GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Barth, en de kinderdoop, en de theologische belangstelling.

In „In de Waagschaal" schrijft ds L. Nieuwpoort een artikel „De Doop in discussie". Ds Nieuwpoort woont in Nederland; men zou dus denken, dat hij, sprekende over de discussie aangaande den doop, eerst aan Nederland, en pas daarna aan Zwitserland denkt. Toch schijnt Zwitserland zijn belangstelling heelemaal, en Nederland heelemaal niet te hebben. We lezen althans:

Bij vraag 74: „Zal men ook jonge kinderen dopen? " schrijft Barth: „Deze vraag komt verrassend. Wij hoorden: de doop is bevestiging van het geloof, resp. van zijn fundering, door de verzekering van zijn oorsprong in Jezus Christus' bloed en geest. Verondersteld is een gelovend mens, die zijn geloof belfldt en naar zijn doop begeert. En nu opeens wordt in duidelijke tegenspraak met het voorafgaande gesproken over de doop der kinderen. In de ganse oud-protestantse theologie, ook bij Calvijn, wordt-de kinderdoop op deze onvermoede en ongefundeerde wijze behandeld, d.w: ^. alle vooraf aangehaalde constitutieve kentekenen van de doop, in het bizonder het geloof van de dopeling, wordt plotseling geïgnoreerd."

Naar mijn weten heeft nog niemand Barth op dit punt weerlegd en met schriftuurlijke argumenten aangetoond, dat dit „ignoreren" geoorloofd is, dat de kinderdoop factisch tot een derde (pseudo) sacrament maakt.

, We zouden willen opmerken, dat „naar mijn weteü'* deze opvatting van Barth in Nederland al lang is weerlegd. Eeuwen geleden reeds. En nog pas door ds H. .T. Schilder, in zijn „Op de Grens van Kerk en Secte" ip. zijn strijd tegen dr F. W. Grosheide en diens synodej die op dit bepaalde punt aan dezelfde kwaal laboreerde als Barth, omdat ook hij (met haar) beweerde, dat dé doop een „geloovend mensch onderstelt, die zijn geloof belijdt, en naar zijn doop begeert". Dat is nu juist de groote vergissing, die hieruit voortkomt, dat men den doop noemt „bevestiging van het geloof", en dan voor het gemak maar verder met zijn „respectievelijk" „dit" of „dat" zich verwijdert van zijn uitgangspunt. De doop is geen bevestiging van het geloof, ook niet van de fundeering van het geloof door verzekering van den geloofsoorsprong, doch een verzegeling van de beloften van God. En hoe ongemotiveerd het is, dat men van het doel „het geloof versterken" concludeert op de onderstelling van aanwezig geloof, heeft ds H. J. Schilder in de aan zijn boek toegevoegde „gelijkenissen" weer eens op frissche manier aangetoond.

Waarom kijkt men zoo scherp naar het buitenland, dat men van het binnenland niets meer weet? Vooral, als men zich permitteert, over het binnenlandsch gedoe zijn schouders op te halen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 januari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 januari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's