GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHÖUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHÖUW

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bayinck en Groen, Scholten en Thorbecke.

In „Polemios" schrijft de heer G. Puchinger:

Nadat vele predikanten onder leiding van Prof. Dr J. H. Bavlnck de aanval hadden geopend op het levenswerk van Groen van Prinsterer door in koelen bloede zich geheel aan de kant te scharen van de Barthlaanssocialistische predikantengroep rondom. Prof. Dr H. Kraemer c.s. Inzake het verzwijgen en vervolgens „dek-"ken" van de Revolutie, zodat Dr Joh. Verkuyl In 1946 zelfs in een vergadering van de Socletas Studiosorum Reformatorum. te Utrecht verklaarde, dat het dagblad TROUW wel de zelfde gezagsleer ongeveer predikte als welke heerste in het Palels van Philips II te Madrid, vervolgt thajis Prof. Dr L. W. G. Scholten op geheel andere wijze de aanval op Groen van Prinsterer. E v g

Ook Prof. Scholten zal niet officieel uit de Antl-Revolutionaire Partij treden, ook hij zal genegen zijn op te treden voor Antl-Revolutionalre kiesverenigingen (waar hij Dr A. Kuyper heeft trachten te introduceren als „personalist"!!) en ook hij zal blijven prijs stellen op het lidmaatschap van de Réunisten-organlsatle van de Socletas Studiosorum Reformatorum en aldaar tr& chten de studenten te beïnvloeden!

Schrijver herinnert daarna aan vroegere uitlatingen van en over prof. Scholten en vervolgt:

Théns echter, nadat gedurende de laatste maanden meerdere uitingen van Prof. Scholten binnen onze kring met zorg waren aangehoord, komt het Avondblad van „Trouw" van Donderdag 5 Mei 1949 met een verslag van de rede die Prof. Dr Scholteu in Tlvoll te Utrecht hield op de z.g. „Burgerdag" ter instructie van hen, die voor het eerst ter stembus mogen gaan.

En als parool werd door Prof. Dr D. W. G. Scholten aldaar gegeven, wat Trouw met vette letters als officiële titel van zijn rede boven het verslag plaatste:

„DOOB GEESTELIJKE VEBSCHEDDENHEID TOT VOLKSEENHEID".

Als duidelijke illustratie van wat Prof. Scholten consequent aan ons volk wil voorhouden, haalt „Trouw" dan een letterlijk citaat aan uit de rede van deze Leldse Hoogleraar:

Hier volgt het citaat uit prof. Scholten's rede:

„Wanneer gij, jonge kiezers uit Utrecht, zo begon Professor Scholten, Uw schreden richt naar het hart van onze goede stad, het Domplein, komt gij wellicht, evenals Ik, steeds onder den indruk van de schone symboliek, die daar heerst. Daar ziet gij voorgesteld, nog meer dan op het Haagse Binnenhof, het wezen, het meest essentiële van de Nederlandse samenleving. Onder het plaveisel is daar gevonden de herinnering aan de Romeinen, mede-grondleggers van de humanistische cultuur. Hoog rijst daarop de Domkerk, als machtige herinnering aan het Middeleeuws Christendom. Daarnaast de Utrechtse Academie, de Universiteit van Voetius, ontsproten aan het gedachtenleven der Reformatie, en ten slotte het monument, dat in ons geheugen roept den strijd van ons allen tegen den overweldiger. Dat alles gegroepeerd om het standbeeld van Jan van Nassau, den schepper van de Unie van Utrecht, den Stamvader van ons Vorstenhuis, van onze geliefde Koningin, onder wier bestuur alle goedwillende geestelijke stromingen zich in vrijheid kunnen ontwikkelen".

De Heer Puchinger teekent hierbij aan:

We kxmnen over deze humanistische zinspreuk, mede in het licht van het gelijkschakelend citaat, kort zijn: het herinnert aan' Schermerhorn van 1945 en niet aan Schouten van voor én na 1945; dit is niet de taal van de antithese, noch zoals Groen van Prinsterer deze ons voorhield, noch de taal van Dr A. Kuyper. Htet Is wél de taal van Thorbecke! Kortom, voor zover men zou willen spreken in namen van universiteitssteden: • het is de typische taal van Leiden (Anninius) en niet die van Utrecht (Voetius).

