GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

Correspondentie met ds B. A. Bos.

Op onzen „open brief" gaf ds B. A. Bos in „De Wachter" volgend antwoord:

Op reis 9 Augustus 1948.

Hooggeachte Prof. Schilder,

Tengevolge van het feit, dat mijn gezlii thans met vacantle is, en ik des Zondags „ergens" preek, las Ik „op reis" De Reformatie van 7 Augustus, en den Open Brief, welken U daarin mij schreef. Het spreekt wel vanzelf dat Ik U zal trachten te antwoorden, al is het niet mijn plan dit in strikt formeelen zin van het woord te doen, en eiken zin van Uw schrijven na te gaan.

U begint met op te merken, dat er toch iets zou moeten kunnen gedaan worden, om de eenvoudige zaken van Gods Kerk weer eenvoudig te maken. Dit woord is mij uit het hart gegrepen. Met groote dankbaarheid denk ik er aan terug dat de Heere, toen Hij U en ook mij in 1943/44 — tegen de begeerten van ons vleesch — riep tot reformatorlschen arbeid, juist de „kinderen" deed verstaan, wat Hij voor de „wijzen en verstandigen" verborgen hield, die „kinderen" die het eenvoudige woord dat tot geloofsgehoorzaamheid riep aannamen, al stonden alle krachten van „wijzen en verstandlgen" ook tegen hen. Zij hoorden de stem van hun Meester, en de „ingewikkelde problematiek". van menschelijke gedachtenspiasels, die niet m overeenstemming was met het klare en eenvoudige Woord van onzen God, kon hen niet verwarren. Dat waren goede dagen, broeder, dagen die een blijvenden indruk nalieten in veler leven.

Ik vrees echter zeer, en ik wil deze 'dingen zeer vrijmoedig U zeggen, in de wetenschap dat ik als broeder tot 'n broeder spreek, dat 't goud weer gaat verdonkeren, en dat een nieuwe zeer „Ingewikkelde problematiek" wederom wordt aangegrepen onder de gedaante van eenvoudigheid, waarmee Gods kinderen andermaal worden vermoeid, met het gevaar dat zij de stem van den Meester niet steeds meer hooren, maar weer dreigen gevangen te worden In de strikken van constructies die schijnbaar alle vragen oplossen, maar juist daardoor de eenvoudigheid vam 's Heeren Woord verdringen.

Het is mede daarom, broeder, dat het me bedroeft, dat U In Uw Open Brief aan mij, mij „vermoeit" met allerlei zaken die m.l. niet ter zake doen, ja, die het gevaar acuut in zich sluiten, dat ze terugdringen zullen ide „eenvoudige dingen Gods". Hoe U via Prof. Rldderbos en Ds Volten Uw brief aan mi) adresseert, begrijp Ik ondanks „de veelheid van Uw woorden tn dezen" niet goed, en als U mij in dezen kringloop allerlei zaken meedeelt betreffende deze belde dwalende broeders, zaken 'die bekend zijn en waarvan verwacht mag worden dat onze menschen ze nu eindelijk wel zullen weten, dan meen ik al die dingen stilzwijgend te moeten voorbijgaan, omdat ze onze aandacht slechts kunnen aftrekken vam wat naar mijn overtuiging de klaxe elsch des Heeren is. Ik doe dat met groote rust en veel vrijmoedigheid In de overtuiging dat noch U, noch ik, noch één onzer kerkleden een zaak heeft met Prof. Dr J. Rldderbos, en we hem op een veel te hoog voetstuk plaatsen, zeUs reeds als we den schyn zouden wekken, „dat een bericht omtrent de meening van Dr J. Rldderbos iets zou kunnen beteekenen voor het verkennen der toestanden in zijn kerken". Want dit is niet waar, en bij de massa van de leden van zijn keriten resoneert de meentng van Prof. Rldderbos niet. U en ik hebben o.m. als 'n zonde van de gebonden broeders openlijk aangewezen, dat men blindelings 'n Synode Is gevolgd en enkele leiders, zonder dat dit woord de Synode of van die leiders de consclentie greep. Ik zoek maar menschen die echt synodaal zijn en die staan voor de woorden van hun synode en die uitvoeren willen, zonder aanzien des persoons, wat deze heeft voorgeschreven, omdat het In overeenstemming zou zijn met het klare Woord van God. Daarom hebben U en ik zeer vrijmoedig gezegd: we hebben niet met een synode te floen en niet met een Prof. Dr J. Rldderbos, maar we hebben te doen met geloovigen die staan In hun ambt, en die naar hxm, eigen belijdenis met doorbreking van conclllën en decreten te buigen hebben voor het Woord huns Gods: Volk, volk, volk, hoort des Heeren WoordJ En daarom zeg ik ook nu: ik heb geen zaak met Prof. Rldderbos of met Ds Volten, maar ik heb een zaak met de gebonden kerken en al haar leden; of beter nog: Christus heeft een rechtsgeding met hen. Hij blijft hen roepen tot gehoorzaamheid aan de „eenvoudige dingen" van Zijn Woord.

