GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

....dat kneclitje zal een Nazii'eër Gods zijn. Toen kwamen 3000 mannen af uit Juda.... en zeiden tot Simson: Wist gij niet, dat de Filistijnen over ons heerschen.' waarom hebt gij ons dan dit gedaan? .... En zij zeiden tot Iiem: wij zijn afgekomen om u te binden, om u over te geven in de hand der Filistijnen ....maar de Geest des HEEREN werd vaardig over hem.... Richt. 13:5; 15:11, 12 en 14.

De Souvereiniteit van Gods genade.

God is volstrekt souverein. Nimmer is Hij in cenig ding van iemand of iets afhankelijk. In Zijn toorn is Hij niet afhankelijk, kan Hij niet afhankelijk zijn van de eerst bedreven zonde van den mensch: Hij formeert den goddelooze tot den dag zijns kwaads.

Ook in Zijn genade is de HEERE souverein; Hij doet Zijn genade, dwars door allen tegenstand, heerschen; in het schenken ervan blijft Hij God, dat is. Hij is niet afhankelijk van de eerst ïng& treden bekeering van den mensch, neen Hij voert, •hoe de mensch ook is. Zijn genade tot heerschappij.

Alleen in die souvercine genade kunnen wij rusten. Wie haar wil hinden aan voorwaarden, waaraan de mensch eerst moet voldoen, vool" hij erin rusten kan; wie vraagt: is dit wel bij mij en dat en dat, om daarna, na een bevredigend antwoord, zich op de genade te laten neerzinken; die ziet niet de heerlijke souvereiiniteit dör genade; die miskent, dat God, ook hi Zijn genade, volstrekt onafhankelijk is; die wil den vasten grond niet vinden in God alleen, doch ook nog in zichzelf; en die raakt zoo God kwijt.

Ook als we telkens — bijna als een refrein — in het boek der Richteren lezen: „En de kinderen Israels deden dat kwaad wias in do oogen des HEEREN. Toen ontstak de toorn des HEE­ REN tegen Israël; en Hij verkocht hen in de ïiandi van.... „Toen riepen de kinderen Israels tot den HEERE, en de HEERE verwekte hun een verlosser, " ook dan blijft Gods genade souverein; want wel wordt eerst 'troepen om uitkomst en daarna pas 's HEEREN genadebetoon vermeld, maar achter dat roepen om uitredding staat al Gods genade, die zich realiseert, juist door de verdrukking en het gebed om verlossing.

Doch veel klaarder openbaart zich' de souvereiniteit van Gods genade in de geschiedenis van Simson. Er is een heel groot ondferscheid tusschen Simson en de andere richters; met name wat de aanleiding van hun optreden betreft. Die aanleiding — niet de oorzaak — is bij de andere richters steeds, dat het volk in den nood roepit tot den HEERE. Maar bij Simson lezen we van zulk een roepen niets. Integendeel, het v0lk5.dat idoor den HEERE is verlost uit de Egyptisclie slavernij, is nu zoo afgestompt, zooi serviel geworden, dat het tot Simson zegt: wist gij niet, dat de Filistijnen over ons heerschen? Daar is toch niets aan te veranderen. Van pleiten op "Gods verbondstrouw met verootmoediging over de zonden vinden we niets. Ja, als de HEERE dan toch m Zijn souvereine genade, die niet afhankelijk is van het roepen om verlossing, uitredt, dan wordt die verlossing niet aanvaard', maar wordt de verlosser uitgeleverd aan den vijand.

Om te huiveren: eerst, dat het volk zooi verhard is in de zonde, dat het, zelfs in de verdrukking, niet verlangt naar de vrijheid der kinderen Gods, volkomen den HEERE heeft losgelaten. Dan, als de HEERE toch de vrijheid sclrenktj dan willen de mannen van Juda liever slaven der Filistijnen zijn, zonder den HEERE, dan vrije kinderen Gods, m e t den HEERE. Dus ontdoen ze zich van dén verlosser, pogen zich te ontdoen van den HEERE Zelf. Als ze den HEERE maar kwijt zijn, dat is hun lust — zooals de Joden later den grooten Verlosser uilleverden aan den onderdrukker, Pontius Pilatus. Om zichzelf te kunnen handhaven, willen ze God wel prijsgeven.

Maar dan is er toch geen plaats meer voor igenadc! Dan is 't toch uit! Wonder van ontferming: ook dan blijft Gods genade souverein, is ze van niets afhankelijk: toch schenkt de HEERE uilredding; de Geest des HEEREN wordt vaardig over Simson en met een ezelskinnebakken slaat hij' 1000 man! God voert Zijn genade tot heerschappij!

* Maar, al is Gods genade volkomen onafhankelijk, zij werkt zich toch uit, niet buiten do menschen om, doch door hun roepen, door hun gelooven heen? Dat roepen en gelooven moet er toch zijn, wel niet als voorwaarde voor Gods genade, echter wel als vrucht ervan. En ontbre­

ken ze hier niet geheel? Er is nog een ondersdaeid tusschen Simson en de andere richters: de eerste is een Nazireër Gods, een geheel den HEERE toegewijde. Als dan bij 't volk het roepen en gelooven ontbreekt, dan geeft de HEERE het in Simson, die daarin de plaats van het volk inneemt, in zijn geheel naar den HEERE toegekeerd zijn; dan schept God Zich in Simson een we^, voor Zijn souvereine

genade. En daarin werkt al het heil in Christus. Gij moet in uw ellende roepen. Gij moet geloo^ ven. Maar wat geschiedt dat gebrekkig! Daarop kunt ge niet steunen. Daarop moogt ge nie[t steunen, want dan was Gods genade niet souverein meer. Neen, ge steunt alleen opi Chrisilus, in Wion God een weg scliiep voor Zijn souvereine genade, in Wien — Hij' is uw Hoofd — God u doet roepen en gelooven, steeds meer. En in dien wasdom van uw geloof is Gods genade u steeds meer souverein.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juli 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juli 1939

De Reformatie | 8 Pagina's