoo reeds lijkt. Want de „toppen", de maxima der sterfgevallen voor een bepaalde ziektengroep (b.v. voor die der ademhalingswegen, der circulatie-orga^ nen, enz.) vallen niet samen met de maxima der magnetische storingen maar komen meestal een paar dagen later. Zoo komt het maximum der sterfgevallen door ziekten der circulatie-organen zeven dagen na het maximum der magnetische storingen, dat der gevallen van lademhalingsstoomissen acht dagen later, terwijl het maximum der sterfgevallen door ziekten van het zenuwstelsel onmiddellijk samenvalt met dat der magnetische storingen. En nu mag het toch zeker wel zeer opmerkelijk genoemd worden dat het verloop van het rhythme der sterfgevallen door circulatiestoringen precies gelijk liep in Kopenhagen en in Zurich, met dezelfde vertraging van het maximum! En hetzelfde gold voor de curven van de sterfgevallen door zelfmoord. Dit versterkt wel in booge mate de meening dat het gevonden verband tusschen het rhythme der sterfgevallen en dat der zonne-wenteling niet denkbeeldig is.

Voorzidhtigiheid: Mijft bij dit alles 'geboden. Ook de onderzoekers zelf druikken zich zeer gereserveerd uit:

Zij stelden zich voor, dat de menschen een zekere bereidvaardigheid voor verschillende ziekten hebben by bepaalde weersgesteldheden (ademhalingsstoornissen biji noord-oostenwind, vorst en sneeuw; circulatiestoringen meer by oostenwind, e.d.) en dat de erupties der M.-zone dan meer als aanleiding dienen, zooals de zwakke druk van den vinger den haan overhaalt, die de kruitontbranding en geweldige energie-ontwikkeling veroorzaakt. Ook dit deel van het onderzoek moet aan de toekomst overgelaten worden.

Dr V. 'Olst besluit aJs volgt:

het gevonden rhythme en de samenhang met de zon is toch wel van zoo geweldig belang dat men moet hopen op een uitgebreid en diepgaand onderzoek op dit grensgebied, een 'onderzoek dat ongetwijfeld groot praktisch nut met zich mee kan brengen.

Het spreekt vanzelf, dat wie geen vakgeleerde is, over deze dingen geen woord durft spreken. Toch kunnen dergelijke bericihten uit wetensöbappelijke kringen ons ook in onze theologie helpen. Wij hebben n.l. nog altijd het uiterst moeilijke vraagstui in te denken, wat te verstaan is onder den vloek, dien God om en na den zondeval braoM in en over de natuur. Dien vloek in de natuur behoeft men zich niet mechanisch voor te stellen. Zeker is, voor wie de Schrift aanvaardt, dat in 'den opbouw van den kosmos sleöhts een kleine verandering noodig is, om het gansche leven bier op aarde met vele plagen te slaan. Preeken over Gods voorzienigheid krijgen door dergelijke mededeelingen een zeer welkome verdieping. Zonder dat men zich op glad ijs waagt, kan men, als schoenmaker zich bü zijn leest houdende, toch van dergelijke gegevens met gepasten eerbied zich bedienen.

^- Tekst-kritiek.

In de Classicale Kerkbode van Leeuwarden schrijft de heer H. Algra iets over de Korte Verklaring (met nieuwe vertahng) van den bijbel, gelijk deze bij de N.V. J. H. Kok te Kampen verschijnt. De auteur neemt tot aanleiding bet jongste deel, dat Prof. Ridderhos in deze reeks puhHceerde. In zijn artikel heeft de heer Algra het ook over itekst^kritieik. Herbaalde malen is in ons blad reeds er op gewezen, dat tussoben tekst-^kritiek en bijbel-kritieik een diepgaand onderscheid bestaat, en dat men het volk niet onkundig houden moet van deze dingen, doch open en bloo't er over spreken moet. De beer Algra redeneert tot onze 'blijdscihap in dezelfde richting en merkt op :

En in geschriften als dit beekje van Prof. Ridderbos dat coch bestemd is, niet in de eerste plaats voor den theoloog, maar voor den bijbellezer in het gewone Gereformeerde gezin, worden allerlei-tekst-critische

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

Correspondentie van de Redactie.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1935

De Reformatie | 8 Pagina's