GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En hij zal een woudezel van een mensch zijn; zijne hand zal tegen allen zijn, en de hand van allen tegen hem; en hij zal wonen voor het aangezicht van al zijne broederen. Gen. 16: 12.

De wilde ezel.

Wij kennen het verhaal: Abraham is door de belofte Gods aangewezen om vader van een groot ivolk te zijn. Die belofte schijnt evenwel zich niet te vervullen. De jaren gaan verder, en het beloofde kind komt niet. Toen heeft ten slotte Sara, naar een regel dier dagen, Abraliam haar slavin Hagar plechtig overgegeven, opdat naar baar uitdrukkelijk verlangen een kind van Abraham uit deze slavin geboren worden zou, welk kind dan straks als Sara's eigen kind kon gelden.

Straks leeft de hoop in Abraham's tent weer op. Hagar, de slavin, weet dat zij moeder worden zal. Maar waar deze verwachting niet geheiligd is door het woord Gods en het gebed, komen trots en twist mede Abraham's tent binnen. Hagar veracht haar meesteres. Blijkbaar heeft zij ook aan dit gevoel van overmoed uitdrukking gegeven. Daarmee brengt zij heel de familie in een zeer pijnlijke situatie. Eenerzijds is Hagar trotsch e'r op', dat haar het moederschap gegeven wordt uit Abraham hetwelk Sara niet heeft kunnen ontvangen, en verheft zij zich boven haar vrije meesteres; zij doet, alsof de verhouding vrijheid—dienstbaarheid niet meer bestaat. Aan den anderen kant echter vergeet Hagar, dat juist dit overdragen VaA* de slavin in de plaats der vrije vrouw, een heel krasse openbaring was van die verhouding vrijheid —dienstbaarheid.

Straks beklaagt zich Sara bij Abraham over den overmoed van haar slavin en Sara verdeemoedigt haar. Hoe zij dat deed weten wij niet, maar duidelijk is, dat zij haar slavin weer op haar plaats zet en de verhoudingen die er zijin weer gelden laat, zonder sparen. In het minst heeft Sara niet bedoeld daarmede ongedaan te maken wat geschied was. Zij wil enkel Hagar vernederen. Maar Hagar besluit den regel toe te passen op haar eigen manier, althans van: alles of niets, en zij vlucht van Sara weg.

Dat was een dubbele misdaad. Zichzelf onttrekt zij aan haai- meesteres, en haar te verwachten kind onttrekt zij aan den vader. Alles of niets! Groot of dood. Heerschen of buiten het gezicht van de heerschers leven.

Maar in de woestijn ontmoet haar de engel des Heeren. En deze doet haar openbaring. Hij ideemoedigt haar, en zegt haar, dat zij'zelf ook zich bukken moet voor Sara's aangezicht. En wat dat kind betreft, spreekt hij haar tegen. Zij wilde van dat kind één van beide maken: een rijken herdersvorst, die haar in zijn glorie deed deelén, óf een vergeten paria, die in haar schande deelén moest. Indien zij niet onder de schaduw van haar grooten zoon straks rusten mag, dan zal hij met haar vóór den tijd onder de brandende woestijn zon vergaan. Op dit punt nu spreekt haar de engel tegen. Dat kind zal niet voor niets verwekt zijn. De regel: alles of niets, is niet die regel dien God naar deze uitlegging van 'Hagar erkent. Want dat kind wordt wel niet alles, maar hij wordt toch veel. Hij wordt wel geen patriarch in de lijn van het verbond, maar tocli ook geen paria die buiten de aandacht van het verbond in een verscholen hoekje straks verkwijint. Hij wordt wel niet de zegenende hand die aan heel de menschheid zich straks strekken mag, want de zegen van Abraham die, gezegend zijnde, alle volken zegent, gaat niet op dezen zoon van Hagar en van Abraham over. Maar hiji zal toch aan de andere zijde man zijn van beteekenis. Ja, van wereldbeteekenis. De wilde ezel is zijii type, de woudezel, waarvan Job 39 zoo prachtig spreekt, woest, wild en ongetemd. En zoo weinig zal dit kind straks uit de wereld weggewerkt kunnen worden, dat om zijn persoon heen alles woelt en gist; zijn hand zal tegen allen zijn. De hand van allen tegen hem. Da Costa heeft er iets van begrepen, toen hij aditeraf dit woord aangreep voor zijn teekening van zijn ongunstigen, woeligen, ontembaren Bedoeïn, den zwerver in de woestijn. Maar het zou wel dwaas zij'n als wij daarbij bleven staan. Want in dit woord stelt de openbaring over heel de hnie deze gedachte, dat Ismaël een haard van strijd wordt, een vlammenhaard die niet gebluscht wordt.

Zoo is dan drieërlei mogelijkheid, hier in bespreking geweest.

De ééne is wat Hagar in eerste instantie wil: haar kind moet groot zijn. Maar zij vergeet dat het groot zijn in Abrahams linie niet hangt aan het geboren zijn in Abraham's tent, maar uit de besnijdenis des harten. Zoo komt er een diepe kloof tusschen Izak en Ismaël. Izak vertoont het beeld van den herder en Ismaël van het wilde beest.

De tweede mogelijkheid is deze: neem hem dan maar weg o God, uit het land der levenden en uit den kring der verantwoordelijke menschen. Hagar ineemt niets, wanneer zij niet alles krijgt. Ook dat wordt haar ontnomen, zij moet het kind straks in de wereld brengen en moet het Abraham overgeven.

Dus blijft er slechts de derde mogelijkheid. Het kind treedt de wereld in, maar als het niet het geloof van Abraham heeft, wordt het, juist wegens zijn rechtsgeldige beteekenis, een permanente breuk in de geschiedenis. Zijn hand tegen allen: de aanval, de oppositie, het zicii niet voegen naar de wet van God gaat van hem uit en maakt heim antisociaal. En daarom is de hand van allen tegen hem. Want de wereld verteert zidizelf. Niet de wilde ezel, maar het lam is het wenkend zinneibeeld; dat krijgt straks óók wel aller hand tegen zich, maar breidt zijn handen zegenend over allen uit. Ongeloovig zijn maalct antisociaal. Maar het geloof brengt ons ook ia het verband met de menschen onderling weer op onze plaats.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1939

De Reformatie | 8 Pagina's