GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

A en B voorheen en thans, IV.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

A en B voorheen en thans, IV.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu is het eenvoudig ondoenlijk om alles, wat er over de kwestie 1905 is geschreven, te lezen, en wat men heeft gelezen, ook vast te houden. Ik meen echter, dat op grond van de beschikbare gegevens toch wel enkele vaststaande conclusies kunnen worden gevormd.

1o. De „synoUe" van '42 heeft een door haar opvolgsters gehandhaafd leerbesluit genomen, dat blijkens de twee door haar ter toelichting uitgegeven geschriften aan de pacificatie-formule van 1905 een zuiver Kuyperiaanschen inhoud geeft. Dat dit inderdaad de bedoeling der „synode" is, is zooveel duidelijker gebleken bij de wering uit het Ambt van cand. H. J. Schilder, die niet enkel door de synode-deputaten die met hem hadden gesproken, maar ook door de „synode" zelve is beschuldigd van het loochenen van de waarheid(!), dat de Sacramenten een inwendige aanwezige genade verzegelen.

Misverstand over de bedoeling der „synode" is hier volstrekt uitgesloten.

De nieuwe formule van 1946 staat principieel op hetzelfde standpunt j al heeft men het daarin wat meer bedekt gezegd.

De conclusie is heel eenvoudig: Wat de „synode" van 1942 en haar opvolgsters dogmatisch als kerkleer hebben vastgesteld, is zuiVer'vfrat vroegerBleerde.

2o. Wanneer ik nu de meeningen van de broeders in de Gereformeerde Kerken naga, de broeders die zich hebben vrijgemaakt van deze „synode"-besluiten, dan is er tusschen hen persoonlijk wel eenig verschil.

Maar als men alles samenvat, komt het hierop neer, dat zij allen staan aan de zijde van prof. Lindeboom o.s. in 1905, en weigeren, te aanvaarden de Kuyperiaansch-synodale verbondsleer, en vasthouden aan de opvatting, die in beginsel reeds door ds H. de Cock van Ulrum, later door Pieters «n Kreulen, prof. Hel. de Cock, prof. H. Beuker, prof. F. M. ten Hoor, prof. Lindeboom, ds T. Bos en zoovele andere A-broeders is voorgestaan en verdedigd.

Met andere woorden: deze broeders leeren hetzelfde, dat vroeger A leerde.

3o. Ik ben er mij goed van bewust, dat ik hier een „synode" en personen tegenover elkander heb geplaatst, maar dat verandert in dit geval de

zaak in geen enkel opzicht, want het gaat er om, wat geleerd wordt; of dat vóór 1942 personen in de Kerken waren, en na 1942 „kerken", maakt voor dit geval geen verschil.

4o. Daarom kunnen we niet anders, dan tot deze slotconclusie komen: dogmatischishet precies de oude tegenstelling van A en B.

Wat het kerkrechtelijke aangaat, heb ik reeds opgemerkt, hoe het stond en geworden is.

En wat de opleiding betreft?

Daar is het niet zoo gemakkelijk tot een jtiiste conclusie te komen, omdat er, voorzoover ik er iets van weet, in de door de „synode" uitgegeven stukken niet over gerept wordt, en in andere geschriften vond ik dat ook niet.

Maar practisch dan?

Wordt er niet over gefluisterd?

Practisch staat het zoo, dat er oude voorvechters van de Theologische School achter de besli^en der „synode" staan (hoewel ze verklaren, dat ze „bezwaard" zijn), terwijl anderzijds „geheide V.U.-mannen" van ganscher harte met ons mee strijden.

Daaruit zou men haast mogen besluiten, dat deze tegenstelling van oud-A en - B althans geen rol heeft gespeeld in den kerkelijkefi strijd, en dat men dus in zoover gelijk heeft met de bewering, dat het niet de oude A-en B-kwestie is.

En toch ben ik desondanks daar niet heelemaal gerust op. ^)

Ik geloof niet, dat een oude eenvoudige A-broeder gelijk heeft, die eens tegen me zei: „Heel dit kerkelijke conflict is de oude kwestie van de Theologische School en de Vrije Universiteit; daarom gaat het alleen!"

Maar ik geloof ook niet, dat deze oude tegenstel-'ling zoo verouderd was, als het wel leek; en dat ze er, misschien meer ondergrondsch, toch een rol in heeft gespeeld.

