GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want hetgeen in haar ontvangen is, dat is uit den Heiligen Geest. Matth. 1:20 b.

Uitgesloten.

In de evangelieverhalen vinden we geen levensbeschrijving of zielsontleding van onzen Heer Jezus Christus! Wie er zooiets in zoekt, zal ze nooit verstaan. Neen, Mattlieüs en de anderen teekenen scherp en kleurig den ambls weg, de ambts - worsteling, de ambts vervulling van onzen Hieiland.

Die wetenschap moet ons leiden en beheerschen bij de beschouwing der figuren, die telkens in Jiezus' omgeving voor ons oprijzen. Ze verschijnen alleen omdat de Christus in hen en door hen Zijn ambt moet bedienen. Alleen als we ze zóó zien, komen ze op de juiste plaats en staan ze in het zuivere licht.

Zie worden dan gelijk aan de begeleiding van een melodie, die alleen gecomponeerd werd om die melodie ten volle te laten uitkomen. Ze zijn de nevenfiguren op een schilderij, die alleen werden ontworpen om den hoofdpersoon te zetten in het volle licht.

Zóó moieben we ook Jozef zien! Hij was vierloofde van Maria. Dal wil zeggen hij en Maria waren onverbrekelijk aan elkaar verbonden naar Gods wet. Maria was naar de wet en volgens het spraakgebruik reeds Jozefs vrouw. En Jozef was zóó Maria's man. Jozef had „recht" op Maria. Verbreking der verloving zou in vollen zin echtbreuk zijn.

En dan komt het vijandige, vreemde raadsel tusschen hen in staan. En dat onbegrijpehjke in Maria slaat hen uit elkaar en doet een muur tusschen hen oprijzen. Jozefs liefde is gewond. Zijn recht is geschonden, naar hij meent.

Jozief heeft geworsteld met dat zwai-e kruis in zijn leven.

En toen hij dat deed, was hij, zonder het zeljf be weten, bezig met het allergrootste mysterie, dat ooit door God ondier de zon is gewerkt.

God was bezig iets nieuws te scheppen in de wiereld. Alle menschen, alle menschengeslachten kwamen in deze wereld beladen met schuld. Allen die geboren werden naar de „gewone" menschelijke mogelijkheden, langs de wegen van vleesch en bloed, waren zondig en verdorven. Geen nieuw, zuiver, eeuwig leven kon uit de bestaande wereld en naar de heerschende orde ooit meer verschijnen in Gods wijd heelal. De bronnen van bet menschenleven waren vertroebeld — naar het scheen voor eeuwig!

En zie, nu do'et God iets groots. Hij maakt wat nieuws! Er komt nu een mensch, die niet in levensbeweging is gebracht door andere menschen. Er komt een mensch, die niet in de wereld komt langs de banen van vleesch en bloed en menschelijken wil en menschelijke liefde. Gód wekt dat leven. Hij alleen. Hij roept de nieuwe scheut uit den ouden stam. Hij alleen is de handeilende Persoon.

De schepping was het werk van den Almachtige alleen — maar de herschepping eveneens.

Met dit ontzaglijke wonder heeft Jozef getobd. O neen, hij kon dat nooit zelf uitbroeden, zelf verzinnen. God in den hemel alleen kon hier licht hem schenken.

En dat doet Hij ook door Zijn engel. Jozef, gij moet opzij, gij moet aan den kant gaan staan. Gij moet Maria afstaan aan uw God, opdat Hij in lïaar werke. Hij alleen. Wiant God legt nu een nieuw fundament onder de wereld. Het komende kind is de nieuwe wortel van den vernieuwden kosmos en het nieuwe menschengöslacht. En zulke wonderen zijn alleen mogelijk bij den Machtige Israels. Jozef, gij wordt uilgesloten bij het nieuwe begin, grondig uitgesloten.

Nu komt Jozef naast Maria te staan, Wiant ook Maria werd uitgesloten. Ook haar daad, haar hulp, was bij dat eerste begin onmogelijk. De Heilige Geest kwam over haar en zij wist zelf niet hoe en wanneer.

En nu is dit het groote van Jozef en ook van Maria — ze hebben zich laten uitsluiten. Zij hebben de kracht gevonden, de kracht des geloofs, om den Heere over zich te laten beschikken. Ze hebben de sterke daad verricht van de vrijwillige aanvaarding der door Grod hun opgelegde passiviteit.

Zóó werden zij Gods medearbeiders. Neen niet bij den aanvang, dat werkte de Almachtige alleen, maar wel in het vervolg. Maria heeft Jezus met vreugde gedragen. En Jozef heeft Hem en Zijn moeder met zorg bewaakt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 januari 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 januari 1936

De Reformatie | 8 Pagina's