GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vereeniging van alle Christgeloovigen op den grondslag van Gods Woord en de Confessie.

II.

Weliswaar mogen we niet vergeten de loffelijkheden des HEEREN en Zijn wonderen, die Hij intussclien toch ten onzent gedaan heeft beginnende in de vorige eeuw. Maar oók dan doet zich weer het bedroevend" verschijnsel voor van een gestuite reformatie, tengevolge waarvan deze tijden toch gekomen zijn.

Want het heeft Gode wel behaagd de Gereformeerde Kerken onzer voorouders vanwege haar verbondsverlating te bezoeken met een geest des diepen tolerantieslaaps, die verder weer tengevolge had, dat men in 1816 al te gemakkelijk zich slaan liet en, liggen bleef in collegialistische boeien, waarna tenslotte weer bij velen de kracht ontbrak om tegen het kerkbederf ten opzichte van leer en leven te strijden. Maar God heeft toch ook toen weer Zijn Woord op den kandelaar willen zetten en de vorige eeuw heeft zoowel in als buiten de Ned. Herv. Kerk terugkeer naar Zijn Verbond te zien gegeven. Toch zijn de Gerefornneerde Kerken zooals onze voorouders die gekend hadden nooit meer te voorschijn gekomen tot nu toe. Ja, de Gereformeerde gezindheid is toen eerst recht schrikkelijk verdeeld geworden. De Gereformeerde belijders in Nederland zijn sindsdien over zulk een groot aantal afzonderlijk vergaderende en elkaar uitsluitende kringen verspreid geraakt, dat bij een poging tot opsomming daarvan ook een- tamelijk sterk geheugen toch te kort schiet. Bedroevend om zoo'n lijst te zien. Het 16de eeuwsche schoone bijvoegelijke naamwoord Gereformeerd is van allerlei voor- en achtervoegselen voorzien. Een puzzle voor de volkstellingsambtenaren. Er is geschamperd van een repeteerende breuk.

En tenslotte is — zoo denkt immers bij zichzelf toeschouwend Nederland — dat gróote aantal kerkjes in 1944 nog weer met één vermeerderd en zijn bij de Oud-Gereformeerden en Dordtsch-Gereformeerden en Vrij-Gereformeerden , enz. enz. de Vrijgemaakt-Gereformeerden gekomen. Ik merkte reeds daartegen op, dat wij slechts zijn gebleken die we waren.

Maar inderdaad dat groote getal is zeer ellendig. Toch smart ons deze ellende van het aantal nog niet eens het diepst. Van al deze groepen valt nog goeds te zeggen. Zij hebben tenminste vrije kerken willen zijn, vrij van staatsdwang en zij hebben het tenminste op prijs gesteld niet alleen Gereformeerd te heeten maar ook te zijn, zij 't ook op haar manier. Zij hebben er tenminste niet aan gedacht om met b.v. het modernisme onder een kerkelijk dak te huizen. Dat ze in dien strijd het onderling contact wel eens verloren en haar plaats in het convooi kwijtraakten, is te begrijpen. Maar dat ze elkaar later niet anders dan bij uitzondering weer vinden konden, dat was zoo erg. Dat men ondanks de gemeenschappelijke gehechtheid aan den Gereformeerden naam en ondanks het zeggen van te buigen voor een Goddelijk Woord en van in te stemmen met één Gereformeerde confessie van elkaar gescheiden bleef en' dus elkaar veroordeelen bleef als niet Gereformeerd, dat was zoo erg. Men verstond elkaar niet meer al sprak men dezelfde kerktaal. De kindeien waren ten prooi gebleven aan de spraakverwarring der vaderen. Een voorbeeld.

Zoo hadden b.v. de Chr. Geref. Kerk en de Geref. Gemeente!) officieel één zelfde belijdenis en bogen ze voor één en het zelfde Woord van God. Toch weet ieder, dat de uitspraak van 1930 door de Geref. Gemeenten gedaan, n.m.l. van een genadeverbond, dat in de eeuwigheid zou zijn opgericht en dat slechts met de uitverkorenen zou zijn aangegaan nooit ende nimmer door de Chr. Gereformeerde Kerk zal worden aanvaard, als ze er tenminste over blijft denken gelijk vandaag, en dus een onoverkomelijk bezwaar zal vormen bij eventueele iusiepogingen tusschen die twee. Gezwegen nu nog van de vraag of genoem, de officieele uitspraak van de Gereformeerde Gemeenten — die, tusschen twee haakjes, mij voorkomt niet kwaad te strooken met de thans heerschende leer in de „Geref. Kerken" — ik zeg, gezwegeh nu van de vraag of die belijdenisuitspraak over het genadeverbond Schriftmatig is of niet, U zult het even als ik met droefheid constateeren, dat zoo'n scherp geschil mogelijk is tusschen zulken, die er hartelijk van overtuigd zijn, zoowel de een als de ander, het Woord Gods en de Drie formulieren van eenigheid aan hun zijde te hebben. Hier zien we Weer de spraakverwarring, waaraan Gereformeerd Nederland sinds eeuwen lijdt. Hier hebben we weer te doen met de miserabele gevolgen van Woordverlating in de Kerk. En dan nog wel met een woordverlating niet zoo grof en opzienbarend als b.v. die van het oude modernisme. Maar met een verfijnden geest van Woordverlating, die zich genesteld heeft in vertrouwde preeken en verhandelingen, ' een geest die toch eigenlijk steeds den mensch eerde in plaats van God, al scheen het tegendeel 't geval; hetzij den geleerden mensch, die voor de gemeente Gods zijn stukken leer uitstalde, hetzij den vromen mensch, wiens ziel ten aanschouwe van de arme schapen werd geanatomiseerd; hetzij beide tegelijk, omdat men b.v. vóór den middenzang een droog scholastiek vertoog ten beste gaf en na den middenzang een zoet mystiek klontje; hetzij een bedachtzaam, evenwichtig, afgemeten en handig geroerd mengsel van zoogenaamde voorwerpelijke en onderwerpelijke bestanddeelen; in plaats van eenvoudige opening van het Boeli des Verbonds voor de gemeente des verbonds, waardoor de Heilige Geest haar komt binden aan den Middelaar des Verbonds, opdat zij wandele door het geloof in gemeenschap met haar God en Vader des Verbonds in de tien woorden Zijns Verbonds, waarbij aan de rechtvaardigen in die verbondsge­ meente het wel en aan de goddeloozen in die zelfde verbondsgemeente het wee gepredikt wordt, de zegen en de vloek des verbonds.

Waar zóó het Woord Gods gepredikt wordt, daar zal Gods Geest de rechte eenheid, namelijk de eenigheid des waren geloofs, doen geboren worden en, naar buiten doen vruchten dragen in kerkelijk samenleven, maar waar dat niet geschiedt zal men al verder van elkaar af raken, omdat men elkaar niet meer verstaat; omdat men niet meer dezelfde gedachten heeft als men dezelfde woorden gebruikt; omdat men niet meer hetzelfde bedoeld als men Gods Woord spreekt en omdat men niet meer hetzelfde bedoelt als men, hoe breed ook, de kostelijke oude belijdenis citeert.

Wanneer we thans in het bijzonder letten op de Gerei. Kerken — dus die kerken, welks sinds 1892 met elkaar verbonden waren — dan komt het genoemde verschijnsel, hetwelk we de eeuwen door waarnamen, hier stellig niet minder benauwend op ons af. Immers constateeren we dan in de geschiedenis van die kerken weliswaar, eenerzijds onmiskenbare symptomen van terugkeer tót, doch anderzijds evenzeer bewijzen van verlating van het Woord, totdat we juist in onzen tegenwoordigen tijd tot onze diepe smart die kerken tengevolge van het gewelddadig stuiten van reformatorische actie in zwaren strijd verwikkeld zien.

De Afscheiding begon zoo goed, zoo eenvoudig, zoo dicht bij Schrift en Belijdenis. Neen, we moeten ook haar niet afgodisch verheerlijken., Van mystieke elemen- , ten pleiten we haar niet vrij. Maar hoe kon het ook anders, de meeste krankheden komen te paard, doch gaan te voet. En een ziekteproces van circa twee eeuwen laat zich zeker in geen halve genezen.