Want er stond, menschelijk bezien, in ons kerkelijke leven een belangrijk ding te gebeuren, dat vandaag aan den dag bij een normale ontwikkeling geheel of bijna een feit zou zijn geweest, en waarvan men zichf in sommige invloedrijke kringen in onze Kerken goed bewust was.

Wat dat dan was?

Dat was de meevderheidskwestie.

„Bij de samenvloeiing der twee Synoden in 1892 wisten w ij zeer goed, dat de 26 stemmen die op de C. G. (= Chr. Geref.) Synoden tot het laatste toe pal stonden voor de School, en dus de meera& heid vormden van de 40 stemmen, die op datzelfde oogenblik der samenvloeiing met 40 afgevaardigden der N. G. K. (= Ned. Geref. Kerken), minderheid werden. Toen werd het 26 van d* 80, in plaats van 26 van de 40; ^n ongeveer 2/3 werd het ineens ongeveei» 1/3". Zoo schreef prof. L. Lindeboom in 1902 in het September-October-nummer van „Voor het recht, de^.vrijheid, én den vrede der Kerke n".

Dat heeft betrekking op een bepaald geval, maar feit is, dat sinds de vereeniging inzake de opleiding de B-groep altijd de meerderheid heeft gehad, omdat er een gedeelte van A was, dat in dat punt wilde toegeven aan den aandrang van de B-zijde om de Theologische School op te heffen, daar men immers aan de V.U. toch genoeg had, en zoo was h«t ook mogelijk, dat in 1902 op de Synode het besluit werd genomen om de Theol. School te incorporeeren in de Theologische faculteit van de Vrije Universiteit; welk besluit echter niet werd uitgevoerd, omdat die ui^voering te groote gevolgen zou hebben gehad, want de tegenstanders hadden verklaard, zich niet te zullen conformeeren.

Maar die meerderheid was er en bleef er. Die heeft ook steeds gezorgd, dat het promotierecht niet werd verleend aan de Theologische School.

Maar het was er niet ver meer van af, of die verhouding was omgekeerd. Naar menschelijke berekening was dat nog een kwestie van enkele jaren.

En het zijn dan ook de leidende figuren van de oude B-richting die den stoot hebben gegeven tot het nemen van deze synodale beslissingen. Ik noem de namen van prof. dr H. H. Kuyper en prof. dr V. Hepp, die met behulp van anderen er voor hebben gezorgd, dat de voorvechter van oud-A en van de Theologische School te Kampen, prof. dr K. Schilder zijn positie in de Kerken onmogelijk werd gemaakt, en toen die „er uit was", konden de anderen rustig blijven, EN SCHREEF EEN PRAEADVtSEUR VAN DE „SY­ NODE" AAN EÈN PREDIKANT, DIE ZICH OOK VRIJMAAKTE: „DEZE BESLUITEN ZIJN - NIET VOOR U GEMAAKT" ......²)

Alles samenvattende meen ik dus, dat er reden is om te zeggen, dat heel deze strijd, afgezien van het kerkrechtelijke deel, precies de oude A-en B-kwestie is, waarbij men heeft getracht de oude A-richting eenvoudig aan den kant te zetten, wat niet is gelukt. Ds H. Volten heeft in „De strijdende Kerk" een zeer waar woord gesproken: „de synode heeft psychologisch misgetast, en oud-A is weer wakker geworden!"

Inderdaad!

Wij hebben er iets van gezien op den Schooldag te Kampen op den 2den October van het vorige jaar! ") Maar er zijn nog heel wat slapende honden.

Het wordt tijd, dat ook zij wakker worden gemaakt !


1) Men lette er op, dat de schrijver hier niet spreekt over hen, die „van ganscher harte met ons mee strijden", doch over degenen, die hen en ons hebben uitgeworpen. En voorts, dat de door hem bedoelde „kwestie" factisch van een overtuigings-geding tot een machts-gedlng Is gedenatureerd. (Noot van de Redactie.)

2) Om te onthouden! Zou deze praeadviseur ook juridisch zijn aangelegd, dan beteekent dat zoo iets als: een wet is gemaakt om iemand te kunnen „vangen", maar niet „al den volke". Ben oogenblikje later heet het echter: wat de synode besloot, HEBBEN de kerken besloten; d.w.z. deze besluiten zijn ook DOOR u „gemaakt". (Noot van de Redactie.)

3) Dit artikel Is geschreven voorjaar 1947.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 31 januari 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

A en B voorheen en thans, IV.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 31 januari 1948

De Reformatie | 8 Pagina's