Het is daarom dat ik zou willen — broeder Schilder — dat U eens zoudt ophouden met week aan week Prof. Rldderbos en anderen op een voetstuk te plaatsen, waar de Heere hen — naar mijn overtuiging — niet hebben wil. Wendt U van hen af in Uw vele publicaties en richt U tot , , de kinderen" die in al Uw schrijven de stem van Uw en hun Meester beluisteren willen, maar niet blijvend vermoeid mogen worden met dingen over Prof. Rldderbos en anderen, dingen, die ze bovendien reeds lang weten. Ze verlangen hongerend naar andere dingen, naar het eenvoudige Woord van God, dat U hen zoo rijk ontsluiten kunt, door de genadegaven die de Heere U schonk. Zij willen weten wat ze denken moeten van de aangeboden kerk-constructies en hoe zij verstaan moeten onze belijdenis, bijzonder in de artikelen 27—23, onzer N. G. Bel. Hoe Prof. Dr J. Rldderbos bijvoorbeeld denkt over contact met U of mij of met onze kerken, — óf dit contact momdeling of voorshands schriftelijk moet zijn — interesseert mij niet. Christus heeft een zaak met gebonden Kerken en in 'die Kerken zijn er ook nu nog duizenden die de „eenvoudige dingen Gods" niet zien of niet willen zien. Dit is hun schuldige verantwoordelijkheid. Maar ik vrees, dat U en ik hen vandaag daarin stijven omdat wij hen vermoeien - met allerlei zaken, zóó dat ze mede door ons belemmerd worden om te hooren de stem van onzen Meester in Zijn concrete eisch van „vrijmaking". Tot die duizenden dwalende schapen die de stem van den Goeden Herder niet hooren, hebben wij ons te wenden. En ons spreken en schrijven moet zóó zijn dat daaruit de liefde van Christus, die Zijn recht en waarheid handhaaft, blijkt. Om alle misverstand in dezen af te snijden wil ik gaarne verklaren, dat dit ook Uw begeerte Is. We verschillen echter In de methode.

Als U zich dan voorts meer tot mij persoonlijk wendt, doet U het voorkomen, alsof ik niet meer achter het besluit onzer Synode vam Groningen zou staan, die uitgesproken heeft dat voorshands alleen schriftelijk gehandeld moest worden met de gebonden kerken.

Ik wil U hierover graag iets zeggen. Nu moet ik vooropstellen, dat Ik momenteel geen enkel stuk bg de hand heb, zelfs niet de nummers van De Wachter, waarin ik schreef, en dat ik dus enkel op mijn geheugen af moet gaan. In den zin „voorshands alleen schriftelijk", onderstreept U het woord „alleen". Dat is uw persoonlijke visie, als ik me niet vergis. Ik meen dart: het woord „alleen" in het betreffende besluit niet bijzonder benadrukt is. Hiertegenover moet naar mijn visie — idie ook geen gezag heeft — het woord „voorshands" benadrukt worden, en meen Ik dat er ruimte gelaten is voor een nieuw besluit om ook mondeling met de gebonden kerken te handelen.

