SABBATH.

O Heer, Gij trekt Uw gansche schepping naar Uw rust, De Sabbathsvrede was van eeuwigheid Uw lust, Gij hebt een vast verbond met al het creatuur. Gij zult het schoon doen blinken in Uw Godd'lijk uur.

Alleen Uw rust, o God, kan aardsche rust verklaren. Saam met Uw werk wilt Gij daarin Uw grootheid openbaren. Wij moeten ingaan tot Uw rust, grootmachtig Opperheer, En met U jagen naar de dag van Uw voltooide eer.

Wij hebben Uw geschenk, o God, geheel verdorven, Wij zijn niet ingegaan, maar van U weg gezworven. Uw liefde gaf na schuld de Sabbath weer als teeken. De opmarsch naar Uw rust is door geen macht te breken.

De volle Sabbathsvree is door Uw Zoon verworven. Hij is op Golgotha voor onze rust gestorven, Wij zijn met Hem de rust voor eeuwig ingegaan, Wij werken mee, straks breekt de glorie aan.

Uw Geest werkt deze rust volkomen in ons uit. Uw volk mag op de Sabbath komen als Uw bruid, De schepping hijgt met opgeheven handen. Zij weet, dat rusten is, een ijver die doet branden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen