GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE KAMPER DAGEN.

Bizondere vreugde heeft de velen vervuld, die de „Kamper dagen" hebben bijgewoond. Onze 'Theologische Hoogeschool, geschonden door een „Synode", die aan recht en waardieid was ontzonken, en prijsgegeven aan 'n sectarische binding, die haar als belijdende wetenschappelijke inrichting onverdraaglijk was, is uit haar schande opgestaan. De vacatures zijn alle vervuld, en, behoudens den hoogleeraar voor de ambtelijke vakken, die door ongesteldheid was verhinderd, zijn de benoemden tot hun arbeid thans ingegaan.

De president-curator zette al aanstonds met het goede register in. Zonder eenige bitterheid, maar wel in rake typeering, wees hij op de schuld van hen die de scheur hadden getrokken in het leven van Kerken en Hoogeschool, liet zien hoe innerlijk tegenstrijdig het schismatieke drijven is in een Kring, die b.v. ook door de namen Bavinck en Berkouwer zich laat typeeren, en dankte voor de Goddelijke genade, die ons had teruggegeven wat we zoolang bezeten hadden, hersteld en verdiept.

Het woord was daarna aan ds D. K. Wielenga, die als lector voor de zendingswetenschap een openbare les gaf. Het verslag van de toespraak gaven' we in ons blad afzonderlijk. Wat ons daarin .trof, was vooral de duidelijke afwijzing der S5Tithesegedaclite: Het welhaast beroemde woord „a a n- knoopingspun f" maakte plaats voor het heel andersluidende: , , a a n g r ij p i n g s p u n t". Er wordt zoo heel veel gesproken over een „aanknoopingspunt", dat men voor de Christelijke evangelieverkondiging in het heidendom vinden wil; men moet toch ergens bij kunnen „a a n k n o o~ p en"? Spreker stelde liever de vraag; men moet toch ergens het heidendom kunnen a a n g r ijp e n? In de concrete uitwerking der aanknoopingspunt-theorie, zoo wees spr. aan, was óók van Gerefomieerde zijde meermalen allerlei speciilatie ten beste gegeven, b.v. ook met „gemeene-gratie-" en accommodatie-leer. Zich ten aanzien .van de door hem besprokeji! concrete kwesties daarvan ontdoende, zocht spreker een eigen weg, die in elk opzicht de blijken gaf van betrouwbaarheid ten aanzien van enkele kardinale vragen, welker beantwoording het denken van den belijder in het goede spoor houdt, dan wel onherroepelijk daarvan aftrekt.

Daarna kreeg prof. Deddens het woord. Van diens rede mochten we een uitvoerig verslag ontvangen. Het recht van en de plicht tot ratificatie van (o.a.) synodebesluiten werd uitvoerig verdedigd en aangewezen werd, dat dit recht en die plicht steeds in de geschiedenis was erkend. Tevens ook, dat wie er tegen opkomt, snijdt in het hart der Reformatie. Binnenkort zal van de hand (ook) van prof. Deddens een geschriftje verschijnen, dat op enkele bijzonderheden van deze interessante kwestie nader ingaat. Het zal tevens een antwoord zijn op wat te dezer zake door de „Synode" van- „de overzijde" in een onbewaakt oogenblik (dat evenwel toch beslissende en afsnijdende handelingen aandorst) geschreven werd ter afwijzing van dit ratificatie-recht, zulks tegenover ondergeteekende, die er natuurUjk van was uitgegaan. We kunnen met prof. Deddens' rede zeer blij zijn', want ter zake van het kerkrecht trok hij eindelijk weer de zuivere , lijn; de valsche leer, die ook voormalig „Kampen" : heeft geïnfecteerd en verplicht gesteld is, wordt | nu in het hersteld*» Kampen weer afgewezen in | overeenstemming met de belofte v£in het onderteekeningsformulier. De noodlottige consequentie der schending van de belofte, naar dit formulier afgelegd, is thans door den opvolger van dr G. M. den Hartogh voor het onderwijs ongedaan gemaakt

