GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ZICHZELF OVERLEVEN. Ter recensie

Bekijk het origineel

ZICHZELF OVERLEVEN. Ter recensie

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZICHZELF OVERLEVEN.

Ter recensie ontvingen we een brochure van prof., mr I. A. Diepenhorst, hoogleeraar der Vrije Universiteit (uitgave J. H. Kok, N.V. te Kampen). Onze medewerker ds D. v. Dijk heeft daarover reeds gehandeld, en wil er nog meer van zeggen. Wij kunnen dus kort zijn. Helaas móeten we wel scherp zijn.

Want het is een droef geval, deze brochure, van dezen auteur. De V. U.-professor heeft te Zwolle 11 Maart '46 gesproken (volgens bl. 10 voor de gereformeerde jeugd; lees: de synodocratische). Hij heeft op verzoek zijn woord van toen aan den druk overgegeven. Het is dus alles wèl-doordacht; wie hierop afkomt, zoekt geen spijkers op laag water.

Schrijvers brochure voert den titel: „Hebben wij ons zelf ove.rleefd? " Als ik aan den ouden Kuyper en aan den eersten opzet van de V. U. denk, dan zeg ik: ja als het uw kant uitgaat, dan hebt gij inderdaad u zelf overleefd. Gij constateert, dat „onze groep" kerkelijk zoowel als staatkiuidig een inzinking vertoont, en dat men soms ongerust zich afvraagt, of zij op dit oogenblik nog iets te zeggen heeft. Gij spreekt daar een woord naar ons hart. Want het is ook benauwend, vooral sedert u w collega's aan de V. U. zich voor het nageslacht hebben geblameerd door in 1944 de kerk te verscheuren terwille van een leerformule, die in 1944 niet, doch in 1946 w è I weersproken worden mocht. Een onnoozelheid, die men in dagen-van-stijl (b.v. 1618) niet vinden zal. Maar juist omdat de dagen boos zijn willen we van u een eigen geluid hooren. Maar ge spreekt het niet. Ge kunt het niet spreken, waar ge de vraag stelt: „hechten wij soms niet te groote waarde aan beginselen? " Ge ktmt het niet spreken, omdat ge uw oogen dicht houdt voor het aan de komende generatie overduidelijke feit, dat uw eigen collega's met hun bindingsblamage (zie hierboven over '44-'46) de kerk op het pad der s e c t e drijven, terwijl tegelijkertijd gij op een allezelfonderzoek-bij-den-wortel-afsnijdende manier de vraag stelt: leven wij niet op denrand van het secte-wezen? Maar uw medesenaats leden zitten al lang aan de andere zijde van dien „rand", doch gij, kwaamt gij er wel toe, van het kerkelijk geharrewar, dat zij met hun sectarisehe binding in 't aanzijn riepen behoorlijk k e n- n i s te nemen ?

En nu komt ge daar op de jeugd af. Ze ontvangt u als professor aan de Vrije. Gij weet, dat er a! jaren lang gestreden moet worden om de idee zelfs eener christelijke actie en eener christelijke school te redden uit de handen der Barthianen. Laat staan: de idee eener christelijke, ja, gereformeerde hooge-school. En komt gij uw idee eener gereformeerde hoogeschool redden? Neen. Ge komt wat met vuur spelen. Ge komt Barth een beetje vergoelijken. Ge verzekert, dat Barth alleen te begrijpen is tegen den achtergrond van de Duitsehe toestanden, en dat, wat ons land betreft, zijn volgelingen in geen enkel opzicht met de voor Nederland karakteristieke omstandiig*heden rekening houden; en daaruit verklaart ge, dat de figuur van Barth ten onzent niet altijd billijk beoordeeld werd; daaruit ook „ver kl aar t"(!) ge, dat velen uit onzen kring hem als den grooten theologischen verleider zien. Maar wij wijzen die probleemstelling af. Wie als theoloog optreedt met de prediking van grondbeginselen, die S, 11 e denken willen reguleeren, of in toom houden, of disputabel stellen, die interesseert ons niet als „f i - g u u r", doch als prediker van bepaalde principes van theologie, filosofie, cultuurwaardeering. En dien „verklaren" #e niet uit de „t o e s t a n- d e n", waaronder hij leeft, om in dit geval daarmee Barth's principieele disputabelstelling van het dogma zelf weer disputabel te stellen, doch dien bezien we uit de S c h r i f t u u r 1 ij k e openbaring, welke zijn beginselen afwijst. En als wij op die beginselen critiek oefenen met beroep op wat wij houden voor het „eeuwig bl ij vend Woord van God", dan laten we ona niet door een professor van de Vrije Universiteit vertellen, dat deze critiek uit de „omstandigheid" van een verkeerd verdisconteeren van „o m s t a n d i g h e d e n" en „toestanden" te „V e r k 1 a r e n" is. We hebben liever geen „eigen" universiteit'dan een, die het eigene niet meer weet tot gelding te brengen,

Hoe droef is het toch, als een hoogleeraar van ..de eenige gereformeerde universiteit ter wereld" onze jeugd komt vertellen, dat Barth, in werkelijkheid, „zeker NOG NIET(!) zuiver gereformeerd is", maar dat hij aan den anderen kant toch wel ONVERDACHT RECHTZINNIG genoemd mag worden, hoever hij hier en daar(!) dan ook afwijkt, men neme zijn opvatting der schepping".

Hier en daar afwijken? Niet meer in de princi- Pia? Hoe is 't mogelijk dat een jurist der V. U. zóó spreekt over den man die dynamiet kwam leggen juist onder de V. U. Zou Barth's afwijking bepaalde onderdeel©n, als b.v. de s c h e p p i n g s- leer raken, maar verder niet principieel zijn? Maar wie de schepping verkeerd ziet, kan NIETS MEER goed zien: wie aan Genesis 1 : 1 raakt, heeft de rest van den Bijbel meteen afgewezen.

Ja, wat die schepping betreft, inderdaad zegt Barth dienaangaande vreemde dingen. Lees maar eens zijn jongste dogmatische publicatie (K. D. in, 1, 1945). Is het scheppingsbericht betrouwbaar? Neen — het is een sage (283). Begon de existentie van den mensch in het paradijs? Volstrekt niet (285) Hebben we in het paradijsverhaal te doen met een „historische Sicht"? Dat zij Verre; de teksten van dat verhaal hebben hun oorsprong in de fantasie (287). Is het bijbelsche scheppingsverhaal een eenheid, en is het een eigen, wijl geopenbaard woord ? Neen; — het eerste scheppingsbericht sluit zich formeel aan bij de b a b y- Ionische (heidensche) traditie en ziet daarom in het water een principe dat (in zijn geweld) absoluut tegenover de schepping staat (115).

We halen niet meer aan. Wie de verbanden ziet, beseft, dat met deze enkele uitlatingen in feite alle orthodoxe principia worden prijsgegeven. Hij vindt daar ook ter dege alle grondgedachten van Barth in terug, en haalt zijn schouders op, als een juridisch hoogleeraar aan de jeugd konlt verzekeren dat Barth veranderd is.

Het is onmogeUjk hier mee te gaan. Hier heeft de gereformeerde actie • zich zelf overleefd. Prof. Diepenhorst wil niet vóór alles calvinist, doch christen zijn. Ik vind dat even onmogelijk, als vóór alles man, en daarna mensch te wezen. Hij wil op die manier van veel hist orischen ballast bevrijd woerden. Een al te mooie uitdrukking voor: het roer verliezen. En als hij van dit recept overbrugging van de geschillen tusschen Zwingli, Luther en Calvijn verwacht, dan zouden wij den jurist willen vragen: ivelleert u ook al uw rechtsgeleerden van vroeger? Zoo neen — blijf dan af van de theologie. Zoo ja,

aarvoor dient dan de V. U. ?

K. S.

MERKWAARDIGE STILTE.

Een onzer bladen' merkt op, dat de synodocratische pers zoo merkwaardig stil is ten aanzien van de kwestie der voorgeslagen „samenspreking". Men eeft kennis kunnen nemen van het antwoord onzer synode en van de daarvoor aangevoerde gronden. „Copie zat er genoeg in." En toch verneemt men vrijwel niets dienaangaande in de pers van onze uitwerpers.

Men vraagt zich af: waarom niet?

De openbaarheid der mogelijk gemaakte correspondentie moet toch welkom zijn. indien men eet, recht te staan voor God, of. ingeval men daaraan twijfelen mocht, recht voor Hem wil gaan staan? Men heeft toch ook in het openbaar uitgeworpen ?