Deze zinspreuk is niet gebouwd op het beginsel van de antithese waaruit de S.S.R. geboren is, maar wel is dit het parool van de Leidse Civitas Academica!

Wij willen breed zijn, en we zwegen in Polemios tot op heden, na een nooit door Prof. Scholten beantwoorde waarschuwing onzerzijds inzaJie ^ijn on-confessionele Interkerkelijkheidsleer die hij in 1945 lu zijn functie van voorzitter der Utrechtse Réunlsten heeft willen opleggen aan gereformeerde studenten — maar met na.nie in tijden van ontbinding van het gereformeerde leven als die wij beleven, weigeren wij te zwijgen jegens hen, die gestaag de voorveronderstellingen van Thorbecke onder het volk van Groen van Prinsterer willen brengen, en dat zonder dat het wordt doorzien!

Men moet ons hierbij goed verstaan ter voorkoming van misverstanden!

Het is niet zo, dat wij visies als die van Prof. Scholten niet zouden willen verdragen; verre daarvan; maar wat wij ontkennen is, dat wie z6 spreekt, nog recht heeft op de naam Calvinist, Anti-Revolutionair of gereformeerd!

Wie Groen van Prinsterer, Kuyper, Fabius en Schouten colt lazen, weten, dat zmspreuken als die Prof. Scholten den volke voorhoudt, het fundament vormen van wat wij van Thorbecke af tot Schermerhom toe bestreden hebben, en waar ons blad getrouw zal blijven aan onze taak tot het geven van Calvinistische voorlichting, zullen wij niet nalaten te waarschuwen als na lang wachten thans waarschuwen noodzaJcelijk gaat worden, dankbaar als we zijn te weten, dat honderden zich zullen lateij waarschuwen!

Polemios strijdt tegen de „Verflauwing der Grenzen", en dus vanaf heden tegen Prof. Scholten, totdat Prof. Scholten blijken zal geven weer leerling van Groen van. Prinsterer te zijn geworden en diens leer te verkondigen aan de jeugd m plaats van die van Thorbecke! Wat Prof. Scholten hier immers leert is puur Liberalisme, Is kortom doordrenkt van een geest waartegen Kuyper reeds in zijn Utrechtse periode samen met Groen van Prinsterer gestreden heeft!

De Heer Puchinger besluit:

De „Verflauwing der Grenzen" neemt hand over hand toe, wij weten het, maar wij weten ook, dat er uit de studentenwereld weer een „zaad" door God geroepen wordt, dat de oude strijd aangaande Antithese en Verflauwing • weer dapper zal willen strijden; en die studenten getuigen vandaag en protesteren tégen het humanistisch parool: „Door geestelijke verscheidenheid tot volkseenheid", waarvan eens de Anti-Christ gebruik zal maken!

Ook de Heer Puchinger zal voortaan tot de extremisten gerekend worden. En tot de imperialisten, . n zoo voort. Men moet zijn doornencollectie maar roolijk opnemen; opdat het kruis straks ook gedra­ en worden kan. •

„Assen" wordt „Meppel" te machtigf.

Het moeras, waarin synodocratisch Assen zich in zijn sollicitatie naar ds Bos' verloochening der vrijmaking geworpen heeft, wordt in synodocratisch Meppel niet als een „verhoogde baan" beschouwd. Ds IJ. K. Vellenga schrijft in G. Ktl. Dr. en Ov. (over den Asser brief):

Zulke brieven Dehoren niet In de krant. Als de kerkeraad van Assen aan ds Bos een „vredesvoorstel" zou doen, was daarmee de , , vrede" nog niet geteekend. Hoeveel te minder is die geteekend nu de kerkeraad van Assen alleen nog maar tot een schuchtere formulering van eventueele „voorwaarden" kwam. Het kan allemaal wel op niets uitlopen met deze „vrede". In zulk een ge-. val doen voortijdige publicaties alleen maar schade. De kerk is nu eenmaal een gevoelig lichaam. De kerkeraad van Assen moest, zou er iets van haar goede wil in een daad omgezet worden, zich uiteraard wel met de kerkeraad van Smilde en de classis Assen in verbinding stellen, maar maakte, terecht, niets bekend aan de pers. Het is jammer, .lat de brief wèl in de pers terecht gekomen is.

Maakte de kerkeraad niets aan de pers bekend? Ook geen kerkeraadsleden? We weten het zoo niet, maar wij vermoeden dat de publicatie wel eens opzettelijk kan geweest zijn. Er zijn er, die zich afvragen, hoe het mogehjk is, dat in de stad Kampen extracten uit de notulen van den Asser kerkeraad circuleeren.

Ds Vellenga vervolgt:

Ds Bos zal dus eerst weer tot de Gereformeerde Kerken terug moeten keren, als de kerkeraad van Assen bereid zal zijn voor ambtelijk herstel van ds Bos het pleit te voeren.

Dat is een vreemde zaak.

Waarom ?

Hierom:

Of de kerkeraad van Assen stappen kan, mag en moet doen ten aanzien < van het ambtelijk herstel van ds Bos hangt af van de vraag of deze kerkeraad d3 Bos indertijd onrechtvaardig behandeld Ijeeft of niet, en mag niet afhangen van de vraag of ds'Bos genegen is terug te keren tot de Gereformeerde Kerken in Nederland. Het had kunnen zijn, dat ds Bos op zijn militaire omzwervingen mohammedaan geworden was, maar ook al was hij dat geworden, dan had dat niets te maken met de vraag of hij indertijd ook onrechtmatig geschorst is. De zaak, die beoordeeld moet worden is de vraag of ds Bos onrechtmatig geschorst is op de gronden, waarop dat is geschied en anders niets.

Als nu de kerkeraad van Assen zich onzeker begint te gevoelen over de voorheen door hem jegens ds Bos aangenomen houding en het over ds Bos uitgesproken oordeel, doet hij goed beide opnieuw te overwegen. Meent hij uit recente uitingen van ds Bos de conclusie te moeten trekken, dat hij de vroegere uitingen van ds Bos verkeerd beoordeeld kan hebben, dan doet hij goed dat aan ds Bos te melden. En antwoordt ds Bos dat hij indertijd juist hetzelfde en niets anders bedoelde, dan wat hij nu zegt, dan kan de kerkeraad bekennen dat hij zich in de •gevoelens van ds Bos vergist heeft, dat hij een verkeerd vonnis gestreken heeft en dat hij het zijne vril doen om tiat vonnis herroepen te krijgen.

Indien ds Bos na dat vonnis mohammedaan geworden was, zou de kerkeraad niet kunnen zeggen, dat ze bereid zou zijn stappen te ondernemen om ds Bos weer als predikant in volle rechten te aanvaarden. Dat voelt ledereen. Maar als ds Bos na dat vonnis met onze kerken gebroken heeft, kan hij ook niet in ambtelijke eer hersteld worden, ook al werd het vonnis als volkomen onrechtmatig erkend. Want ds Bos behoort niet meer tot de Gereformeerde Kerken. En daarom kan hij er ook geen ambtsdrager zijn.

Natuurlijk zie ik zelf de zaken anders (wat dit laatste punt betreft). Maar daar is het thans niet om te doen.

Ook deze auteur acht de heele zaak een beleediging voor de betrokkene:

Als ds Bos op de voorslag van de kerkeraad zou ingaan, zou hij de schijn op zich laden, dat hij, om weer predikant in onze kerken te worden, zich weer bij haar aansloot. Voor een eerlijk man is zulk een schijn niet te verdragen. Voor een predikant onzer kerken zou die schijn een blijvend bezwaar zijn.

Maar de hoofdzaak van al mijn bezwaren ligt hierin dat aan ds Bos geen ruiterlijke revisie is aangeboden, hij mag dan met onze kerken gebroken hebben of mohammedaan geworden zijn, en dat deze is aangeboden onder een voorwaarde.

Acht men, dat er aanleiding is om de schorsing van ds Bos te herzien — ik kan dat niet beoordelen — dan herzie men haar.

Maar men stelle geen voorwaarde daarvoor. Het is onwaardig voor de kerk zo te handelen. En het zou onwaardig van ds Bos zijn er op in te gaan.

Men ziet het al weer: de vrijmaking komt in geding.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 mei 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHÖUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 mei 1949

De Reformatie | 8 Pagina's