GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Buchman-Iieweging.

IX. (Slot.)

'Met de voorafgaande artikelen is feitelijk de taak volbracht, die wij op ons genomen hadden en die tot doel had, te onderzoeken, , of de Buchmiaiibeweging al dan niet uit den Heiligen Geest moet worden verklaard. Ik had dan ook de vorige maal gevoegelijk kunnen eindigen, indien de ervaring niet leerde, dat er altijd lezers zijn, , die met een vraagstuk, zooals het oorspronkelijk gesteld werd., terstond andere verbinden en die zelfs dingen mieenen gelezen te hebben, die niet geschreven én ook niet bedoeld zijn. Het is daarom, niet onmogelijk, dat iemiand uit het feit, , dat de Buchman-beweging onvoorwaardelijk door ons wordt afgewezen, de gevolgtrekking zou miaken, dat naar ons oordeel, het met de tegenwoordige Christenheid in het algemeen, en met de Gereformieerde Kerken in het bizonder, vrijwel in orde is, , en dat een nieuwe bezieling door den Heiligen Geest voor ons niet noodzakelijk moet worden geacht.

Toch zou een dergelijke conclusie geheel ongemotiveerd zijn. Voor zoover ik zien kan, is in alles, dat in onze artikelen tegen de Buchmianbeweging geschreven werd, niet één ding, dat hiertoe aanleiding geeft. Er is over het tegenwoordige kerkehjfce en geestelijke leven met niet één woord gerept; en nergens is beweerd, dat het met ons teven uit den Heiligen Geest behoorlijk is gesteld.

'Laten wij toch de zaken goed onderscheiden. Wanneer iemiand een verklaard tegenstander van kwakzalverij is, spreekt zulk een daarmee toch Dog niet uit, dat de menschheid niet met allerlei lijden bezocht wordt en dat er niet vele ziekten zijn te genezen. Het kon vlak omgekeerd wel eens blijken, dat hij daarom: zulk een besUst tegenstander van de kwakzalverij is, omdat hij de kwalen, die de menschheid plagen, juist bizonder ernstig neemt en althans ernstiger dan iemand, die op elke kranten-advertentie afvliegt, waarin miaar Weer een nieuw middel aan de hand wordt gedaan.

En aldus is het ook hier. Ons negatieve oordeel 'komt voort niet uit de zelfgenoegzaamheid, dat aan het leven bij ons volstrekt niets ontbreekt en Ëp niets meer te verbeteren valt; maar veel meer uit de overtuiging, dat wij aan vele ernstige gebreken lijden en dat wij ons daarom moeten keeren *egen alles, dat den schijn heeft van genezing te Weden, doch in werkelijkheid deze niet brengt.

Indien men het zoo gaarne van ons hooren wil, dan zij het onomwonden uitgesproken: wij lijden aan alle zijden aan tekort.

Te kort aan geloof, zoodat de zekerheid en blijmoedigheid daarvan bij velen een schaarsch goed IS geworden. '

Tekort aan hoop, zoodat het ons soms moeilijk valt, ten allen tijde en voor ieder rekenschap te geven van de verwachting die iu ons leeft. Wij zijn soms geestelijk gesloten, zelfs voorl hen, , die ons op aarde het naaste zijn. Er zijn huwelijken, waarin de man van de vrouw en de vrouw van den man niet weet, hoe zij eigenlijk tegenover God en den Heere Jezus Christus staan. E, r zijn gezinnen, waarin de ouders niet weten, wat het hart der kinderen beroert; en omgekeerd. Welk predikant heeft niet meer dan eens, wanneer hij met zijn catechisanten over het doen van belijdenis sprak, de ervaring opgedaan, dat deze zaak nooit eens thuis in behoorlijk vertrouwen met vader en moeder behandeld was'?

E, n als gevolg van dit alles lijden wij aan te kort aan liefde. Onze verhouding tegenover God en ook die tot elkander, is niet altijd, zooals zij behoort te wezen. Wij leven somiS in schuldige afgescheidenheid van degenen die buiten zijn; terwijl lang niet altijd uit ons die liefde van Christus spreekt, die bidt, alsof God door ons bade: laat u met God verzoenen. Bovendien blijven ook in Gereformeerde kringen familieveeten, broedertwisten, gestoorde verhoudingen, maand in maand uit, jaar in jaar uit, voortbestaan; zonder dat iemand der betrokkenen den weg der zelfverloochening en zelfvernedering gaat, om ze op te ruimen. Zelfs onder de voorgangers treft men soms verhoudingen, het voeren van een taktiek, , en het aanwenden van middelen aan, die niet tot eer zijn van de zaak en vooral niet van den Koning, Dien wij zeggen te dienen. Wie tot het meer interne kerkelijke leven doordringt, vindt meer dan eens reden om zich te schamen en te verootmoedigen; en indien het hier de plaats er voor was, zou een heele lijst opgesteld kunnen worden van allerlei kwaad, dat nog gedurig bij ons is.

