GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Balans van „Oosterbeek”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Balans van „Oosterbeek”

De exegese van ,,niets, minder dan niets"

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De exegese van f, nietó; tnindeA, datt nCetó"

(IV)

BHjkbaar hebben de synodocratische figuren achter de schermen de lijn bepaald: wel Oosterbeek radikaal afwijzen wanneer het —• hoe slap ook — van zonde bij de hooggeloofde 'synode gewagen durft, maar toch het vuurtje gaande houden: ons aan het lijntje houden, en twijfel aan de rechtmatigheid of noodzakelijkheid der vrijmaking, zouden cl at geen góéderen zijn?

Nu heeft dr G. M. den Hartogh, die soms uit zijn slof schiet, en dan later, gewaarschuv.'d, weer wat bijspijkert, eerst gezegd van ds Bos: we Ijebben aan hem niets, minder dan niets. Thans komt daar een ietwat „gemoedelijker" „interpretatie" overheen.

Eerst wordt daarin gezegd, dat de op Oosterbeek TL uitgebrachte critiek van dr Ridderbos (Sr en Jr) toch veel „vriendelijker" was dan die van ons. Dat is zoo: wij hebben ds Bos d a d e 1 ij k gezegd, dat wij niet met hem spelen zouden, wat anderen wel zouden doen. Vervolgens wordt met de hand op het hart verzekerd, dat de heeren Ridderbos en Den Hartogh geen extremisten zijn; och, hoe kon zoo'n beste broeder Bos en hoe konden andere „vrijgemaakte bezwaarden" (van ds H. Veldkamp, synodocraat, rept dr den H. niet) nu zóó iets zich laten ontvallen? „Die professoren" (Oudestraat) behooren waarlijk niet tot de extremisten" ; dixi. De zaaksgerechtigheid van leeruitspraken en tuchtbesluiten (het staat er heusch) handhaaft dr den Hartogh „als naar den wil des Heeren" (totdat het tegendeel bUjkt", en dat zal wel niet gebeuren, want als iemand ook maar in die richting wees, in 1944, of wijst, in 1949, dan is men er als de kippen bij om het geluid te smoren of te negeeren, zie maar de revisieverzoeken, en het advies-de Bondt, om de getuigenissen van Oosterbeek H, hoe mager ook, dood te zwijgen).

Maar dan komt het mooie weer: eerst hebben ze met ds Bos him aanmoedigingsspel gespeeld, en heeft Toomvliet, natuurlijk in contact met de H.H. Ridderbos en Den Hartogh, het „ambt der geloovigen", ja, ja, het staat er heusch, , aangemoedigd, om zich te laten „activeeren", en heeft ds Bos zich laten vangen in dit wankele spel, om, toen hun deputaten niet wilden, de ónze te hunnen gerieve te „doorbreken". Maar thans is het met dat ambt der geloovigen, nu het ook dr den Hartogh wat uit de hand valt, niets meer gedaan. Nu volgt dit:

„Laat het ambt der gelovigen niet geactiveerd worden tot groter verwarring, onrust en verdeeldheid in de herken. Werkt mee, dat niemand onder de bekoring van de leuze van het juiste midden tussen twee uiterste polen in de richting gaat van hen, die de rechte weg verlaten hebben en tot kerkscheuring gekomen zijn. Zij erkennen zelf, dat door de toestanden en handelingen in hun eigen kerkgemeenschap steeds meer licht valt over hetgeen In de kerkscheuring is geschied. Verhindert door hun gelijk te geven in hetgeen waarin zij ongelijk hadden, toch niet, dat hun de ogen geheel open gaan voor de volle werkelijkheid".

Dat beteekent dus (wat wij voorspelden): laat alstublieft die zotte vrijgemaakten zich losmaken van Schilder en nog wat, haalt ze daarna aan, en richt op d i t doel] uw Kerk-politiek van nu af aan.

Voorts wordt opgekomen tegen de klacht, dat de synodocraten „bagatelliseeren". Van ds Bos wordt gezegd:

„En hij doet het voorkomen, dat die professoren in tegenstelling met „Oosterheek" de binding aan een speciaal uitgelegde leeruitspraak, die volgens hem de acute aanleidüig was tot de vrijmaMng en een overheersende Invloed heeft gehad op tal van schorsingen, gaan bagatelliseren, wat hij veroordeelt als , , al te dwaas" (zulk een „scherpe veroordeling" hebben de professoren zich In hun artikelen met betrekking tot Ds Bos CS. niet veroorloofd!). Maar dit beweren en dit voorgeven is weer beslist onjuist. Wij vonden en vinden do officiële leeruitspraken en tuchtbeslissingen wol terdege van groot belang en we gevoelen ons daarom van 's Heren wege geroepen ze naar vermogen te handhaven. Wij willen de binding (niet aan één, maar ook aan veel andere leeruitspraken, sommige eigenlijk van groter gewicht dan die éne, die louter herhaUng was) — volstrekt niet bagatelliseren".

Dat wil dus zeggen: wij bagatelliseeren 't spul wel, want nu de weggewerkten verdwenen zijn, kunnen ze in Ruinerwold-Koekange, en in Enschede (Heerenveen) en in de Itrant van de heeren dr Schelhaas-Algra tienmaal erger dingen doen, dan K. S. of Greijdanus deed, maar wij zeggen natuurlijk dat we nooit bagatelliseeren, want wij deden alles voor 't aangezicht des Heeren en 1946 is immers voorzien van den kop, dat 1942 heelemaal te handhaven is?

Daarna doet dr Den Hartogh verslag van de kronkelredeneering van ds Volten: hoewel Volten mede onderteekend had dat ieder terecht uit de officieele stukken kon concludeeren dat er WEL te eng gebonden was, heeft Völten gepubliceerd, dat er RUIMTE GE­ LATEN WAS voor de these, dat ieder OOK uit de officieele stukken terecht tot de conclusie kon komen dat er NIET te eng gebonden was. Waartoe men zich al kan opwerken! Eerst •— zie boven — ging het over een „speciaal u i t g e 1 e g d e" (!!!) leeruitspraak. Nu over „ruimte late n", een term van dr J. G. Geelkerken, die destijds door de synode van Assen deswege op de korrel is genomen. Om dan te concludeeren, dat het JA van Volten qua Oosterbeekenaar identiek is met het NEEN van Volten qua op het matje geroepen verlooohenaar van Oosterbeek en van zijn eigen handteekening. Wie verwacht van zulke menschen nu nog iets voor een strijd voor de waarheid? Woudt U terecht concludeeren dat men ergens tegen is ? Spaar de moeite; uit dezelfde woorden kan men ook terecht betoogen dat men er altijd VOOR was.

Er is één zin in Den Hartogh's artikeltje, die ons juist lijkt. Het is de laatste, maar hij komt uit dézen mond veel te laat: ^

Het is alles bewijs te meer, dat „Oosterbeek", lioe goed ook bedoeld, de bestaande misverstanden nog heeft doen toenemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 februari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Balans van „Oosterbeek”

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 februari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's