Na den kerkhistoricus en canonicus kwam de exegeet voor het Oude Testament aan het woord, prof. Holwerda. Tot onderwerp had hij gekozen het thema van den Priester-Koning. Men kent diens figuur uit psalm 110 en andere Schriftplaatsen. Zoo actueel als het onderwerp van prof. DeddenS was geweest, was nu dat van prof. Holwerda. Want het bood hem gelegenheid tot behandeling niét alleen van een uiterst belangrijk exegetisch vraagstuk, doch ook van een stuk openbaringsgeschiedenis, dat de kein raakt en voor schier elk onderdeel beslissend is. Op duidelijk aangegeven grond werd, en dit onder een prettig aandoende verwijzing naar het werk van wijlen prof. M. Noordtzij, positie ge- Kozen in onderscheiden détailkwesties van het te behandelen thema; en alles liep uit op een positief resultaat, dat ons met verheuging onzen openbaringshistoricus liet zien als eindelijk aanwezig- Jaren geleden schreef ik eens, ik weet niet meer waar, dat het studievak der openbaringshisttorie een der mooiste was, die de theologie ter bewerking had gekregen. Heel veel is er niet aan gedaan tot op heden; we hebben goede hoop, dfit onze wensch van jaren eindelijk gehoor vindt.

laatste spreker was prof. Greijdanus. Hij was de oudste in jaren, maar hield het spreken 't langst yoij en nèg zagen we hem stukken overslaan uit'zijn ma, nuscript. Ook deze redenaar — aftredend rector — had de keuze van zijn onderwerp laten bepalen door de kwestie van den dag: het verbond. Bizondere aandacht had de verhouding Oude tot Nieuwe Testament, en — Jeremia 31. We zijn blij, dat onze lezers nu reeds prof. Greijdanus' woord in brochurevorm ter beschikking hebben. Het was een passend besluit van den cyclus: positief werd een eigen geluid gegeven in afwijzing van wat de snel afzakkende, thans aan den partijstrijd eener synodalistische elite geknechte subjectivistische theologische productie „van den overkant" als haar resultaat praesenteerden in den laatsten tijd: de school der synodalisten. I

Dat was wel de hoofdindruk, die ons bij bleef, vooral toen we lazen wat ongeveer in dezelfde dagen ginds werd verhandeld, 'n Snelle poging tot afbraak van wat daar de laatste jaren geleerd was — toen men nog geen seminaristische allures had aangenomen. Een wederom spreiden van een Kuyperiaansch bedje door dr K. Dijk. Ben opwarmen van versleten theorie-tjes van enkele tientallen door hem, die ze nooit had kunnen houden tegen bestrijding. Dat waren de naakte feiten, die de scheur bewust verder trokken. De afstand wordt bewust vergroot. Een vredesoffensiefje onttrekt dat wel aan het oog der schare, maar voor wie op de hoogte is, teekent zich de lijn der bewuste distancieeringspoging van de thans gelijk geschakelde Kamper synodocraten duidelijk af. Temeer daarom zijn we . bUj, dat wij op tij d onze Hoogeschool weer zagen opleven, en dat ze in posietieve bijdragen getoond heeft te weten wat tegenover het theologisch verzwakkingsproces van de anderen te zeggen is. — Het wachten is nu nog oo de komst van prof. Veenhof. " > -

ÏNAUGUREELE REDE PROF. DEDDENS.

Maandagavond 28 Januari hield Prof. Deddens ter gelegenheid van de ambtsaanvaarding aan de Theol. Hoogeschool te Kampen een inaugureele rede over „De ratificeering' van besluiten der meerdere vergaderingen."

Spr. bracht in herinnering hetgeen eens geschreven was door een oud-Curator der Theologische Hoogeschool (Ds J. van Andel), dat de Kerk des Heeren is het bolwerk, de wijkplaats, het toevluchtsoord der vrijheid. Overal elders heeft men het schepsel naar de oogen te zien; in de Kerk des Heeren evenwel heeft het schepsel niets te zeggen. Niemand mag hier zijn broeder de wet stellen, niemand mag er zich als meester over zijn broeders opwerpen, die het deed, zou er treden in de heilige rechten van God en zijn aanmatiging van Gods rechten zwaar moeten boeten. Die vrijheid moet de Kerk bewaN»a; geen prijs achtte zij voor haar vrijheid te hoog. Maar zij kan haar vrijheid slechts behouden door gehoorzaam te blijven aan haar Heer. Zoodra zij Hem loslaat, komt ze onder de macht van het creatuur. Duur gekocht mag ze tot geen prijs dienstmaagd van het schepsel willen worden, zelfs van het machtigste niet.

Eer nu Spr. enkele gedachten over zijn onderwerk ontwikkelen ging, deed hij ter oriënteering voorafgaan een vluchtige historische schets.

