GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geneeskunde en Magie.

I.

Daar, waar de zuivere kennis van den eenigen waarachtigen God gaat verdwijnen, krijgen tooverij en waarzeggerij steeds meer maclit over de geesten der mensclien.

Dit belioeft geen aanleiding te geven tot verwondering.

Het leed en de ellende in deze wereld laten den mensch niet met rust. Op alle mogelijke manieren zoekt hij er aan te ontkomen.

Maar het bloot-natuiu-lijke leven geeft geen uitkomst. Geen enkele beschutting, die het gezonde verstand kan uitvinden, is in staat gebleken voldoende afweer te bieden tegen het kwaad, dat overal rondwaart. Men strijdt tegen een vijand, die zoo weinig van zich' laat zien en wiens gang: en zoo weinig zijn na te speuren. Hij komt, wanneer men hem niet verwacht. Hij maakt zijn slachtoffers zonder dat deze hem met de middelen van het natuurlijke leven afdoende kunnen weerstaan.

Daarom wil de mensch boven dit natumiijke leven uitgrijpen. Hij zoekt naar mogelijkheden om zijn bovennatuurlijken tegenstander ook op bovennatuurlijke wijze tegemoet te treden.

En zoo begint een tasten in het duister. Het natuurlijk kenvermogen kan hier geen leiding meer geven. Maar de bestaande godsdienstige voorstellingen bergen de mogelijkheid voor allerlei speculaties en fantasieën in zich. De verbeelding "kan daarin hoogtij vieren. De voor het redelijk denken meest onnatuiu-lijke verbanden worden gelegd.

Uit de sterren leest men het toekomstig lot van menschen en volkeren.

In den droom tracht men de stem der godheid te beluisteren.

Men ziet in booze geesten verspreiders van dood en verderf, van wie men slechts door bezweringen kan worden bevrijd.

Kunstmatig opgewekte extase geldt als een middel, waardoor men kennis van een hoogere wereld kan verkrijgen.

Met ceremoniën en tooverwoorden meent men de geesten der afgestorvenen te kunnen oproepen uit de aarde.

Wolken en winden worden beschouwd als voorteekenen.

Ook slangen, insecten en vooral de vogels staan in een levendige belangstelling als ontsluiters van het verborgene.

Men onderwerpt de ingewanden der dieren, en daaronder vooral de gal, de lever, de longen en het hart, aan een nauwkeurig onderzoek en verkeert in den waan daaruit conclusies voor de toekomst te mogen trekken.

En zoo is er haast geen ding of gebeurtenis, of men ziet er tenslotte een bepaalde beteekenis in. Men let op het drijven of zinken van voorwerpen, op de kringen, die een steenworp in het water veroorzaakt. Men speurt bepaalde teekenen in de vogelvluchten, in het vreten der hoenders, in het loopen der viervoetige dieren. Toevallige gebeurtenissen zooals het niezen, het breken van een schoenriem, het stooten tegen een steen, worden van het grootste belang voor iemands verderen levensloop geacht.

En naast deze pogingen om het verborgene te kennen, staan dan die, welke beoogen om bovennatuurlijke (eventueel: goddelijke) krachten te hanteeren. i)

De zwaartekracht wordt opgeheven, en niet alleen menseben, maar ook voorwerpen gaan zonder eenige zintuigelijk waarneembare aanraking de lucht in. Het hooren en zien verheffen zich boven tijd en ruimte, en voorwerpen en gebeurtenissen worden op verren afstand of zelfs in de toekomst waargenomen.

Het lichaam wordt door allerlei oefeningen in een dusdanige conditie gebracht, dat het zich zou kunnen onttrekken aan de wetten der natuur.

Dagenlang kan men het stellen zonder voedsel.

Heel hooge temperaturen blijken zonder schade te kunnen worden verdragen.

Er zijn er, die zich voor pijn ongevoelig kunnen maken of zich aan het geziclatsvermogen van een ander kunnen onttrekken.

De Oudheid is vol van deze soort m antiek en m agie.

We treffen haar aan in Babel; dan ook bij de Meden en de Perzen; bij de Egyptenaren en de Arabieren; bij de Indiërs en de Chineezen; bij de Germanen en de Scandinaviërs; bij de Grieken en de Romeinen. 2)

Het geheele leven van deze volkeren is er van doortrokken. In alles, wat er gesclaiedt, ziet men de werking van geestelijke machten. Wel zijn de voorstellingen, die men van deze werldng heeft, verschillend en niet overal dezelfde, wel staat het eene volk op een hoogere trap van ontwikkeling dan het andere, maar gemeenschappelijk is toch de voorstelling, dat men over middelen beschikt om met die machten in verbinding te treden om daardoor aan dreigende gevaren te ontkomen.

