Geen rekensom-geloof.
Ongetwijfeld sijn een verbroken hart en een verslagen geest de offerande, die God behaagt en alleen waar deze zijn, kan de troost der vergeving gesmaakt worden; doch er is groote behoedzaamheid noodig bij het practisch aatt^ wenden van deze wet in het genadeleven, bij onze zelfbeproeving.
hl de eerste plaats is hier het gevaar, dat we daarbij onszelven zetten op de plaats van onzen God, door zelf te willen beslissen of er wel waarlijk en of er wel voldoende verbrijzeling en verslagenheid bij ons is; om. dan vervolgens óók self te beslissen of we het er voor houden mogen dat de vergeving der zonden ons deel is. Maar zóó maken we de zaak van onze verzoening mei God tot een rekensom, wier uitkomst, mocht ze a{ gunstig zijn, ons op den duur niet geruststellen • kan. Zóó soekeit we onzen vrede in ons eigen oordeel, terwijl we toch alleen in 't oordeel Gods kunnen rusten.
. „De. Reformatie", 5 December 19ê4.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1939
De Reformatie | 8 Pagina's