Onder de vigueur van Christus' koninklijk regiment in Zijn Woord zien de Nieuw-testamentische Kerken haar positie en roeping duidehjk afgegrensd: elk harer is een lichaam van Christus, een compleet geheel, en al mogen ze tegenover elkander geen oogenblik de geestehjke eenheid verloochenen, van een institutaire eenheid is geen sprake: elke Kerk is vrij en zelfstandig tegenover de zusterkerken. In de Kerk geen heer of heeren, dan de Eenige Heer, wiens eigendom ze zijn.

In den na-Apostolischen tijd zijn alhier de Kerken al weer aan haar roeping ontzonken. Woordverlating gaat gepaard met het zich assimileeren van paganistische tendenzen en gedachten; één der opzieners of epis Kopoi, wien de leiding der vergaderingen is opgedragen en die de Gemeente naar buiten vertegenwoordigt, krijgt in den strijd met de dwaalleer en onder begunstiging van de zich in on-Schriftuurlijke lijn ontwikkelende leer van offer en SacrKtnenten, vooral van de boete, al meer wacht.

Zoo worden de eerste stappen geze^ op den weg van de vrijheidsberooving der Kerk, maar geleidelijk Iaat zö zich vaster binden, nu door menschen buiten de plaatselijke Kerk. De Synoden komen op, die eerst dienen tot onderlinge voorlichting, raad en hulp. De Synodebesluiten binden niet, van dwangmaatregelen tegen een dissentieerende minderheid is geen sprake. Langzamerhand worden de echte bisschops-Synoderi, hët volk dat eerst zijn toestemming gaf aan de genomen besluiten, wordt geweerd, tot eindelijk één der bisschoppen, als de absolute en universeele bisschop het heft in'ïianden krijgt, de Synoden gaat beheerschen eh absolute gehoorzaamheid eischt; onderwerping aan hem is nood­ zakelijk ter zaligheid; hij heeft de vrije beslissing over het samenroepen, verlegging, verdaging en opheffing van een oecumenische Synode, haar besluiten erlangen alleen rechtsgeldigheid door zijn toestemming en worden eerst op zijn bevel gepubliceerd.

Tegen deze weergalooze geestelijke tirannie^ zijn de Reformatoren in verzet gekomen. Zij appelleeren van den i paus - op > . Christus, , van menschenwoord op Gods Woord en tegen de dre.unende slagen van j hun verontwaardigde kritiek blij& t het in menschen-; oog 'zoo trotsche hiërarchische bouwsel niet be-' stand. In Christus naam ontneemt Luther aan paua; en conciliën het recht, alleen te oordeelen wat chris- j telijk is: dat recht komt toe aan elk Christen'en! aan alle Christenen in 't gemeen. Zwingli houdt; reeds in het eerste Züricher religie-gesprek staande, dat de beslissing over de materieele overeenstemming van Kerkleer en kerkelijke praktijk met den onaantastbaren, normatieven Schriftinhoud niet ligt bij de hiërarchie, maar bij de Christelijke Gemeente in haar staats-sociale vertegenwoordiging. Maar terwijl nu zoowel Luther als Zwingli gefaald hebben, waar zij de grenzen van het gezag der burgerlijke Overheid uitgezet hebben tot ver binnen de frontieren van de rechten en vrijheden der Kerk, daar heeft Calvijn de lijnen zuiver getrokken.

Wie alleen maar blijft bij het vierde boek van zijn institutie, vindt in hoofdstuk na hoofdstuk één scherpe. Schriftuurlijke bestrijding van de hiërarchie in Christus* Kerk.

Alle gezag en waardigheid, zegt hij, is in de Kerk niet eigenlijk gegeven aan de menschen zelf, maar aan den dienst, waarin zij gesteld zijn, of (om duideüjker te spreken) aan het Woord, welks bediening aan menschen is toevertrouwd. Niemand mag zich in de Kerk een heerschappij aanmatigen, waarvan de Apostel Paulus zegt, dat ze hem niet toekomt, namelijk te heerschen over eens anders geloof. Als dan ook de Roomsche bisschoppen zeggen, dat het algemeen concilie het ware beeld der Kerk is en onmiddellijk door den Heiligen Geest wordt geregeerd en dus niet dwalen kan, terwijl ze voor zichzelf anhexeeren wat naar hun bewering aan de conciliën toekomt, zoodat indien zij iets goed keuren, het ook door de Kerkleden moet goedgekeurd worden, en indien zij iets veroordeelen, het ook door het Kerkvolk moet veroordeeld worden, dan is dit niet anders dan het werk van geestehjke tirannen. Alle conciliè's moeten onderzocht worden met de weegschaal van menschen en van engelen, namelijk het Woord des Heeren. Als men Calvijn zegt: „gij drukt toch alle conciliën neer, zoodat het een ieder vrij staat, om aan te nemen of te verwerpen, wat öe conciliën hebben vastgesteld", dan antwoordt hij: allerminst, maar ik zou willen, dat men telkens als men het besluit van een of ander concilie te voorschijn haalt, eerst naarstig overwoog, in welken tijd het gehouden is, waarom het gehouden is en met welke bedoeling, en hoedanige menschen aanwezig geweest zijn; vervolgens, dat men datgene waarover het gaat, naar den regel der Schrift onderzoekt, en dat wel op dfeze wijze, dat het besluit der conciliën zijn gewicht hebben en als een voorloopig oordeel zij, maar toch niet het onderzoek, waarover ik sprak, verhinderde.