Toen kwam de Doleantie. Wederom een ernstige poging om terug te keeren naar het Woord. En op het punt der Kerkregeering kunnen we soms beter naar haar luisteren, dan naar die der Afschadding. Dezelfde Ds Scholten van Zuidhorn b.v. die onlangs door Prof. den Hartogh, posthuum schorsingswaardig is verklaard vanwege zijn Schriftmatige Sacramentsleer — volgens Ds Scholten bezegelde de doop n.m.l. niet ons geloof maar Gods belofte — deze zelfde Ds Scholten verweet in „de Vrije Kerk" van 1884 aan de voormannen der Doleantie de zonde van Independentisme, omdat zij niet wilden erkennen, dat de classis boven den kerkeraad staat en de synode wederom boven de classis. Het moet een zegen geacht worden, dat de Gereformeerde Kerken inzake de kerkregeering niet in deze „lijn der Afscheiding" zijn voortgegaan. Tenminste aanvankelijk niet, want deze deformatie bleef helaas voor onze dagen bewaard.

Toch was de doleantie van meetaf rationalistisch besmet wat bepaald haar invloed op de leering in de kerk betreft. In 1876 reeds signaleerde de oude Gispen het opkomend gevaar. Zeker, hij wilde niet nalaten den terugkeer naar, zooals hij het noemt, „de Gereformeerde opvatting van Kerk en Kerkbestuur" te eeren als „een verblijdend verschijnsel". „Maar", schreef hij verder, , , voorzoover (de naam Gereformeerd) een partijleus geworden is, en men het kenteekeu van wat al of niet Gereformeerd is, minder objectief in de Belijdenis heeft gesteld, maar veeleer in de stelselmatige ontwikkeling der leer door de godgeleerden der 17de eeuw, en naar de wijsgeerige methode van Prof. Scholten een modern huis heeft pogen te bouwen, met een ouderwetschen gevel er voor, betwijfelen wij of een zoodanige partijstrijd de gemeente des Heeren werkelijk tot blijvenden zegen kan strekken."

De herinnering aan Scholten is scherp. Kuyper was eens leerling van dezen Schol ten, de rationalist, en men vergete toch nimmer, dat niet alleen door scholastieke gedachtenspinsels de mensch zich boven de Schrift verheft, maar niet minder de mystiek zich aan deze zonde schuldig maakt met haar prediking niet uit het Woord van onzen God, doch uit de ziel des menschen; de mystiek met haar bevindelijke zielsbeschrijving in plaats van eenvoudige gehoorzame Woordbediening voor den ganschen mensch, naar binnen en naar buiten. Ernstig zijn zoowel Afscheiding als Doleantie in haar gang terug naar het Goddelijk Woord en de uit dat Woord getogen belijdenis door dit rationalisme gedwarsboomd. Gispen was de eenige niet, die dit gevaar signaleerde.

Het is ook later, in de jaren voor 1892, wel door de voormannen der toenmalige Chr. Geref. Kerk opgemerkt. Men herinnere zich slechts Wielenga's waarschuwing voor het hernieuwde Maccovianisme. Zelfs heeft een klein deel d.er toenmalige Chr. Geref. Kerk dit gevaar dermate aangevoeld, dat het o.a. ook daarom geen vereeniging met de Ned. Geref. Kerken heeft aangedurfd. Ik weet het, die houding is afgekeurd. Deze Chr. Gereformeerden hadden de fout gemaakt, dat zij de particuliere opinies van theologen verwarden met de gemeenschappelijke belijdenisschriften van kerken. Toch zullen in het debaclejaar 1944 mijn gedachten niet de eenige zijn geweest, die menigmaal teruggingen naar die bevreesde Chr. Gereformeerden van 1892. De droeve uitkomst heeft hun vrees helaas toch niet geheel beschaamd. In 1944 zijn de Gereformeerde Kerken immers gescheurd, behalve door de zonde der Christusontkroning, ook tengevolge van het gewelddadige optreden in haar midden van juist dat nare systeem, dat onze Chr. Gereformeerde broeders reeds eenigszins in 1892 en veel meer nog daarna hartgrondig hebben verfoeid. En inderdaad zal men voor het naspeuren van de wording van dit systeem niet bij Kuyper kunnen blijven staan. Tot zijn verschooning moet erkend, dat hij met zijn theorie eener onmiddellijke en eener veronderstelde wedergeboorte gelukkig niet origineel was. Men zal via hem terug moeten gaan op Maccovius en Voetius en vandaar, achter Confessie, Institutie en Reformatie om, naar de Roomsche patres met hun opvattingen van genade, van heilig, van wedergeboorte enz., kortom naar dé periode van het Wijkende Woord bij uitstek, de Middeleeuwen. Maar dat Kuyper in deze rij van óns uitgezien een eerste is geweest, staat ook in onzen kring stellig vast.

(Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 november 1945

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 november 1945

De Reformatie | 8 Pagina's