'Doch niet ondanks, doch juist omdat dit het geval is — daarom noemen wij den naam van Dr Frank Buchman niet, en kunnen wij elkaar de Oxford-beweging niet aanbevelen. Het ware in zekeren zin te wenschen, dat zij onze redding kon wezen. Dat zou bewijs zijn, dat ons leven nog een behoorlijke mate van volmaaktheid bezat. Indien onze zonden niet zoo ernstig en ingekankerd en de gebreken der kerk' niet zoo groot waren, zouden wij misschien — ik herhaal: misschien! — ook eens een keer het experiment met de Buchman-beweging kunnen nemen. Maar nu vlak het tegendeel het geval is, moet een dergelijk zoogenaamd revival beslist door ons vermeden.

'Wie naar de diepte afdaalt en zich een waar beeld tracht te vormien van de kwalen, waaraan menschen en volken en kerken lijden, walgt van het zeer krachtelooze medicijn, dat hier wordt geboden, en vraagt zich met verwondering af, hoe één ernstige, diepere ziel met dit middel dwepen kan. Die verbaast zich er over, hoe iemand als Dr J. C. Roose op de laatste vergadering van de Nederlandsch Hervormdte Predikanten-vereeniging gezegd moet hebben, dat men in de Buchman-beweging niet met den zalfpot rondloopt, maar desnoods het mes erin durft zetten. ^) Als datgene wat de Buchmanbeweging doet „het mes erin zetten" heet, dan zal bet met onze wonden nog wel schikken en dan loopt de operatie tamelijk onschuldig af. Want gemakkelijker lectuur, waaronder men rechtvaardig bij zichzelf uitkomt, — gemakkelijker lectuur dan zij in *t licht zond, bestaat er maar weinig.

Het zij dus herhaald — wij wijzen de Buchmanbeweging af, niet omdat wij ons zelf te goed en te rechtvaardig vinden, maar omdat wij niet gelooven kunnen dat voor onze slechtheid een dergelijke lichte methode helpen kan. Wij doen met de Buchman-beweging niet mede, niet omdat wij geen nieuwe doorwerking van den Heiligen Geest noodig hebben. Maar juist omdat wij dit laatste maar al te zeer noodig hebben, kunnen wij ons aan haar niet overgeven.

En daarom vlak tegenover haar grondovertuiging, die zij van het Pragmatisme geleerd heeft: no roots, but fruits (niet de wortel, maar de vrucht), stellen wij onverbiddeüjk dit andere: no fruits, but roots; niet eerst de vrucht, maar de wortel; en dienovereenkomstig zoeken wij ook te leven en te handelen.

'Te handelen allereerst in onze prediking. Laten 'wij toch meer en uitsluitend den wortel, den grondslag, den eenigen levensbodem der kerk, dat is: laten wij toch meer en uitsluitend het verbond en den Christus, die het verbond des volks is, voor de gemeente openleggen. Laten wij toch meer zoeken voor haar uit het verbond uit te halen alles, dat God er in heeft besloten. Laat het ons onmogelijker worden, één preek te houden, één toepassing te maken, , één arbeid Van zielszorg te verrichten, die niet uit de waarheid van Gods verbond is afgeleid en de kracht daarvan zoekt te bedienen aan het hart.

Wij gelooveu niet aan de toekomst van de Buchman-beweging, en wij kunnen het daarom niet doen, omdat het Woord Gods ons geen enkele reden geeft, waar'om de gezelligheid eti de vertrouwelijkheid en de opgewektheid en zielespel van haar house-pai-ties door den Heiligen Geest eerder ea meer als middel gebruikt zouden worden om het leven der gemeente te bouwen, dan wanneer wij — naar het Woord Gods — in onze prediking en bij onzen verderen arbeid zoeken den band des verbonds aan te halen en dieper te laten leven voor het bewustzijn van Christus' kerk. Maar, aan ons als predikanten dan ook de roeping om dit met klimmende vastheid en beslistheid en consequentheid te doen.