In dezen geest heb ik over deze dingen geschreven. Wajt Ik in een paar artikeltjes schreef zou ik — naar mijn geheugen — aldus willen samenvatten:

1. Onze deputaten zijn gebonden door de besluiten omzer Synode en mogen hiervan niet eigenmachtig afwijken. Dus voorshands slechts schriftelijk contact.

2. Nadat bekend was dat onze Synode deze gedragslijn had voorgeschreven heeft men van de overzijde bepaald: geen schriftelijk, maar mondeling contact. Ik heb dit besluit veroordeeld.

3. Ook al is dit besluit te veroordeelen, toch moeten we toestemmen dat de deputaten der gebonden kerken gehouden zijn de hun voorgeschreven gedragslijn te volgen. Zoo zijn we op het doode punt gekomen.

4. Dus moet er iets anders gebeuren. Ik heb te luisteren naar het gebed van mijn Heere, dat gebed, waarin Hij elschte de eenheid der Zijnen, en dat voor mij als een gebod moet zijn. In deze eschatologische tijden, waarin Christus werkt aan de vervulling van zijn gebed, heb ik Zijn medearbeider te zijn.

Wat moet er dan ra.l. gebeuren? Ik geloof dat de zaak zeer eenvoudig is. De wSl van onzen Meester isons bekend. De weg waarlangs die wil gerealiseerd moet worden is alleen bepaald door Zijn Woord en Recht. En dat spreekt niet van „alleen schriftelijk", noch van „alleen mondeling". Voor Hem staande zeg ik: Wij hebben niets te elschen. Ook de gebonden kerken niet. Wat zij doen of laten laat ik voor haar verantwoording. Maar wq hebben te gehoorzamen, d.i. wit

moeten beginnen te luisteren naar wat Hij tot den Vader biddend, ons gebood. En nu gebleken Is — uit welke te veroordeelen motieven dan ook — dat de door onze iSynode voorgeslagen weg-om.-contactnte-oefenen niet door de andere partij is aanvaard, nu zeg ik: wat zal onze Synode die aanstaande is verhinderen thans een anderen weg te gaan, levende uit het gebod, en blüid zijnde voor de toekomst? Of mag een Synode dit niet doen? In dezen zou ik „de minste" willen zijn.

Als U 'dit „de minste willen zijn" van mij aangrijpt en zegt dat U het met mij eens is, als U dit „de minste - willen zijn" zóó uitlegt dat het beteekent dat de Kerken moeten kunnen meeleven, zeg Uc U, nee Professor, dat was de bedoeling van de uitdrukking niet. Natuuriflk: de Kerken moeten kunnen meeleven; het betreft hier zaken die alle geloovigen raken en die open en „publiek" behandeld moeten worden van het begin tot het einde. Maar dit is niet in het geding. Deze dingen spreken zóó vanzelf, dat ze, na alles wat geschied is niet eens onder ons genoemd behoeven te worden. Ik wil echter de minste zijn tegenover mijn gebonden broeders. Hun weigering om scliriftelijk met ons te hamdelen, voor him verantwoording latend, wU Uc van mijn kant niet in eenzelfde kwaad vervallen door halsstarrig op den eisch van scliriftelijk contact te blijven staan. £/n waar onze deputaten tlians niet verder kunnen en zij zich gebonden moeten weten door hun mandaat en deze zaak toch al de geloovigen aangaat. Is er m.og'elijk reden voor ons —• desnoods met doorbreking van alle officlëele deputaties — particulier te doen krachtens het ajnbt der geloovigen, wat officieel krachtens deputatie van de Kerken thans niet kan.

