GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eugenetiek.

VIII.

Positieve zUfle.

j Behalve den maatregel van gezinstoeslag of belastingaftrek, wellcen wij om zijn belangrijlilieid meer uitvoerig besproken hebben, kan men, opdat de bekwamen ; en begaafden zorgen voor eenj voldöendl aantal nakomelingen, de z.g.n. vrij gezel- Ie nbelas ting invoeren. Deze maatregel berust op de overweging, dat het percentage vrijgezellen onder de begaafden veel grooteir is dan onder anderen. Het is niet onaardig daartoe de volgende statistiek van Prinzlngi) te vermelden. Prinzing viond in 1917, dat tot in den leeftijd van 30—410 jaar nog ongetrouwd waren bij:

S rechters en advocaten 59, 4 o/o officieren 47, 3 o/o professoren 41, 3 «/o leeraren van hoogere scholen 35, 6 o/o volksschooloiiderwijzers 15, 3 o/o industriearbeiders 15 o/o

Ook uit andere statistieken is gebleken, dat het aantal ongehuwden onder de begaafden verhoudingsgewijs het grootst is. Een belasting op de vrijgezellen lijkt oppervlakkig bezien dan ook rationeel en doeltreffend.

Ook aan dit stelsel kleeft echter het gï^oote nadeel, dat deze maatregel alleen effect zou sorteeren indien deze belasting uitsluitend de begaafde vrijgezellen zou treffen en niet wanneer men alle vrijgezellen onder deze belasting zoude laten vallen^. Voorts komt het, uit eugenetisch oogpunt bezien, niet zoozeer daarop aan of de burgers van een Staat huwen alswel, dat zij meer dan twee kinderen voortbrengen en opvoeden, . Huwelijken zonder kinderen, zegt Siemens ^) zoo terecht, zijn eir genoeg. Wiat ör nooidig is, dat zijn belastingen dl-ukkend lOp kinderloozen en kind er arm en, Vrijgezellenbelasting is daarom niet anders te quaUficeeren dan als een halven maatregel.

Een derde maatregel, welken men ter bevordering der ferüUteit heeft voorgesteld, is die verandering van het erfrecht. Naar de meening Tan sommige eugenetici wordt n, .L in vele gevallen het aantal kinderen beperkt met het oog op de verdeeUng der erfeniS; . Dit zou te ondervangen zijn, indien de belasting, wanneer kinderen van ouders erven, hooger is naarmate de ouders minder kinderen en lager naarmate de ouders meer kinderen nalaten. Op deze wijze worden weggenomen de voordeden van het eenigst kind of da twee kinderen, welke zij nu erfrechtelijk genieten, doordat zij geen broers of zusters hebben. Verschillende concrete voorstellen zijn in dit opzicht gedaan. Siemens b.v. wilde een deel van de nalatenschap van iemand, die minder dan vier (of vijf) kinderen achterlaat, laten vervallen aan de naaste familieleden of den Staat. Von Gruber bepleitte, dat een kind nooit meer dan een kwart van het ouderlijk vermogen zou mogen erven, . Lenz stelde voor de Duitsche wet zóó te veranderen, dat families met drie of meer kinderen van het betalen van successierecht worden vrijgesteld. 3) De Duitsche vereeniging voor rassenhygiëne heeft zich in de vergadering van 30 April 1927 in beginsel voor het voorstel van Lenz uitgesproken. In 1930 heeft 'Mussolini een erfrecht op eugenetischen grondslag in Itaüë doorgevoerd'. Indien bij het overlijden der ouders twee of meer kinderen erven behoeven geen successierechten te worden betaald. Een eenig kind heeft weer minder te betalen dan de erven van kiniderloozen. Het is evenwel zeer de vraag of het veranderd erfrecht inderdaad kan bijdragen tot beteugeling van de kinderbepiörldng. Sanders*) .merkte op', dat het wegnemen van argumenten, waarvan de uitwerking eerst na iemands overlijden plaatsheeft, ook al draagt men er tijdens het leven kennis van, over het algemeen geen krachtig middel is. Verder wees hij er op, dat ontduiking kan plaatshebben door schenkingen tijdens het leven, zoodat ook het schenkingsrecht, in gelijken zin als het erfrecht, veranderd zou moeten worden. Van verandering van het erfrecht, als maatregel ter bevordering der vruchtbaarheid, is daarom niet veel heil te verwachten.