Niet ieder is evenwel gemachtigd of in staat van deze middelen gebruik te maken. In schier ieder land is er een bepaalde sland van menschen, een kaste, die de rol van bemiddelaar tusschen het rijk der geesten en de menschheid speelt. Meestentijds zijn het priesters, die de toekomst onthullen en de wegen aangeven, waardoor het verderf en de plaag kunnen worden tegengegaan. Tot hèn wendt het volk zicli om raad. Zij bepalen den levensgang van den enkeling en van de natie. Z|ij staan in het middelpunt van het volksleven.

En daarom zijn zij het ook, tot wie de zieken zich wenden om de verlossing van hun kwalen. De magiër is tevens arts. De geneeskunde voert welbeschouwd geen zelfstandig bestaan. Zij wordt door de religie bepaald en beheerscht. Zij is in de eerste plaats afhankelijk van de bestaande godsdienstige beschouwingen en voorstellingen. Wel kent zij, zooals we nog zullen zien, een zeer groot aantal doelmatige voorschriften en methoden van behandeling, die zij grootendeels, mede dank zij een naarstig beoefende volksgeneeskxmde, ontleend heeft aan een eeuwenlange ervaring van voorgeslachten uit een grijs verleden, maar deze zijn toch alle in een min of meer ritueel gewaad gehuld.

Bij de animistische volkeren ontmoeten wij den

1) Encyclopaedisch Handboek van het Moderne Denken: Magie.

2) Christelijke Encyclopaedic: Magie. medicijnman. Daar wordt het geloof gehuldigd, dat de ziekte een booze geest is, die verdreven moet worden. Uitgedoscht met een zonderlinge verzameling van allerlei huiden, staarten en veeren, begint deze medicijnman zijn dans om den zieke met in de eene hand een trommel en in de andere een tooverstaf. Onder het uitstooten van allerlei geluiden en het zingen van magische zangen, hoopt hij er dan in te slagen den daemon op de vlucht te jagen.

In het oude Mesopotamië, het land van de Sumeriërs, de Babyloniërs en de Assyriërs, is de geneeskunde tot een systeem verwerkt, dat duidelijk zijn afhankelijkheid van de daar heerschende wereldbeschouwing verraadt. De wereld heeft het karakter van een kosmos. Geestelijke machten regeeren haar en voeren op zuiver wetmatige wijze him heerschappij in de natuur. Op hun beurt zijn zij weer aan een hoogste macht onderworpen. Alle dingen staan met elkaar in verband. Het besluit der goden regelt den loop der sterren en deze brengen weer het goede en het kwade volgens vaste wetten. En doordat ieder ding, het kleinste zoowel als het grootste een spiegelbeeld van den kosmos is en tegelijk zelf weer een spiegelbeeld van alle overige dingen, zal onder meer ook een juiste kennis van den stand der sterren en een juiste interpretatie daarvan het levenslot van een mensch kunnen onthullen. Ook droomen en gedragingen van dieren kunnen hiertoe dienstig zijn.

Naast deze drie natuurverschijnselen komt nu nog als vierde element de magische beteekenis van het getal. Vooral de getallen vijf en zeven zouden over krachten beschikken, die reeds bij de vorming en de ordening der wereld hun macht hadden doen gelden. Vijf is het getal der planeten, zeven dat van de planeten plus zon en maan, van de kleuren van den regenboog en van de dagen der week.

En zoo zijn het drie grondideeën, die we in de Babylonisch-Assyrische wereldbeschouwing aantreffen. De wetmatigheid van al het gebeuren volgens goddelijken wil, de heerschappij der sterren over de wereld en de hooge waardeering van het getal vormen daarin het steeds terugkeerende thema.

Ook de geneeskunde komt daar niet los van te staan. Goden en daemonen zijn de directe verwekkers van ziekten. Slechts door bezweringen en tooverformules, door het brengen van offers en het gebruik van amuletten, kunnen zij van hun booze voornemens worden afgebracht.

In de sterren vindt men het antwoord op de vraag, of de ziekte een gunstig verloop zal hebben of met den dood eindigen. Het opkomen en weer verdwijnen van epidemieën, de wisseling in frequentie van bepaalde aandoeningen en kwalen, het normale zoowel als het ziekelijke proces in het menschelijk lichaam, het wordt alles afhankelijk' gedacht van wat aan het firmament valt waar te nemen.

Droomen geven leiding aan het geneeskimdig handelen.

Gedurende het ziekteverloop gelden dagen, die door het getal zeven deelbaar zijn, als ongunstig. !Men ziet er dan ook op zoo'n dag van af om eenigen ingreep bij een patiënt te verrichten.

Ook op de geneesktmde van de oude Perzen wil ik in verband met mijn onderwerp wijzen.