U doet mij dan een concreet voorstel, dat ik, kort, aldus meen te kunhen samenvatten: U vraagt van mij, dat ik zal schrijven aan Prof. Dr J. Rldderbos of aan een ander met het verzoek dat hij particulier met U van gedachten zal wisselen, op de wflze zooals door onze deputaten aan de gebonden deputaten was voorgesteld, met het doel dat eens precies gezegd wordt, , , wat ter zake van de uitwerplngeu en afzettingen etc. de schuld Is BIJVOORBEELD van Ds H. J. Schilder, en precies aan te geven wat z.l. gebeuren moet om weer kerkelijk saam te leven.

Uw voorstel zooais het daar ligt, wijs ik af. En dat om meer dan één reden. Allef'eerst om deze reden, dat Ik er niets voor voel den dienst van postbode te verrichten. Wilt U of geheel particulier of meer of minder officieel met Prof. Rldderbos correspondeeren, dan kunt U hem dat evengoed vragen als dat Ik dat doen zou voor TJ. Maar — en Uc kom tot mijn tweede reden — U wilt Prof. Rldderbos niet in verzoeking brengen. Ik ook niet. Hij die door zijn Synode zedelijk gebonden is om slechts mondeling met ons te spreken, moet niet — deputaat zijnde — particulier gaan doen, wat hem officieel verboden is.

In de derde plaats: de meening van Prof. Rldderbos Is mij bekend. Ik ken zijn geschrift: „Kerkscheuring" en weet alles af van de spreekwoordelijk geworden „gekloofde haar" dat ik er geen behoefte aan heb mij tot hem te wenden. Integendeel, zooals ik hierboven reeds uiteenzette, geloof ik dat wij ons tot het ambt der jgeloovlgen moeten richten, tot de „kinderen" die de stem van den Meester weer hooren moeten en geplaatst moeten worden voor Zijn gebed, wat hem een gebod moet zijn.

Met groote dankbaarheid heb ik voorts kennis genomen van wat TJ schrijft in het volgende: „Ik hoop, dat U aan de Kerken dezen dienst wilt doen. Ik wil niet gelooven, dat U niet de minste zoudt willen zijn tegenover uw broeders”.

Broeder Schilder, ik wil mijn kerken graag een dienst doen en wil graag de minste zijn tegenover mijn broeders. Geloof me, dat ik slechts één begeerte heb, n.l. Christus te gehoorzamen ook in de verhouding tot mijn broeders, en ondanks mijn vele gebreken. Deze brief aan U zou te lang worden om mijn gedachten in dezen volledig uiteen te zetten. Maar ik beloof U, Ik hoop hierop terug te komen D.V. in het volgende nummer, en ik zal In Gods kracht en levende uit het geloof U en al mijn broeders, de Kerken die ik zoo van harte lief heb, „dezen dienst" doen. Neen, Ik zal Christus, dien ik met heel mijn leven begeer te dienen, door Gods genade trachten gehoorzaam te zijn, den particulieren weg gaan, waarop U mij wijst en dien ik misschien reeds lang had moeten gaan. Ik zal me niet wenden tot Prof. Rldderbos persoonlijk, maar tot allen die nog luisteren wiUen naar. de stem van den Meester, en ik hoop dat te doen, gedrongen door Zijn liefde en recht en waarheid, en publiek, zóó dat allen kunnen meewerken en meebidden met gebeden „zonder een sprankje van de mythe, met open oog voor de feiten". „Er is GEEN Synode", die mij „verbiedt dezen particulieren weg in te slaan", en het Is mij een vertroosting dat ook U — dien ik zoo hartelijk lief heb en hoogacht — mij hierin dragen wUt met Uw gebeden. Vóór wij „biddend ter Synode tijgen" Is er mogelijk nog Iets te doen. Ik althans zal dan mijn conscientie vrij weten en laat de uitkomst aan den Heere over.