En indien — wat God genadig verhoede — de tijd zou aanbreken, of indien de dagen reeds zijn ingetreden — en er zijn symptomen, die ons dit soms doen vreezen — dat de verbondmatige prediking niet meer bij machte blijkt om van zonde te verlossen en misstanden op te ruimen; en de Geest haar meer gebruikt om te verharden dan te genezen; wat grond is er dan om te verwachten^ dat de genoegelijkheid van de house-party nog wel zal kunnen baten? Indien het zoover komt, blijft er voor de weinige getrouwen niets anders over, dan om den Heere Zijn eigen bondswoord voor te houden en daarop te pleiten, of dit Zijn hart weer in liefde over ons ontvonken wil.

'Maar aan deze prediking moeten wij als kerkleden ons dan ook onvoorwaardelijk onderwerpen. Wij hebben niet meer Buchmannianen noodig; wij kregen er al te veel. Maar wij hebben wel meer verbondmatige Christenen noodig; want die bezitten wij wis en zeker te weinig. Indien het verbond moer hooge, heilige realiteit voor ons was en wij daaruit dagelijks bewuster leefden, zou christelijk en kerkelijk Nederland van gedaante veranderen.

Dan zouden wij onze ziel in waarachtig en diep schuldbesef vele malen voor God nederbuigen. Levende bij de opperste betooning, zoowel van Zijn rechtvaardigheid als Zijn genade in Jezus Christus onzen Heere, zouden wij, niet overeind kunnen blijven staman of onszelf ook nog maar eenigszins rechtvaardigen; maar schaamden wij ons er over, dat wij zijn die wij zijn, terwijl Hij in Zijn verbond zoo iets gansch anders van ons mocht vragen. ^)

Dan was er zekerheid en blijmoedigheid om de belofte des evangelies en der schuldvergeving te gelooven. Tegenover Gods vastigheden, die Hij reeds in onzen doop ons beteekend en verzegeld heeft, waagden wij het niet langer, , het hoofd be schudden en den schouder op te halen en in

twijfel verder te leven; maar daarvoor zouden wij buigen en gehoorzaam zijn en ons "geloovig be toonen met onze gansche ziel.

Dan bloeide de mystiek. Want niets in hemel of op aarde is zoo mystiek als het verbond onzes Heeren. Zijn verborgenheid is immers voor degenen die Hem vreer.en; en deze verborgenheid bestaat juist in het verbond, dat Hij, hun bekend maken wil. (Psalm 25:14.)

Dan was er tracht en doorzetting in de heiligmaking, strijd om de zon3e uit te zuiveren tot het laatste toe. Hoe zullen wij ook iets van dat lichaam en die ziel en dat leven, dat Christus Zich ten eigendom gemaakt heeft, aan Hem onttrekken, om het aan Zijn vijand ten dienste te stellen?

Dan werden scheefgetrokken verhoudingen terecht gebracht, 't Zou ons onmogelijk zijn in haat en bitterheid te leven met dien broeder, voor wien Christus naar den dood is, gegaan.

'Dan vielen ook kerkelijke scheidsmuren, die door God niet gewild zij, n, in elkander. Maar nu op beiline wijze, in den weg der bekeering. Het verbond is de eenige oplossing, ook van het kerkelijke vraagstuk. Pas 'als de eischen en de rechten daarvan op kerken en afzonderlijke personen vat krijgen, en zij zich daarnaar gaan schikken, komt de eenheid, die Christus gewild lieeft.

Dan krijgt ook alle individualisme en elke zondige afscheiding den doodssteek. Wde in het verbond leeft, leeft breed en ruim. Hij zoekt de toevergadering van allen, die de Heere hiertoe roepen wil. In Hem leeft liet universalisme van Israels profeten, die, op den bodem des verbondsi staande, uitzien tot de einden der aarde en dein, dag verwachten, dat alle volken der wereld zioh zullen nederbuigen voor hun God.

Niet in een gang naar de house-party, maar in den terugkeer tot Gods verbond — daarin alleen ligt onze redding, onze vernieuwing, onze toekomst. Want alleen wat uit het verbond leeft, is uit den Geest des Heeren.

Viereenige zich dan het gebed van ons aller ziel tot dien God, Die in Zijn gemeente wil wonen: o, Geest van Christus, verheerlijk het verbond, ook bij Uw kerk van de twintigste eeuw.


1) Zie het verslag in de Standaard van 2 Mei 1935.

2) Breeder is hierover gehandeld in de artikelen over Schuldbesef en Vroomheid, die in dit zelfde blad verschenen zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1935

De Reformatie | 8 Pagina's