GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kadio-toespraak.

Thans ontving ik van de redactie van „De Hervormde kerk" dezen brief:

's-Graveuhage, 15 Juli 1949. Schevenlngseweg 72 Telefoon 552265

De Hooggeleerde Heer Prof. Dr K. Schilder, Vloeddijk 14, KAMPEN.

Hooggeleerde Heer,

De redactie van „De Hervormde Kerk" heeft met grote belangstelling kennis genomen van Uw schrijven d.d. 29 Juni j.l., hetwelk enige opmerkingen bevatte over een artikel in ons blad van 25 Juni 1949 van mjrjn .hand.

Het heeft ons enigszins verwonderd, dat U de juistheid van dat wat in dit artikel geponeerd werd, zegt aan te vechten, doch elke adstructie hiervan achterwege laat. Zoudt U daarom, zo goed wlUeu zijn ons de copie van Uw redevoering te doen toekomen en dié passages aan te strepen, die naar het U voorkomt, de beweringen van dat artikel logenstraffen? Indien het blijkt dat hetgeen ik meen gehoord te hebbeu in strijd is met dat wat U inderdaad gezegd hebt, ben ik natuurlijk bereid deze uitlatingen te herroepen.

U bij voorbaat voor Uw dienstvaardigheid dankend,

met vriendelijke groeten, hoogachtend,

Redactie „DB HERVORMDE KERK",

(w. g.) N. G. J. VAN SCHOUWENBURG.

geant­ • Daarop is door ondergeteekende als volgt woord :

Kampen, 23 Juli 1949. Redactie „De Hervormde Kerk", Scheveningsche weg 72, DEN HAAG.

Geachte Redactie,

Niet aan U, dunkt mij, doch aan mij is reden gegeven, om „eenigszlns verwonderd" te zijn. Uw redactie heeft omtrent mijn radio-toespraak stellige bev/erlngen gedaan; ze heeft daar toch zeker concrete gegevens voor gehad, waarvoor de schrijver mstond, die toch niet op losse praatjes van onverantwoordelijke lieden is afgegaan? Ik zou den betreffenden redacteur beleedigen, als ik dit aannam. Temeer, waar hij op stelUgen toon aan zijn uiterst hoffelijke crltlek op wat ik zonder eenigen twijfel beweerd werd gezegd te hebben min of meer stellige desiderata verbond, die door de N. C. R. V. zouden moeten worden aangehoord en overwogen; en die hierop neerkwamen, dat uitlatingen als van mijn radiotoespraak niet voor de microfoon eener christelijke radiovereeniglng behoorden te worden toegelaten. De geachte redacteur had het zelfs over heel wat teksten, die te pas zouden gebracht zijn .— men kan ook zeggen: te onpas — door ondergeteekende.

Ik vroeg hem bewijs; ik vroeg hem zelfs maar een paar van die teksten te noemen. Antwoord ontvang ik niet; niet één „uitspraak", zelfs niet één van de vele „teksten" wordt genoemd. Nu wordt op mij de bewijslast gelégd. Maar d: e rust op den beschuldiger. Kan hij zijn stellige beweringen niet handhaven, die toch grond waren voor een gepeperd advies-van-exeommmiicatiedoor-de-N.C.R.V., dan moet hij excuus maJien en mij niet vragen, te bewijzen, dat ik me heusch fatsoenlijk heb gedragen tegenover de mij ontvangende vereeniglng, nog wel op pinkstermorgen. Ik herhaal mijn verzoek: bewijzen of terugnemen. Een betuiging van leedwezen is voor „een zekeren" prof. S. niet noodig.

Want het gaat mij met om mij, doch om het recht van degenen, die den grondslag der N.C.R.V. aanvaarden. Ik meen, dat met dien grondslag volkomen in overeenstemrairig is, wat ik zeide: dat God laat betuigen, op pinksterdag, dat alleen de historische Jezus van Nazareth, Gods Zoon en Zoon des menschen, de in de Schriften geteekende en beloofde Messias is. En ook, dat ledere groep, en leder blad, en iedere theologenkring, en iedere zich als oecumenisch aandienende kerk of vergadering aan die openbaring gebonden Is, alleen

zóó „het apostolaat" erkent, en Pinksterfeest viert. Ik meen, dat alle christelijke actie, die dat niet hoeren of prediken wil, ophoudt christelijk te zijn. Ik wil, dat men zal verdragen, dat zoo iets wordt gesproken voor de microfoon eener christelijke vereeniging, en daaraan zal meedoen. Eu als het soms anders staat, dat men dat dan openlijk zal erkennen, en niet onzinnigen praat moet verkoopen, waarvoor de schrijver zelf niet Instaat: hij moet niet „meenen" Iets gehoord te hebben, doch het weten, eer hij, paraenetlsch nog wel, erover schrijft. Ik zal hem dan ook geen tekst toezenden: hij heeft zelf gehoord, hij kan anderen vragen: laat hem bewijzen of terugnemen.

Ook van dezen brief doe ik publicatie, afschrift komt weer naar den Heer K. v. Dijk (N.C.R.V.).

In afwachting, hoogachtend,

(w. g.) K. SCHILDER.

De Heer Scheps verzekert op stelligen toon, dat hij me een ex. zond van zijn (eerste) nummer, waarin werd overgenomen (ook van het 2e? dit is het 3e). Kan zijn, maar ik ontving niets.

Overigens: daar had ik het niet cv er. Ik heb het gehad over de objectiviteit van den Heer Scheps, die hem zoo heel rechtvaardig doet zijn in zijn keuze van s e r i e u z e (!) stukjes voor overname, ter opbouwing van de kerke Christi. —

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 juli 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 juli 1949

De Reformatie | 8 Pagina's