Inmiddels blijf ik, die ik was voor U en voor allen die den Heere Jezus liefhebben,

Uw medebroeder in Christus,

B. A. BOS.

In „Kerkelijk Leven" ga ik hierop in. Het synodocratische blad in Zeeland (ds H. Veldkamp), kennis nemende (niet gevende) van een en ander zoekt nog naar de „eenvoudigheid" der kerkzaken. Wil die redacteur soms helpen te komen tot die „eenvoudigheid", in ons antwoord nader omschreven? En. dus concreet zeggen : jaofneen? 't Kan gebeuren, als hij wil meehelpen.

K. S.

Be pilaar en vastigheid der waarheid, opgetrokken uit losse stukken, bestreken met looze kalk.

We hebben in onze artikelen over hetgeen er leeft in de zendingskringen der synodocraten nog al eens gesproken over de „eenheidsbeweging" in Soekarnesië. Het Bodegraafsche orgaan schijnt het met die artike­ len niet eens te zijn, maar heeft nog niets ervan weerlegd. We lezen thans in „De Locomotief" (verschijnend te Semarang) van 12 Juni 1948 onder het hoofdje: „De Protestantsche Kerken" en het ónder-hoofdje: „De Synode komt tot een herordening van het Kerkelijk Leven", en het ónder-onder-hoofdje: „Een Werkorde" (het halve hedendaagsche vocabulaire is dus afgewerkt):

Batavia, (Aneta). — De Algemene Synode van de Protestantse Kerk in Indonesië, die te Buitenzorg wordt gehouden, heeft een schema voor een nieuwe organisatie ontworpen, een werkorde, waarnaar de eerste jaren kan worden geleefd, eni die op de Presbyterlale kerkorde is gebaseerd. Daameiast werd een boodschap opgesteld, die naar alle kerken en wordende kerken in Indonesië zal uitgaan. Nadat de groeiende drang naar zelfstandigheid en de begeerte om één te blijven in het kort zijn geschetst, gaat de boodschap aldus voort:

„Vooral in de naoorlogse jaren Is het streven naar deze samenwerking en eenheid van de kerken in Indonesië tot openbaring gekomen in oecumenische arbeid van verschillende aard. Wij allen hebben in deze oecumenische ontmoeting verrassende vergezichten mogen zien. Wij hebben niet alleen plaatselijk en in wijder verband hier te lande, maar ook door internationale bijeenkomsten, versterking en verrijking mogen ontvangen bij de vervulling van onze christelijke roeping. Wij spreken de verwachting uit, dat naast de reeds bestaande regionale raden, de Raad van Kerken voor geheel Indonesië spoedig — zo spoedig mogelijk nog dit jaar —. zijn arbeid aanvaardt. De ontmoeting in het oecumenisch streven Is voor U en voor ons van grote voorbereidende betekenis. Wij houden dsiarbij stellig lu het oog, dat de kerken, die in de grondslagen van hun leven en werken zo grote overeenkomst vertonen, tevens geroepen zijn te streven naar een zodanige eenheid van kerkverband als bij haar wezen past.

Het is ons een voorrecht TT mede te delen, dat de Algemene Synode van de Protestantse Kerk in Indonesië te Buitenzorg, gekomen Is tot een geheel nieuwe regeling van de verhouding tussen de zelfstandigheid der vier tot haar behorende kerken en de eenheid van de Protestantse Kerk in Indonesië in haar geheel. Zij heeft biermede getracht Iiarerzijds een bijdrage te leveren tot herordening van kerkelijk leven en kerkverband.