Behalve deze maatregelen heeft men nog andere maatregelen voorgesteld' ter bevordering van de fertiliteit, welke minder belangrijk en naar ons oordeel nog meer problematiek zijn. Hieronder zouden wij willen rangschikken het ruim toekennen van studiebeurzen aan begaafden uit de lagere kringen; het streven om de begaafden jong in het huwelijk te laten treden, in verband waarmede het aantal leerjaren bekort zou moeten worden en het aanvangssalaris hooger zou moeten zijn dan het algemeen geldende; het koloniseeren van dun bevolkte streken, waarbij het land alleen in erfpacht zou mogen worden gegeven onder voorwaarde, dat het bezit en het erven ervan alleen gehandhaafd kan worden, indien de pachter een nader te bepalen aantal kinderen heeft voortgebracht; en het geneeskundig onderzoek vóór het huwelijk. Alleen over dezen laatsten maatregel een woord afzonderlijk.

Geneeskundig onderzoek vóór het huwelijk, of juister en beter gezegd: geneeskundig beraad vóór de verloving, staat in nauw verband met positieve eugenetiek. Immers wegen zoeken, welke de goede geboorten bevorderen, wil tevens zeggen volle aandacht schenken aan het huwelijk. Bij de huwelijkskeus nu dient onder meer wel degelijk rekening gehouden te worden met de eventueel te verwachten nakomelingschap, niet alleen om reden de aard en het type der kinderen een groot deel van het geluk der ouders uitmaken, maar ook omdat het blijven voortbestaan van een erfelijk defect (men denke b.v. aan zwakzinnigheid en doofstomheid) niet geheel onbedenkelijk is. Het huwelijk eischt zoowel lichamelijke als geesteUjkzedelijke voorbereiding. Er zit voorzeker een kern van waarheid' in de Noordsche spreuk, dat men niet het meisje moet huwen, dat de eenige in haar familie is, die deugt. Wij moeten het dan ook niet aan het toeval overlaten wie onze levensgezellin) zal worden. De vraag of het wenschelijk is, dat wij in de toekomst vader of moeder worden, ligt niet buiten onze verantwoording. Meer dan tot nog toe het geval is geweest zal men daarom in de toekomst bij de keuze van een huwelijkspartner rekening dienen te houden met de grondslagen der erfeUjkheid.

Een van de belangrijkste maatregelen der positieve eugenetiek hebben wij tot nog toe niet genoemd, n.l. het veranderen der publieke opinie in zake kinderbeperking. Met de uiteenzetting van dezen maatregel tër bevordering van de vruchtbaarheid willen wij de bespreking van de practische toepassing der positieve eugenetiek besluiten.

Terecht noemt Sanders i) in het eugenetisch werkprogram als eerste punt het streven om da vrouw weer voor een grooter Jiindertai te winnen, We moeten, zegt hij, de vrouw trachten te overtuigen, dat de bezwaren, die tegen een groot aantal kinderen worden aangevoerd, tegen de belangen van de maatschappij indruischen; dat in een gezonde familie het gewenscht is, dat het kindertal wordt vergroot; dat de kleeding zoodanig moet zijn, dat de slanke lijn niet meer door de mode mag worden geëischt, waardoor het aantal zwangerschappen tot een zeer laag getal wordt beperkt, omdat deze niet de slanke lijn bevorderen. Hierbij kan het dienstig zijn de argumenten, dia men voor de geboortebeperking aanvoert, als daar zijn: vermindering van ellende, verbetering van de gezondheid van moeder en kinderen, het meer tot haar recht komen van de opvoeding en de gelijkheid' van man en Vrouw, nog eens duidelijk te weerleggen, hetgeen wel reeds zoo dikwijls is geschied, maar niettemin nog steeds noodig blijkt. 2) Met name dient 'het feminisme overwonnen te worden, dat nog steeds welig tiert en helaas ook in onze kringen niet tevergeefs gezocht zal worden. Deze zoogenaamde gelijkheid van man en vrouw 'is niet alleen physiologisch en Mologisoh onjuist, maar ook sociaal en politiek. Zeker — hun beider taak is wel geüjkwaardig, maar geenszms gelijk. Man en vrouw hebben in de wereld ieder hun eigen taak. Het hoofddoel der gehuwde vrouw is daarbij ongetwijfeld het gezin. Alleen dan zal de vrouw aan haar roeping beantwoordien, indien ze de taak, haar van nature op'gelegd, aanvaardt. En deze taak is de zorg voor de nakomelingschap.