En de bepaling, dat de correspondentie alleen over de w e r k e 1 ij k e oorzaken van scheiding moest handelen, zal toch evenzeer welkom zijn, als men weet, kerk te zijn en daarom wars van een spel van schijn?

Waarom juicht niet in koor heel de synodocratische pers? Is zij niet zeker van haar zaak? Moet ze eerst wachten tot , , van boven af" het oord genomen wordt? Bij ons kent men dat achten niet; eenvoudige dingen kunnen eenvoudig

gezegd worden.

K. S.

DIALOOG.

L i g a t u s : Zeg, collega, we moeten eens praten, ouw Kerkeraad en de mijne. We staan zoo dicht ij mekaar, en de vervangingsformule heeft de aatste staketsels weggenomen

L e g a t u s : Zoo, vindt u ? En die schorsingen an mijn ouderlingen en diakenen dan? En die van ezelf?

L i g a t u s : Nou ja, daar kunnen we over praten. ijn Kerkeraad zal ze graag weer ontvangen, als e de nieuwe formule

L e g a t u s : Maar die andere ouderlingen en redikanten dan? En de leden, de diakenen?

L i g a t u s : Nou ja, die moeten met hun laatselijken Kerkeraad maar weer bij elkaar zien e komen. De plaatselijke kerk, meneer

L e g a t u s : En die professoren dan ? En het erkverband dan? Mogen die professoren bij u reeken?

L i g a t u s : Tja, 't is toch wel een moeilijk geal, nietwaar collega? Dat ik daar nou nog niet an gedacht heb Mooi weer vandaag, niet? ok al gelezen wat ze in Parijs hebben bereikt?

(Ongeveer historisch.)

K. S.

EMENGDE HUWELIJKEN.

De Raad der Geref. Kerk van Rotterdara-Delfsaven deed volgende publicatie:

De Kerkeraad heeft in zijn vergadering van

Maandag 1 Juli j.l. het besluit genomen, de kerkehjk-gemengde huwelijken voortaan niet meer kerkelijk te bevestigen. De Kerkeraad is niet alleen overtuigd, dat een huwelijk tussohen een lidmaat van onze Kerk en een ongeloovige een groote zonde voor God is, maar dat dit evenzeer geldt van een huwelijk, gesloten tusschen een lidmaat van onze Kerk en een lidmaat van een andere Kerk, zonder dat beide partijen tot kerkelijke eenheid zijn gekomen of zullen komen.

Het wezen van het huwelijk toch is naar uitwijzen van de Heilige Schrift de UchameUjke en geestelijke eenheid der getrouwden. Waarom ook het huwelijk in Gods Woord de afschaduwing van de gemeenschap en eenheid van Christus en de gemeente wordt genoemd. In die gemeenschap en eenheid mag er niets zijn, dat de eenheid verdeelt.. aarin mag zeker het aanwezig zijn van 2 Kerken iet voorkomen. De heilige eenheid van het huwelijk eischt toch wel allereerst de eenheid van kerkelijk instituut. Nog afgedacht van de andere moeihjkheden, welke uit een kerkelijk-gemengd huwelijksleven meestal voortvloeien, als daar onder meer zijn: de scheiding op den Zondag; het onderscheiden kerkelijk gezag in één gezin; de moeilijkheden, dat de kinderen het met één der beide ouders moeten houden, en dergelijke; heeft toch vooral het gebod Gods voor de heilige eenheid van het huwelijk, de schade voor het kerkelijk leven, en et tegenstaan van de normale ontwikkeling van et geestelijk leven der getrouwden den Kerkeraad de overtuiging bijgebracht, dat de Kerk niet langer n 'n officieele kerkdienst over een dergelijk gedeeld uwelijk den zegen des HEEIREN kan inroepen en afidden, daar Gods Woord ons leert, dat wij alleen over wat Hem behaagt en wat geheel in den weg er gehoorzaamheid is Zijn zegen mogen verwachten. De schade aan de Kerk toegebracht door het erkelijk-gemengde huwelijk is in de jaren en eeuwen achter ons niet te overzien. Het kerkelijk esef wordt er voortdurend door ondermijnd. Waarm de Kerkeraad zich geroepen weet in den Naam des HEEREN tegen dat kwaad te moeten optreden n de gemeente, zoowel ouders als jongens en meises, opwekt er voor te waken, dat de huwelijksdag wee Kerken in één huwelijk zou samenbrengen.