Een voorloopig oordeel volgens Calvijn. Dat wil dus zeggen: het eind oordeel, het definitieve oordeel is het recht van de aan Gods Woord getoetste conscientie der Kerkleden.

Heeft Calvijn de gedachte van de presbyteriale kerkinrichting praktisch ingevoerd en doorgevoerd, en ze uit de sfeer van ideeën, ontwerpen en pogingen overgebracht naar het terrein, van feiten, verwerkelijking en effectueering, met de instelling van Synoden heeft hij zich slechts zijdelings bezig gehouden.

Spr. ging nu in den breede na het ontstaan van Synoden in de Nederlandsche Gereformeerde Kerken en beschreef met welk doel men ze begeerde en samenriep, en hoe hierbij het karakter van vrijwilligheid bij de plaatselijke Kerken sterk geaccentueerd werd. Wie met Rieker aanneemt een formeel en een materieel principe in de Gereformeerde Kerkinrichting, moet wel komen tot de erkenning, dat het materieel principe positief is: de alleenheerschappij van Christus in Zijn Kerk, negatief: de uitsluiting van elke menschelijke heerschappij in die Kerk. Aangetoond werd, hoe dit wordt teruggevonden reeds in de acta van de eerste SjTiode (Emden) waarvan artikel 1, di}s het artikel dat voorop geplaatst wordt, volgens Trigland bedoelt uit te drukken de afkeerigheid der Kerken van de Roomsche hiërarchie, en hoe zoo zorgvuldig zij willen vermeden al de minste beginselen, die daartoe eenige aanleiding zouden kunnen geven. Vanzelfsprekend, er werd nog eens opzettelijk aan herinnerd, ligt nu in dit, beginsel niet alles uitgesproken: het kerkverband brengt voor de plaatselijke Kerken bepaalde verplichtingen mee. Maar niemand vergete, dat met de handhaving van art. 1 der Emdensche Sjmode, gelijk Prof. Rutgers het uitdrukte, de geheele Reformatie valt of staat. g

Met dit fundamenteel beginsel, telkens herhaald, staan nu alle artikelen der Kerkenordening in het nauwste verband: zorgvuldig wordt gewaakt voor de rechten en vrijheden der plaatselijke Kerken.

Indien dan ook een Synode, met terzijde stelling van het oude, in de Kerkenordening vastgelegde recht, op eigen initiatief, met voorbijgaan van Kerkeraden, Classes en Particuliere Synoden, uitbreiding geeft aan de belijdenis, schendt ze het beheersehende artikel der K. O. en raakt ze aan het fundament der Reformatie. Eveneens, als ze zich, zonder machtiging der Kerken, van jaar tot jaar prolongeert; als ze eigenmachtig, tegen 'de K. O. in, ambtsdragers schorst en afzet; niet minder als ze, met totale negeering van den plaatselgken Kerkeraad ambtsdragers uitsluit van de gemeenschap aan de tafel des Heeren.

En een Ss^iode, die ontkent het ius ratificationis, in art. 31 vastgelegd, heeft naast de vrijheid der Kerken de conscientie gebonden, het beheerschende artikel van de K. O. in den hartader getroffen en het fundament der Reformatie ondermijnd. Dit laatste, vraagt Spr. nadere toelichting en nader bewijs, wat uitvoerig gegeven wordt. Nagegaan werd het- ontstaan van art. 31 (samenvoeging van acta Dordt 1578 Cap H art. 4 en art. 8); de vraag onder het oog gezien, of het tweede lid van art. 31 alleen ziet op appèl-zaken, wat met het oog op de wording van het artikel ontkend werd, de redactie-wtjzigingen, in 1581 aangebracht, worden dan een nader onderzoek onderworpen, waarna onderscheiden werd tusschen tweeërlei daad: een daad van de zijde der Kerkelijke vergaderingen, zij geven niet een advies maar nemen een besluit. Op die eerste daad moet volgen een tweede daad, nu van de zijde, der Kerken: volgens onderling overeengekomen accoord moeten zij het besluit voor vast en bondig houden (ratum habere, vandaar de term ratificeeren).

