Kerstfeest en Zonnewende.

De '', ', Nationalsozialistische Erzieher" (officieeil weekorgaan van de N.S.L.B, in de gouw Zuid- Westphaien) poogt in nr 52, 1936, „ICerstfeest en Zonnewende" met elkaar in overeenstemming te brengen, en onderwijst z'n lezers aldus: „Als wij Germaansche voorstellingen met de later tot ons gelioimen Christelijke vergelijken, dan valt ons steeds weer op de groote gelijkenis die tusschen beide bestaat." Aan het eind van het artikel wordt dan met betrekking tot de Triniteitsleer gezegd:

„Ook het stelsel van de Drieëenheid vinden wij bij alle Indogermaansche volken terug. De leer van den eenen God zich openbarende in drie personen zal dan ook voor onze voorouders heel niet zoo nieuw geweest zijn: zij kwamen er wellicht beter mee klaar dan de Materialisten uit onze dagen, die zich no ode! o os het hoofd breken over de vraag hoe deze leer in overeenstemming kan worden gebracht met de wiskunde.

De aanhangers van de Natuursymboliek kunnen er aanspraak op maken dat hun opvatting van de Triniteitsleer wel het meest helder is. God' de vader is de Zon, de schepper, die alle dingen heeft voortgebracht. Zijn eeniggeboren Zoon is het vuur op aarde, dat de mensdien verlost van koude, nacht en duisternis. Het heeft geen vader op aarde. De Zon (vroeger mannelijk!) is zijn vader. Op aarde heeft het slechts een pleegvader, die het voedt door nieuw hout toe te voegen. Zijn moeder is de aarde. Dieren en mensahen, arm en rijk, vereeren het, want het leiven van alle schepselen is er van afhankelijk'. Het is opmerkelijk, hoe de woorden van het Tridentinuim i) n.b.!!) erop toepasselijk zijn: God uit God, Licht uit Licht, ware God uit ware God, verwekt, niet geschapen, van denzelfden aard als de Vader door welken alles gemaakt is.

En de Heilige Geest, die van Vader en Zoon tegelijk uitgaat en die verlicht en heiligt, is volgens die opvatting de werking der vlammen: licht en warmte. Deze drie openbaringsvormen zijn echter slechts één wezen: want er bestaat in wezen Slechts één Vuur.

Neen, wij zijn geen vuuraanbidders, zooals ge misschien zoudt denken! Wij weten: Alles wat vergankelijk is is slechts afschaduwing. Wij gelooven in het eeuwige, in God.

Wij weten echter ook dat elk volk Hem op zijn eigen wijze vereert."

Het zal wel niet slechts onze lezers, maar ook de onderwijzers onzer kinderen duidelijk zijn, dat zulke opvattingen niets met het Christelijk geloof te maken hebben, en daarom gezien de voor het godsdienstonderricht geldende grondbeginselen hierin niet thuisbehooren.

1) R. K. Belijdenisstulf, opgesteld bij het Concilie van Tarente.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen