GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dr A. de Bondt over: Ds I. A. Schep over ,,cand Sahilder"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dr A. de Bondt over: Ds I. A. Schep over ,,cand Sahilder"

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds J. A. Schep heeft in zijn door ons besproken brochure de synodocratische gemeenschap voor 'n hee) heel klein percentage opgeschrikt. Waardoor? Door de verkondiging van de waarheid-als-een-koe, dat aan „cand., Schilder" onrecht gepleegd was. In een consequentie overigens van de officieele besluiten. Zoowel tegen de besluiten hadden vrij gewaarschuwd, als op de consequentie gewezen. Waarna een felle uitval kwam, onderteekend ook door dr Berkouwer.

Nu komt dr de Bondt optreden tegen ds Schep. Men moet van de lastige zaak af.

Dr de Bondt schrijft evenwel wederom onwaarheden.

Als ds Schep opmerkt: in Febr. 1944 had de synode afgewezen de gedachte van „houden voor wedergeboren OP TE WEDERBAREN", dan zegt dr de Bondt tegen ds Schep: dat is niet waar. Boem. Vraagt ge naar het bewijs voor de stelling, dat het niet waar was? Wel, hier is het bewijs: de synode had toch ook al gezegd, dat de goddelijke opdracht om de kinderen te HOUDEN VOOR WEDERGEBOREN geenszins zeggen wou, dat daarom elk kind zou wedergeboren ZIJN, dat er ook wel konden zijn, die het pas later worden, of nimmer? Daar ligt dan die onnoozele ds Schep.

Tenminste voor de onnoozelen. D© anderen zeggen: dr de Bondt schrijft wat niet waar is.

Want het loopt niet over de vraag, wat er met de kinderen gebeurt, gebeuren kan of niet gebeuren kan, doch over de andere vraag, WAARVOOR MEN ZE HOUDEN MOET. Dit was in geding: dat men zeide: ge hebt daar een massa kinderen, van wie ge niet WEET, hoe het er mee staat, maar ge moet ze toca allen HOUDEN VOOR dezulken, met wie het goed staat, nu reeds. Als dr de Bondt een eerdere of gelijktijdige uitspraak kon aanhalen, van de synode, waarin stond: ge moogt ze ook HOUDEN voor wat anders dan wedergeboren, dan zou hij iets ter zake hebben gezegd. Nu verwart hij de menschen, met een krasse onwaarheid. Ach, het hopelooze gezeur. Het is even hol als het redeneeren van een overigens in heel de wereld niet te ontdekken examen-commissie, die

(a) zou zeggen: van de candidaten zijn een aantal niet geslaagd, en anderen zullen nooit slagen, maar HOUDT ze toch allemaal voor GESLAAGD; en die da, n, (b) later deswege gekapitteld zou aanvoeren: we zeiden toch immers dat ze niet geslaagd waren, allemaal? In heel de wereld zou men zeggen: hoe kunnen die lui een examen-commissie vormen? Ja, ' maar in een voorlichtingsblad van dr Ridderbos en dr Berkouwer kan zoo iets wel passeeren.

Vervolgens: ds Schep beweerde de waarheid-alseen-koe, dat „cand. Schilder" geweerd is om het niet aanvaarden van DIE binding (de binding dus aan het voor wedergeboren houden en daarmee uit). Maar ook deze koe wordt door dr de Bondt netjes weggetooverd. De Haagsche briefschrijver is een knap leverancier van kunststukjes in het genre optisch bedrog.

Let maar op.

Ds Schep had beweerd: uit de schriftelijke memorie van cand. Schilder bUjkt, dat de candidaat bezwaar had tegen 1905 en 1942 omdat deze de onderstelling inhielden, dat de wedergeboorte aanwezig is bij elk te doopen kind.

Foei, zegt dr de Bondt, foei, ds Schep, u doet nu net, alsof die candidaat die zinsnede geschreven heeft; maar in heel zijn lange stuk vindt ge daarvan niets. Maar wederom spreekt hij onwaarheid. Want op bl. 46 van het boek van den toenmaligen „cand." die omdat er-nog vrije christenen zijn in Nederland, vandaag ondanks dr de Bondt c.s. predikant is, staat het bewijs, dat de toenmalige candidaat heeft geschreven aan de classis, die hem examineerde, en dus in het door dr de Bondt bedoelde officieele stuk:

„De uitspraken van 1942 citeeren enkele zinsneden van 1905, maar uiteraard moeten de uitspraken van 1905 daarom nog even zoo goed in haar geheel worden gelezen. In haar geheel gelezen bevatten zij nu een tegenstrijdigheid die ik als zoodanig uiteraard niet mag aanvaarden. Immers heeft 1905 aan. voormelde uitspraak nadrukkelijk toegevoegd een' alinea volgens welke God naar zijn vrijmacht (bij de uitverkoren kinderen) vervult vóór, onder of nk den doop. Dit laatste beteekent dus, dat ik hetzelfde kind, mij eventueel ten Doop gepresenteerd, dat ik volgens de éérste alinea voor wedergeboren houden móet (EN DIE EERSTE

ALINEA WAS BINDEND VERKLAARD, en dat was zoo pas door den „candidaat" opgemerkt, K.S.), volgens dit slot niet voor wedergeboren houden mag, — daar Ik anders aan de vrijmaeht van God te kort zou doen door Iets te onderstellen, waarvan Hijzelf openbaart, dat Hij het verborgen houdt."

Hieruit blijkt dus, dat de candidaat wel degelijk heeft gezegd wat dr de Bondt ontkent door hena gezegd te zijn, en dat hij bovendien, de heele synodale wijsheid dadelijk heeft doen zien als zichzelf verterende door tegenstrijdigheid.

En daarna komt dan dr de Bondt voor den derden keer zijn „es ist nicht wahr" uitstooten tegen ds Schep, Ds Schep constateerde, dat oand. Schilder was geweerd, al dadelijk den eersten keer (later trouwens onophoudelijk), zakelijk was geweerd op dezen grond: oand. S. verwerpt en bestrijdt als bindende leer der kerk, dat de doop aan de kinderen de (onderstelde) aanwezige inwendige genade bezegelt".

ES 1ST NICHT WAHR, roept dan de Haagsche man van j'accuse.

Maar de candidaat schreef, in dezelfde memorie, bl. 47:

„Immers wordt door 1905 het „geheiligd" op één lijn gesteld met .wedergeboren', en als ik dit laatste woord versta in den zin dien het klaarblijkelijk daar hebben wil dan kan Ik deze nevenstelling niet erkennen. Ik meen daardoor te kort te doen aan Schriftwoorden als Jiebr. 10 : 29 en 1 Cor. 7 : 14, waarbij ik het recht wil houden ze op den doop van toepassing te achten: it recht zou ik mij ontnemen door een uitspraak te aanvaarden, waarin het , geheiligd' wordt geïnterpreteerd als die wedergeboorte insluitend."

Als nu cand. Schilder aantoont, dat de inwendige aanwezige genade ligt in de bindende formule, en dat hij die daarom niet aanvaardt, en geen mensch kan dat weerleggen, en ze zeggen toch tegen hem: u mag niet preeken van den Heere Christus, nu niet, en nooit, tenzij ge u bekeert van die ketterij en die insubordinatie, dan kan dr de B. negeeren wat hij wil, en verzwijgen wat hij verkiest, het eenige resultaat is, dat wij tot ds Bos zeggen: ziedaar uw medebidders, laat hen niet wit zwart noemen.

Wij hebben medelijden met een synode, die voor ds zooveelste maal moet worden voorbereid door een dergelijke onwaarheidsprekerij, terwijl men meer en meer op die manier zich zelf isoleert alleen met da menschen die te miserabel zijn om serieus te lézen,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 mei 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Dr A. de Bondt over: Ds I. A. Schep over ,,cand Sahilder

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 mei 1949

De Reformatie | 8 Pagina's