Dat hebben de Kerken beloofd. Alleen, die belofte hebben ze niet onvoorwaardelijk gegeven. De Kerken hebben gezegd: vyij zullen de Synodebesluien voor vast en bondig houden, tenzij. Dit tenzij is de grens. Komt ge, meerdere vergadering, in uw besluit over die grens heen, dan houden w\j het besluit niet voor vast en bondig. Dan bindt het ons niet. Zooals Voetius zegt: in dat geval nemen dé Kerken de besluiten niet aan, en geven ze niet over ter uitvoering, maar leggen ze naast zich neer, of verscheuren ze.

Het recht van plaatsehjke Kerken en van elk Kerklid, is dus het ius ratificationis; haar plicht is, de grenswacht tê betrekken, en de besluiten der meerdere vergaderingen te toetsen aan Schrift en Kerkenordening.

De ratificeering is alzoo een integreerend deel van den rechtsvorm inzake de geldigheid van de besluiten eener meerdere vergadering. Niemand mag zeggen: de classis of Synode heeft een besluit genomen, en nu is dat besluit bindend, nu moet ieder zich daaraan houden. Er is eerst een tweede daad noodig, nu van de zijde der Kerken, n.l. de ratificeering, en dat is geen sine cure, geen bewilliging pro forma, maar een daad, waaraan vooraf gegaan is getrouwe, gehoorzame oefening der grenswacht. Verzaking van dien plicht, " de geschiedenis bewijst het slag op slag, heeft de nootlottigste gevolgen.

Zoo is het in den geest van Calvijn, zoo hebben het in den na-Reformatie-tijd ook de Gereformeerde Kerken gezien, die onderscheid maakten tusschen het voorgaand oordeel van de meerdere vergadering, en het volgend oordeel van de zijde der mindere vergadering. Zonder dat volgend oordeel is, ook aan art. 31, het besluit der meerdere vergaderingen niet bindend, en heeft het, zoo de ratificeering niet afgewacht of verwaarloosd wordt, geen rechtskracht.

Daarom gaat de redeneering: de K e r k e n komen in Generale Synode samen en nemen haar besluiten, en de beslissing door deze Kerken in Synodale vergadering is tevens haar ratificatie, geheel en al onjuist. Zeker koinen de Kerken in Synodale vergadering samen, maar door middel van haar afgevaardigden. Het „alsof wij zelf tegenwoordig waren" in den credentiebrief is geen identificeer i n g, dit bhjkt aanstonds op het dadelijk daarop volgende voorbehoud. Het onderscheid tusschen regeering en gezanten, lastgevers en lasthebbers, delegeerenden en gedelegeerden blijft gehandhaafd. De laatsten krijgen instructie's mee, vaak bevelschriften geheeten, waarbuiten zij niet mogen gaan

En in dien credentiebrief staat opzettelgk uitgedrukt, evenalsof er geen art. 31 bestond: ge moogt, afgevaardigden, alleen besluiten onder verband vaii Gods Woord en de Kerkenordening. Denkt er aan, overschrijdt de grenzen niet. Doet ge dit toch, dan accepteeren we het beslotene niet. Zoo spreken K. O. en credentiebrieven één taal.

Zoo baat niet de identificeering van afgevaardigden met Kerken;

zoo baat niet de uitvlucht, dat bezwaren teg«n rensoverschrijdingen moeten ingebracht wordep

bij de meerdere vergadering, die dan w«l over die bezwaren beslissen zal;

zoo baat het evenmin, art. 36 hier te hulp te roepen: , , 't zelfde zeggen heeft de classis over den Kerkeraad, 't welk de Part. Synode heeft over de classis, en de Generale Synode heeft over de Part. Synode", welk artikel dan dienen moet vooral om lastige Kerkeraden en leden tot onderwerping te dwingen.