Bij dit volk vinden we weer geheel andere religieuse voorstellingen dan in het oude Mesopotamië.

Maar ook hier is het medisch denken en handelen gebracht onder het aspect van de religie.

De leer van Zoroaster, den hervormer der Iranische godsdiensten, is een cultus van geestelijke en lichamelijke reinheid. Tegenover het goede principe in deze wereld staat het kwade. Deze beide

principes woi'stelen om de macht. De tegenstelling gaat tusschen reinheid en onreinheid, die zich zoowel in gedachten, woorden en handelingen, als in het lichamelijk leven van den mensch, maar ook in de natuur voltrekt. De ziekte is het werk van het booze principe. Zij is onrein, zooals het lijk en de afscheidingsproducten van het lichaam.

Tot den priester wendt men zich daarom ook in dagen van ziekte. Men rekent er op, dat hij in staat is door zijn godsdienstige handelingen en ceremoniën het onreine pi-incipe te verdrijven.

Ook hier dus weer een overgaan in elkaar van religie, magie en geneeskunde. De priester is door zijn magie de geneesheer bij uitstek.

En als laatste voorbeeld van bovengenoemde betrekking in de grijze oudheid, wil ik nog wijzen 'op den z.g. tempelslaap, zooals deze vooral in Griekenland in gebruik was.

De god Asclepius werd daar vereerd als degeen, die de ziekten kon genezen. In verschillende plaatsen had hij zijn tempels. De voornaamste was in Epidaurus gelegen. Vooral daarheen stroomde een groote schare van hulpzoekenden.

De zieke mocht niet dadelijk den tempel betreden. Allerlei voorbereidingen moesten daaraan voorafgaan, onder meer bestaande in het verrichten van wasschingen, het nemen van baden, het doen van gebeden, het brengen van offers en het houden van vastendagen. Daarbij kreeg hij ruimschoots gelegenheid kennis te nemen van de inscripties en afbeeldingen, waarin vroegere patiënten van hun wonderbare genezingen verhaalden. Priesters gaven daarbij de noodige toelichtingen.

Zoo werkte de geheele omgeving er toe mee hem in de grootste spanning te brengen.

In zulk een toestand werd hij dan eindelijk des avonds tot het binnenste van den tempel toegelaten. Nog eenmaal werden offers gebracht en dan legde hij zich met zijn medelotgenoten neer aan den voet van het beeld van Asclepius. Slaap maakte zich' van hem meester. En nu verscheen in den droom de god met zijn dochter Hygieia en zijn slangen. De één meende zijn aanraking te gevoelen, de ander geloofde hem te hooren spreken, een derde zag de slangen zijn wonden lekken. Aan sommigen werden geneesmiddelen en bepaalde kuren voorgeschreven. En als de morgen aanbrak, kon hier een blinde weer zien, daai- een doove weer hooren, en ginds een ander den inhoud zijner droomen aan de priesters meededen, die dan voor een verklaring daarvan moesten zorg dragen. Bracht de eerste nacht geen raad, dan werden meerdere nachten in het heiligdom doorgebracht. En bleef tenslotte ieder succes uit, dan moest dit toegeschreven worden aan het onjuiste begrip van den patiënt, die zijn ondervinding in den droom op een verkeerde wijze aan de priesters had weergegeven.

Met deze voorbeelden uit de oude wereld wil ik volstaan.

Toch moet ik vOor één misverstand waarschuwen.

Al speelde de magie bij de genezing van den zieke de hoofdrol, niettemin valt in de maatregelen, die de magiër zijn patiënten voorschreef, heel veel te onderscheiden, wat naar onze moderne inzichten met tooverij niets te maken had, maar integendeel op een goede waarneming der natuiirprocessen berustte.

De artsenijschat der Babyloniërs bevat een tamelijk groote verzameling van geneesmiddelen, die afkomstig zijn uit het rijk der planten, dieren en mineralen. En in een rijke verscheidenheid van vormen vindt de therapie aanwending: in dranken, mixturen, zalven, omslagen, baden en clysmata.

De voorstellingen, die de Perzen zich over reinheid gevormd hadden, leidden tot een hygiënische levenswijze.

De priesters in den tempel van Asclepius gaven bij uitlegging der droomen meestal zeer behartigenswaardige voorschriften, waarbij zij vooral aandacht schonken aan een jpassend dieet en een verstandige levenswijze.

Inderdaad, men mag bij de beoordeeling van de geneeskimde der oudheid niet vergeten, dat veel, •wat op magie geleek en als zoodanig ook bedoeld -werd, in den grond niets anders was als het gebruik maken van bloot-natuurlijke processen, die men door ervaring had leeren kennen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1940

De Reformatie | 8 Pagina's