Deze strijd' tegen geboortebeperking, als eerste punt op het eugenetische werkprogram, is daarom zoo van belang, omdat de b e w u s t e k i n d e !•beperking juist de oorzaak is van het nemen van maatregelen op eugenetisch terrein. Want op welke wijze dreigt er een wanverhouding te ontstaan tusschen minder en-meer begaafden? Eenvoudig omdat de laatsten hun voortplanting beperkt hebben en de eersten niet. De eerstgenoemden, zegt Snoeck Henkemans^) zoo terecht, zijn blijven doen datgene, waartoe zij als man en vrouw bestemd waren, de laatsten hebben het geweigerd; de suhuld der wanverhouding ligt derhalve bij

hen. Om deze reden dient het veranderen dier publieke opinie üi zake bewuste geboortebieperkkiig of gelijk dit in Nieuw-Malthusiaansche kringen met een mooi woord genoemd wordt bewuste regeling van het kindertal, krachtdadig ondersteund te worden.

Maar er is nog een belangrijke redenj waarom de strijd tegen de „staking van de moederschoot" van zooveel gewicht is, n.l. de gevolgenj der opzettel ij k e geboortebeperking. Terecht zegt Waardenburg*), dat geen enkel feit zooveel schade aan het erfelijk gehalte der bevolking van cultuurlanden heeft aangericht als juist de bewuste kinderbeperking. Immers wij wezen er reeds op^), dat deze geboortebeperking niet gelijkmatig in alle lagen en standen der maatschappij plaats had, maar 'tmeest en 'tslerkst in de hoogere kringen der samenleving. Hoewel intellectueele begaafdheid inderdaad geen monopolie is van een bepaalde maatschappelijke klasse en verhooging van de moraliteit geenszins parallel loopt met vörmeerdering der capaciteiten"'), is niettemin het zooeven genoemde feit van bedenkelijke beteekenis en gaan door de geboortebeperking ongetwijfeld kostbare erfgoederen verloren. En dit laatste is des te meer te betreuren om reden juist de allerlaagste bevolkingskringen zich vrijwel ongeremd voortplanten, n.l. het z.g.n. lompenproletariaat, welke voor een groot deel uit zwakzinnigen, psychopathen, alcoholisten en crimineelen bestaan, die chronisch teren op gemeentelijke of kerkelijke armbesturen, inrichtingen van weldadigheid, e.d. De gevolgen van deze gedifferentieerde geboortefrequentie zijn dan ook niet geriuij te achten (vrees voor qualitatieve degeneratie) en de strijd hiertegen is van het grootste belang.


1) Geciteerd naar Dr J. Sanders, I.e., blz. 405.

2) Prof. Dr H. W. Siemens, I.e., blz. 128.

3) De daardoor ontstane schade voor den Staat zou gedekt moeten warden door extra heffing bij de kinderloozen en kinderarmen. "

4) Dr J. Sanders, I.e., blz. 407.

1) Dr j. Sanders, I.e., blz. 404.

2) In „De Reformatie" van 18 en 25 Oct. en 1 Nov. 193S hebben wij in de artikelen: „Huwelijk en geboortebeperking" deze argumenten uitvoerig besproken en critisch weerlegd.

3) Dr D. Snoeck Henkemans: Sterilisatie van menschen. Tijdschr. v. Armwezen, maatschappelijke hulp en Kinderbescherming, 7 Juni 1930.

4) Dr P. J. Waardenburg: Oorsprong en doeleinden der eugenetiek, blz. 17.

5) Zie art. IV.

6) Zie art. VII.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1937

De Reformatie | 8 Pagina's