Spr. ging nu na de wordingsgeschiedenis van art. 36, gelijk alle artikelen uit de oude Kerkenordening een antwoord op ingekomen vragen, gravamina etc. Het blijkt uit de „Particuliere Vragen", op de Synode van 15S1 behandeld, dat art. 36 een Synode-antwoord en Sjmode-besluit is op twee vragen, n.l. of het geoorloofd is, dat groote Kerken de Classis-besluiten niet nakomen, en mindere vergaderingen soms contrarie besluiten als in meerdere vergaderingen verordend is. Natuurlijk kon de Synode niet anders antwoorden dan reeds in de eerste helft van art. 31 was vastgesteld. Art. 36 is niet anders dan een nadere onderstreping van hetgeen art. 31 tegen het independentisme bepaald had. Spr. lichtte nu nader den zin van art. 36 toe en. toonde aan, hoe het in geen enkel opzicht tegen het ratificatierecht kan te hulp geroepen worden.

Terugziende, vatte Spr. de beteekenis van art. 31 samen: neem het ratificatie-recht weg, en de dam is doorgebroken, die de altijd in de Kerken weer opstuwende golf van hiërarchie tegenhoudt. De hiërarchie in haar gevaarlijksten vorm: de rechten van het aan Gods Woord getoetste geweten.

Neem dit recht weg, en waar blijft het principieel verschil m.et de Roomsche Kerkregeering? Men mag zich op een volgende Synode beroepen? Maar een Roomsche heeft ook het recht, een bescheiden remonstrantie bij den paus in te dienen en bij openbare ongerechtigheid heeft hij het recht van passieven tegenstand (Bellarminus).

Spr. herinnert nog aan 't woord van Festus Hommius. Scriba der Dordtsche Synode: „De besluiten der conciliën moeten den Kerken niet voorgehouden of opgedrongen 'worden als bevelen der Overheid en Perzische ordinantie's Maar de handelingen van het gehouden Concilie moeten aan alle Kerken gezonden worden, opdat ze door haar, naar den regel van Gods Woord, onderzocht en zoo ze bevonden worden daarmee overeen te stemmen, goedgekeurd, en alzoo ten laatste van de goedkeurende Kerken, gewillig én gehoorzaam, niet tegen haar wil en gedwongen overgenomen worden. Want de Kerken hebben haar conscientiën aan het oordeel van haar gedeputeerden niet verbonden, maar de conscientiën blijven altijd aan het eenige Woord Gods verbonden, en wanneer zij bevinden, dat de handelingen en besluiten van de gedeputeerden hiermee overeenstemmen, zoo moeten als dan eerst de Kerken ze voor bondig houden en toestaan".

Volgt bij toepassing van het ratificeerings-recht niet de chaos! Naar art. 53 en 54 der K. O. moeten alle ambtsdragers de Drie Formulieren van Elenigheid onderteekenen; het oordeel der liefde doet zeggen: die onderteekening was ten Volle ernstig gemeend.

De Vaderen uit den na-Reformatie-tijd lieten dit recht ten volle gelden. Daarbij was wel eens geduld noodig, maar dit geduld stelde niet te leur. Wie van het Gereformeerd-volk, van de Gereformeerde ambtsdragers blijft eisehen: onderwerping aan het Woord, komt niet bedrogen uit. De macht van het Woord is sterker dan alle Synode-besluiten.

Verbum Dei Vincit.

Spr. besloot zijn rede met de gebruikelijke toespraken.

DE PRIESTER-KONING IN HET O.T.

Hier is een korte saamvatting van de rede van Prof. Holwerda. ' - ,

. Spr. begon met een kort overzicht te geven over de figuur van den priester-koning in de antieke wereld, en besprak in verband daarmee de opvatting van Gressmann c.s., die de stelling poneert dat Israël voor de ballingschap reeds den priesterkoning kende. Na een bespreking van Gressmann's argumenten concludeert hij tot afwijzing van het standpunt van Gressmann. ,

Vervolgens besprak hij min of meer gedetailleerd de beide teksten die den priester-koning als eschatologische figuur aankondigen, n.l. Psalm 110 en Zacharia 6.

Tenslotte toonde hij aan dat 't Jodendom zoowel in de apocalyptische als in de rabbinistische lijn zich volkomen van de profetie omtrent den priesterkoning heeft losgemaakt, daar het de praerogatieven van Aaron blijft handhaven. Christus Jezus heeft in zijn bekende vraag aan de P^arizeën de profetie van Melchizedek weer nadrukkelijk aan de orde gesteld, en daarna vervuld.

• Spr. eindigde met gebruikelijke toespraken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 februari 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKELIJK LEVEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 februari 1946

De Reformatie | 8 Pagina's