In de genoemde regeling heeft iedere zelfstandige kerk, onder een eigen synode, de volle verantwoordelijkheid voor eigen arbeid. Deze kerken komen door haar afgevaardigden, aangewezen door haar synoden, samen lu een algemene kerkvergadering, waarin de kerken haar eenheid openbaren in belijden, In apostolische roeping, in de gemeenschappelijke zorg voor het opleiden en vormen van ambtsdragers en to. de verantwoordelijkheid om elkaar bij te staan In practische zaken. Het Is duidelijk, dat deze algemene kerkvergadering de in haar verenigde zelfstandige kerken zal dienen door de zo noodzakelijke voorlichting en leiding In de vraagstukken, die voor het leven der kerken van principiële betekenis zijn. De kerken die tezamen deze ene kerk vormen, zullen al de dienende organen van deze algemene kerkvergadering als hun eigen organen beschouwen, en door middel van hun afgevaardigden op vaste tijden samenkomen met de verantwoordelijke organen, terwllle van de opbouw van hun beleid en de nadere vaststelling van bijzondere opdrachten. De algemene synode van de Protestantse Kerk to Indonesië Is in grote eenstemmigheid tot deze gevsflchtige beslissing gekomen. Het Is haar een reden tot dankbaarheid, dat zij bij U thans deze beslissing mag voorleggen. Wij doen zulks ta de verwachttag, dat ook U bereid zult zijn om de vragen, die hier aan de orde gesteld zijn, opnieuw ernstig te overwegen. Het zal ons een vreugde zijn Indien een en ander tussen U en ons zal mogen leiden tot een diepgaand kerkelijk gesprek, tot een nauwere aaneensluitmg en practische samenwerking, gegrond op ons gezamenlijk besef één te zijn ta geloof en belijden.

De algemene synode spreekt de hoop uit, dat de Heilige Geest U en ons moge leiden in de waarheid van het Evangelie van onze Here Jezus Christus, tot de eenheid van Zijn Kerk in deze landen en m het blijde uitzien naar de komst van het Koninkrijk Gods". De nieuwe werkorde draagt een tijdelijk karakter. Het doel Is om zo spoedig mogelijk tot een volledige kerkorde voor de Protestantse Kerk in Indonesië te komen. Hoofd van het algemeen .bureau van de Protestantse Kerk to Indonesië is de algemeen-secretaris van deze kerk.

Latere berichten melden, dat dr J. E. Ch. GelsUer werd gekozen tot algemene voorzitter van de Protestantse Kerk to Indonesië. Algemeen secretaris werd ds W. J. Rumambi en algemeen Thesaurier ds Van Vessum. Daarna benoemde de synode, op voordracht van de delegaties der drie zelfstandige kerken en de te vormen vierde kerk, tot vertrouwensman van de Protestantse Kerk to de Minahassa dhr J. L. L, Wenas, tot vertrouwensman van de Molukse Protestantse Kerk ds D. F. Sahulata, tot Idem van de Protestantse Kerk to Timor jhr dr U. H. van Beyma en tot idem van de vierde kerk ds B. A. Supm. Tezamen vormen deze zeven personen het algemeen moderamen van de Protestantse Kerk ta Indonesië.

Vaste adviseurs van het moderamen zijn verder: de rector van de hogere theologische school te Batavia, een der zendtogsconsuls en de hoofdlegerpredlkant. Voorts bekrachtigde de synode de benoemtog van mevr. L. A. Snrjdersnaaberg tot leidster van het sociaal bureau, en die van ir P. Telder tot leider van het publlcatlebureau der Protestantse Kerk.

