GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Roomsch en protestantsch.

Bij de uitgevers Van Gorcum & Có. te Assen verschijnt „Het Gemeenebest", „maandblad voor het Nederlands Volksgeheel en tot bevordering van de Volksgemeenschap".

In VI, 2 komt deze passage voor:

Wij willen en kunnen niet met het R. Katholieke Zuiden handelen zooals Engeland handelde met Ierland. Vifij willen steeds meer en beter een gezonde basis van samenwerking zoeken tusschen beide confessies. Daarbij moet gewaakt worden tegen de Duitsche oplossing, die de godsdienstige verschillen in staatsvergoding negeerde. De betere verhouding van Protestant en Roomsch-Katholiek kan. uitgaan van kleine kringen in het volk, die trachten elkander over en weer beter te verstaan en die met elkander willen bidden. Dit doende zoeken zij niet met elkander naar een Nieüw-Nederlandsche godsdienst voor allen geschikt, nog minder naar een oud-germaansche. Zij zoeken in elkander de werkelijke Christen en ervaren smartelijk de scheiding door eeuwen heen gegroeid en gestijfd. Men zegge niet dat zulks onmogelijk is.

Zoolang het initiatief aan die „kleine kringen" wordt gelaten, zal van een werkelijke toenadering in den bovenbedoelden zin niet veel komen. Voor het overige herinneren wij aan de pogingen van Koning Willem I, , , verlicht despoot", na de fransche overheersching. Die zijn — gelukkig — ook gestrand; gelukkig, want ze gingen uit van verkeerde praemissen en streefden een verkeerd doel na. Laat ons na de duitsche periode niet weer onnoodig leergeld betalen.

Jeugdorganisaties.

„Het Gemeenebest" {VI, 1) schrijft over de verschillende pogingen in de richting van een eenheidsorganisatie van de jeugd. Over de Gelefoimeeiden merkt het orgaan op:

„Bijna zonder uitzondering zijn de oude organisaties herleefd. Inwendig voltrekt zich hier en daar een enkele wijziging. Zoo hebben de Gereformeerde knapen- en meisjesvereenigingen hun karakter van jeugdgroep eenigszins geaccentueerd door samen te gaan in een nieuwe overkoepelende- organisatie der Gereformeerde jongeren".

Wat wij daarvan hoorden en lazen (ds Knoop schreef erover), was niet best. Onze (vrijgemaakte) vereenigingen moeten zich maar niet laten „overkoepelen", — dat werkt de dictatuur maar in de hand. Aan het slot van het artikel ontleenen we:

In het algemeen zal te veel aan organisatie onze jeugd geen goed doen. De geschiedenis der Duitsche Jeugdbeweging kan in dezen een typisch voorbeeld geven. Hier was na den vorigen oorlog aller oog gevestigd op de jeugdbeweging, die bron van idealen en persoonlijke houding. Maar, terwijl de jeugdbeweging op die wijze in vaste banen kwam, gefêteerd werd en materieel versterkt, groeide een nieuwe generatie der jeugd op buiten deze gefixeerde idealen. Zooals L. Dingrave zoo aardig opmerkt, was de jeugd van 1918 en 1930 nog „jeugd", kende de oude idealen niét meer en was stuurloos een willige prooi voor de extremistische politielse partijen. Deze geschiedenis illustreert, hoe belangrijk het is om niet de blinddoek van een hechte organisatie voor te doen terwijl het leven daarbuiten' verder gaat.

Voor ons een les: wèl stevig organiseeren, maar dan steeds op eigen principieele basis en met de oogen wijd open voor „het ieven".

Het iantasie-tje.

Ds J. M. Spier schrijft in „Geref. Kb." (synodocratisch):

Daartegenover staat, dat niemand van de nu vrijgemaakten door eenige kerkelijke instantie geschorst of afgezet is vanwege- ketterij, maar vanwege de zonden van kerkveischeuring. Wat ons verdeelt is primair geen belijdenis-verschil, doch —• als we 't zoo mogen noemen — een ethisch verschii, een zonde op zedelijk gebied, een niet handelen in eerbied voor en uit liefde tot de kerk des HEEREN, het lichaam van Christus. Om kwestietjes, die zeker niet centraal zijn, maakt men ijskoud de kerk kapot. Dat is erg, heel erg.

Hoe men toch kan fantaseeren! Als men ja oi neen moet zeggen op de vraag, of men belooft niets te zullen leeren dat niet ten volle in oveieenstemming is met uitspraak zoo of zoo, en men wordt om het neen weggezonden, dan is dat toch een wegzenden om de ieer? Die bindend verklaard is? En dan als Gods Woord is aangediend? De redeneering van ds Spier is roomsch. De paus zegt ook: ik beslis; wie dus mijn LEER-decreten verwerpt, die maakt zich schuldig aan gezags-miskenning. Art. 7 der Belijdenis moedigt tot „kerkscheuring" aan •— als ds Spier gelijk heeft.

En dan die , , kwestietjes". Is preekverbod, afzetting een klein kwestie-tje? Moest , , cand." zoo of zoo koekebakker worden? En ondergeteekende handelsreiziger? Of moesten ze weigeren in staking te gaan tegenover hun Zender? Zeker, het is heel erg, dat ds Spier den kansel van Christus sluit voor trouwe profeten.

Het is hem tot zonde, anders niet.

K. S.

De weldaden des verbonds.

Ds W. W. Meynen (de man van het , , menschelijk volmaakte" Praeadvies) citeert als nummer zooveel van mij een citaat uit vroeger dagen in zijn kerkbode. B.v. dit:

„Voor de leer dat gelool en bekeeiing ook tot de weidaden des verbonds behooren, is in directen zin geen plaats meer op dit standpunt en daarmee is in beginsel de overgang naar het piëtisme gemaakt en de plaats van de hypocrieten in de kerk van een kerkelijk etiketje voorzien".

Ds Meynen schrijft: De lezer oordeele. Nu, dat kunnen onze lezers wel doen. Zij kunnen weten, dat ik met de oude theologen ALLE goederen (ook de rechtvaardigmaking, ook de heiligmaking, ook de heerlijkmaking, de zaligheid) reken tot de bondsgoederen. Maar ik vind het lichtzinnig, daaruit af te leiden: de kinderen moet ge houden voor reeds zalig gemaakt tot het tegendeel blijkt. Precies zoo schreef ik in denzellden tijd waaruit ds Meynen citeert: het is licht genoeg, daaruit af te leiden: de kinderen moet ge houden voor reeds wedergeboren, tot het tegendeel blijkt.

Maar dit haalt ds Meynen niet aan. Hij citeert liever uit een Drentsch miniatuur-arsenaaltje. En als hij mijn brief van 13 Dec. 1943 aanhaalt, laat hij precies die passages weg, waar alles op aankomt. Wat hij aanhaalt, ging

om BUITEN de bekende formule.

K. S.

De kerk in Indië.

Je Maintiendrai schrijft een artikel met uittreksels uit, , brieven uit Batavia". Ons trof deze passage:

Het geestelijk leven onder de Europeanen heeft door het verblijf in de kampen een erge klap gekregen, die zo hard is aangekomen, dat men zich voor zulke dingen als godsdienst vaak niet meer interesseert. Een tweede punt dat opvalt is de verslapte band met Nederland. Dit komt o.m. tot uiting in de kerk, die neiging vertoont om zich van de kerk in het moederland los te maken en, zoals enkele Schotse en Amerikaanse kerken, alleen nog maar in correspondentschap met Nederland te treden.

Elders las ik een klacht over het hopeloos slechte kerkbezoek in Engeland. Of 't alles waar

is? In elk geval is 't goed, acht te geven.

K. S.

Hoe is 't met Indië?

De Groene Amsterdammer schrijft over het proces-Mussert. O.a. lezen we:

Toch is het proces ons iets te kort geweest, een vraag en een antwoord te kort. Mussert zei in zijn „laatste woord" o.a. (lang niet alle bladen hebben het vermeld) dat het geld, waarmee de N.S.B, haar verkiezingscampagnes financierde, voornamelijk uit Indië kwam. Onzes bedunkens had op deze bizonder belangwekkende mededeeling de vraag kunnen, ja moeten volgen, welke figuren het waren, die het royaalst bijdroegen tot het spekken van de verkiezingskas der Beweging. Men kan er van op aan, dat heel Nederland de ooren zou hebben gespitst bij het vernemen van die vraag, en van het antwoord een antwoord, dat van historische beteekenis zou zijn geweest.

Alleen van historische beteekenis? Ook van actueele beteekenis! Want het zou ons volstrekt niet verwonderen als bleek, dat dezelfde kringen, wier gevoelig gemoed zoo diep geschokt is door , , Soekarno's collaboratie" met het Oost-Aziatische fascisme, diengenen bizonder na staan, die zoo gul collaboreerden met het Europeesche fascisme dat ons 'land zooveel ellende heeft bezorgd.

De Groene geeft hierbij een plaat: op den voorgrond , , het mannetje Mussert", de rechterarm gestrekt; achter hem de schim van een In-

dischen grooten heer — gemaskerd.

K. S.

' De" antithese.

Hier volgt (overgenomen uit. „De Rotterdammer") stelling uit de dissertatie van Dr J. P. Vergouwen:

XI. De antithese als politiek organisatie-beginsel is onder de huidige omstandigheden verwerpelijk.

, , Onder de huidige omstandigheden". Ik dacht, dat juist onder die omstandigheden, waarin immgrs revoJutie-beginselen doorwerken, des te meer een principieele, en dus met de antithese als beheerschend feit rekenende politiek noodzakelijk was.

Het verwatert aan allen kant.

De heer Vergouwen promoveerde aan de

K. S.

De Hervormde Synode inzake de radio-kwestie.

Ds R. B. Evenhuis schreef in het Herv. Weekblad , , De Gereformeerde Kerk" over de radiomotie der hervormde synode, waarvan onze lezers reeds hoorden. We lezen o.a.:

, , Ik acht deze weinig gelukkig. Als men dan toch een motie had gewild, waarom dan niet één over Indonesië? Dat was toch wat actueeler en belangrijker geweest. De Synode had zich kunnen spiegelen aan Oegstgeest, met haar verstrekkende boodschap in dezen. Bovendien, was hier het Evangelie in het geding? Dan alleen toch heeft de Kerk een woord tot den Staat te richten, wanneer het gaat over de waarheid en de vrijheid en de doorwerking van het Evangelie, Staat het vast, dat deze alle veilig zijn in een nationale omroep uitgaande van een coöperatie? En kan de Kerk haar boodschap alleen spreken door middel van een, die voortkomt uit particulier initiatief? Of was dat een vriendelijkheid tegenover den aanwezigen minister-president? Al .deze vragen doen mij concludeeren: deze motie was . beter achterwege gebleven".

We zien hierin bevestigd wat wij te dezer

zake opmerkten.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 december 1945

De Reformatie | 10 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 december 1945

De Reformatie | 10 Pagina's