De Kerkeraad hoopt U binnenkort nog nader ver zijn besluit en den Gode welbehagehjken wil in dezen voor te lichten.

Voor den Raad der Kerk:

Ds JOH. PRANCKE, h.t. Praeses.

J. VAN DE WETERING, Scriba.

ILITAIREN I

De Raad der Geref. Kerk (onderhoudende Art. 1 K. O.) te Zutphen, verzoekt den Kerkeraden der Geref. Kerken (onderhoudende Art. 31 K. O.) in ederland, opgave te willen doen aan den Scriba er Kerk voornoemd. Adres: Frans Halslaan 62 e Zutphen, van de namen der leden, die eventueel ls militair té Eefde in Garnizoen komen. Eefde ehoort kerkeüjk onder Zutphen.

Tevens wordt bedoelden militairen eventueel een astvrij tehuis aangeboden bij de FanüUe De Jong, ijksstraatweg E. 450 te Eefde.

RCHIEF.

Uit de archiefbewarende kerk ontvingen we olgende missive:

Aan de Kerkeraden van alle Geref. Kerken (onderh. art. 31 K.Q.) in Nederland.

Weleerw. en Eerw. Heeren en Broeders,

De voorloopige Gen. Synode onzer Kerken verocht de Kerk van Groningen de juiste gegevens n adressen van al onze Kerken te verzamelen en, an tijd tot tijd, ter kennis van al die Kerken te rengen.

De Kerkeraad heeft besloten aan dit verzoek te oldoen en zal zoo mogelijk begin Augustus een erste adreslijst doen rondzenden, als een aanvulling an ons kerkelijk Handboek.

Zullen deze lijsten evenwel volledig aan hun doel eantwoorden, dan zullen ze ook moeten bevatten e eventueele wijzigingen van reeds gepubliceerde dressen en andere gegevens.

Ondergeteekende, wien de uitvoering van dit werk s opgedragen, verzoekt U daarom hem omgaand ennis te willen geven van aan te brengen wijziingen in het Handboek en ook bij verdere vernderingen hem te berichten.

Met broedergroet.

Hoogachtend,

I BOERSMA, Administrateur,

p.a. Kerkelijk Bureau, Jacobijnerstraat 20,

Telef. 29223, Groningen.

VOOR ONZE DIAKENEN.

Aan de Diakenen der Gereformeerde Kerken in Nederland.

Waarde broeders!

De Zwoïsche Diaconie heeft weer het genoegen de Centrale Diaconale Conferentie te ontvangen en wel D.V. op 30 Juli a.s.

Het is de Conferentie, die reeds in 19Jf}f zou zijn gehouden en die door het oorlogsgeweld moest worden uitgesteld.

Het is onze 53e Conferentie, doch de eerste na de vrijmaking van onze Kerken, waarom, het ons een dubbel genoegen is, U in onze stad een welkom, toe te roepen.

De agenda zult ü bij het verschijnen van dit blad, waarschijnlijk reeds hebben ontvangen, zoodat U hebt kunnen zien, dat deze conferentie een belangrijke zal zijn.

Wij rekenen er op, dat veel diakenen naar Zivoïle zvllen komen en wij verwachten naast de afgevaardigden, ook veel voltallige diaconieën.

In verband hiermede, verzoeken wij ü vriendelijk, spoedig opgave te doen aan den secretaris van de regelingscommissie, van verlangd logies met vermelding van welke nachten waarvoor men logies vraagt.

Voor verdere bijzonderheden verwijzen wij naar de uitnoodiging van het Centraal Comité.

Met broeder groeten en heilbede en tot ziens op 30 Juli 19Jf6 te Zwolle.

De regelingscommissie der Diaconie van de Geref. Kerk te Zwolle.

G. J. BRINK, voorzitter.

J. PRINS, secretaris (Groeneweg 21).

A. J. ALBER8.

JAC. BOSCH Jzn.

H. VAN DER KAMP. G. J. SMIT.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 juli 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

ZICHZELF OVERLEVEN. Ter recensie

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 juli 1946

De Reformatie | 8 Pagina's