We hebben dus: een , , werkorde" gebaseerd óp een „kerkorde"; maar ze kan dienen voor de eerste jaren (we palmen elkaar langzaam in); en natuurlijk een „boodschap", die net zoo dynamisch is als een „beweging"; een aanvaarden van de revolutie onder betuiging, dat de reformatie nooit anders heeft gewild, „met begrip" „geïnterpreteerd" zijnde; een „eenheid" (totalitair) als idool, opgesteld voor Gtods aangezicht (nieuwe „interpretatie" van het eerste gebod). Voorts een voorstellen van in-den-oorlog (revolutie) opgelegden dwang als streven van na-oorlogsche mentaliteit; een „tot openbaring komen" van wat eerst verborgen scheen te zijn, maar natuurlijk heelemaal ontbrak; een principieele prijsgeving der zelfstandigheid onder teedere woorden ter eere van de zelfstandigheid. Kortom, — heel het boerenbedrog waaraan de gelijkgeschakelde kerk zich te buiten gaat, om de „voorlichting" zóó te oentraliseeren, dat de belijdenis heelemaal er aan gaat. Kan iemand ons nog zeggen, wat een SY­ NODE is? En wat een „algemeen voorzitter" van „de" kerk is in een op de presbj^eriale kerkorde gegronde orde? Als 't u schemert, is dat een mooi woord voor: in den mist varen.

K. S.

„Christian Reformed” gezucht.

In de synodocratische pers — ze heeft blijkbaar niets beters te doen — circuleert volgend nieuws (uit Amerika):

Men stelt er ginds prijs op, dat vrij hier een juiste voorstelltog hebben van de „Christian Reformed Church" to de nieuwe wereld. Want ouder bovenstaand opschrift schrijft de hoofdredacteur, Rev. H. J. Kuiper, een stukje, dat wij, vertaald, hier laten volgen:

„Een lid van één onzer kerken, dat kortgeleden Nederland bezocht, hoorde Dr K. Schilder spreken op een openbare vergadering to Groningen. Volgens deze verslaggever, waren de opmerkingen, die de spreker maakte over onze Kerk niet bepaald vriendelijk. Bén van ztjn beschuldlgtagen was, dat kerkkoren zulk een dominerende plaats to onze openbare eredienst innemen, dat de prediktog (daardoor) wordt veronachtzaamd. Wat waren we verbaasd, toen we dat lazen! Gedvuende de laatste Syi jaar hebben wij eens of vaker gepreekt lu 66 kerken van ons verband en daarvan hebben niet meer dan 6 of 7 geregeld koorzang, terwijl een groter getal slechts „speciaal gezang" heeft bg zekere gelegenheden. In geen van deze kerken is er enige Inkorttog van de preek of van het gemeentegezang vanwege het zingen van het koor. De genoemde 66 kerken vormen meer dan één vijfde van het totaal aantal „Christian Reformed" gemeenten. Wij zijn er zeker van, dat de verhouding van die, welke koren hebben, zelfs klemer is ta de resteerende 4/5 dan ta het één vijfde, waarover wij uit eigen waarneming kunnen spreken. Wij vragen ons af, waar Dr Schilder zijn inlichttogen over ons ontving. Niet uit „Christiaa Reformed" bronnen, daar zijn we zeker van. Wij hopen, dat enige kerkelijke bladen to Nederland de Inhoud van dit artikel zullen overnemen. Mogen wij Dr Schilder eraan herinneren, dat, als het verkeerd is valse geruchten te verspreiden over een persoon, het mtastens even laakbaar is een Kerk van God te lasteren. Tegelijkertijd verzekeren wij hem, dat, als hij het verslag, waarop onze opmerkingen gegrond zijn, wraakt, wij dat aan onze lezers zullen meedelen”.

Wel, wel. Zoodra ds H. J. Kuiper de moeite nemen wil, ons gedrukte wederwoord op de in zijn pers gedrukte lasteringen over de Gereformeerde kerken in Nederland te melden, zullen wij de moeite nemen te vertellen dat en in welk opzicht zijn verslaggever niet goed luisterde.

K. S.

Rectificatie.

Men maakt er mij op attent, dat het artikeltje in de Geref. Kerkbode (sjmodocratisch) van de classis Grorcum, waaruit verleden week geciteerd werd, niet afkomstig is van ds van Munster, doch van dr Matter van Giessendam.

Het spijt ons, dat we ons hebben vergist in de initialen.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 augustus 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 augustus 1948

De Reformatie | 8 Pagina's