GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

PAIEIS-BEVOLUTIE.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds Kamphuis schrijft in Friesch kerkblad:

Dr H. Berkhof heeft in „In de Waagschaal" van 9 September 1949 een artikel geschreven naar aanleiding van de beide laatste geschriften van dr G. C. Berkouwer, hoogleraar aan de Vrije IJniversiteit; of liever: dit artikel van Berkhof is een situatietekening van het dogmatisch denken in de Synodale Kerken, zoals dat zijn meest opvallende exponent heeft In he-t werk van Berkouwer.

Nu Is „In de Waagschaal" het blad van de radicale doorbraaklieden in de Hervormde Kerk. Prof. Miskotte Is hoofdredacteur en ds Buskes is redactie-secretaris. Belden hebben na de oorlog veel van zich doen spreken door hun overgang naar de Partij van de Arbeid. Barth is hun profeet en de doorbraak van de oude antithese hun ideaal.

In dit blad nu gaat Berkhof schrijven over Berkouwer's dogmatische positie in, wat hij noemt het „neocalvinlsme".

Eerst bespreekt hij heel in het kort Kuyper en Bavinck als de vaders van dit neo-calvinisme, dat z.i. intellectualistisch, constructief en - wettisch is.

Dan komt in de dertiger jaren — naar het overzichtje dat Berkhof geeft — de critiek van Schilder op Kuyper. Het léék een vernieuwing te worden, maar in werkelijkheid — aldus Berkhof — voerde Schilder het neo-calvinisme alleen maar tot zijn uiterste consequenties.

Zo is het optreden van Schilder tot een heilzame crisis in het neo-calvinisme geworden: men zag van welke kant men uitging. Daarop is de scheiding gekomen. En daarna is openbaar geworden dat deze Schilder-crisis heilzaam heeft gewerkt voor de Gereformeerde Kerken. (Bedoeld zijn natuurlijk de synodaal-gebonden kerken.) „Men is daar geschrokken van veel wat tot voor kort als normatief gold". De sfeer is milder geworden en men heeft zich opengesteld voor Invloeden van buiten.

En in welke richting gaat het nu? Bij de beantwoording van deze vraag wijst Berkhof dan op het dogmatisch werk van Berkouwer. Er is bij hem nog wél een gereformeerde traditie. Maar „de klanken en accenten zijn anders geworden".

Berkouwer leest Calvijn niet in de belichting van Beza of Voetius, maar van, Luther. En het denk-isolement is bij hem verbroken. Berkouwer deukt synthetisch. Hij heeft contact met Barth gevonden. En de verschillen die Berkouwer met Barth heeft, worden door hem niet énders besproken dan zijn verschillen met Kuyper. Er is „dezelfde erkenning van de schriftuurlijke bedoeling" ook als er een formulering moet afgewezen worden.

Berkhof is verheugd over Berkouwer's werk, dat hij typeert als een „byna onopvallende, maar zeer ingrijpende paleisrevolutie in de neo-calvinistische staat". En hij besluit zijn artikel — dat hier alleen in het kort gereleveerd kan worden —:

„Aan dit bijbels-synthetische denken kunnen we allen een voorbeeld nemen. Waar dat ingang vindt behoeven we geen nieuwe scheidingen te vrezen, maar krijgen we een nieuwe geestesgemeenschap te ervaren".

Nu Is het mijn bedoeling niet dit artikel breed te bespreken. Dat lokt trouwens wel! Hoe scherp ziet deze barthiaan de situatie vanuit zijn gezichtshoek! De vrijgemaakte kerken als de voortzetters van het vroegere werk. En Berkouwer: een stille paleis-revolutionair. Berkhof en heel zijn groep ziet scherper wat er, óók dogmatisch, aan de gang is „in dit tijdsgewricht", dan velen onzer en dan wij zelf vaak.

Maar zijn woord moge voor óns een waarschuwing zijn. Berkouwers publicaties zijn levensgevaarlijk. Ze worden vaak beschouwd als positieve verdere arbeid in aansluiting aan het werk van Bavinck. Maar ze be-'tekenen: een bijna onopvallende, maar daarom te gevaarlijker paleisrevolutie. En laat Berkhof's lof ons toch de ogen open doen houden. In de strijd van 1944 was dr J. Ridderbos de dogmaticus ter synode. En voor zijn constructies zijn we bang geworden. Eln al praesldeerde Berkouwer de ultwerpsynode, de dogmatische figuur was ons veel sympathieker dan die van dr Ridderbos. Maar het wordt steeds duidelijker: Berkouwer is de man die de uitwerp-synode praeslderen kón én wilde, want de weg moest vrijkomen voor de synthese. Toen moesten eerst de barricaden geslecht. En Berkouwer zette zijn naam onder talloze schorsingen. En nu gaat de arbeid verder. Het gaat stil en geruisloos. Maar het is: paleisrevolutie. De brug wordt gelegd naar Barth, die volgens Berkouwer steeds meer blijkt te zijn de strijder voor de vrije genade. De weg wordt gebaand naar , , een nieuwe geestesgemeenschap". En Berkouwer Is geen drijver en niet onvoorzichtig. Hij werkt „bijna onopvallend", tenminste wat de richting betreft, waarheen het gaat. Maar er is nu al een groot verschil tussen de Berkouwer die door Haitjema gezien werd als de bekwame strijder van het neo-calvinlsme tegen Barth — het was de auteur van „Karl Barth" — én de Berkouwer die door Berkhof getypeerd wordt als de paleisrevolutionair in de neo-calvinistlsche staat — het Is de auteur van „Conflict met Rome".

Berkouwer is de man die vandaag met brede allure en voorzichtige arbeid het volk in de gebonden kerken In de greep van het barthianlsme brengt. Dat is al ontzaglijk: zijn ze ons niet onvergetelijk? Maar hoe staat het met onze eigen mensen ? Ik weet niet of Berkouwer veel gelezen wordt; maar ik hoop vurig dat onze jeugd en dat al onze mensen de suggestie als voos en onhoudbaar terzijde schuiven dat Berkouwer's leerstellige arbeid los zou staan van zijn werk in de kerkstrijd. Het staat metterdaad alles in dienst van het verbreken van het schriftgetrouwe Isolement, ook al formuleert en leeft hij nog zo soepel.

CAVBANT CONSULES: Berkouwer is nog niet uitgesproken en de geschiedenis gaat door. God sta ons 'bij, want het isolement dat ons steeds weer opsreleed wordt, betekent een kruisigen van ons vlees.

Ds Kamphuis voegt er aan toe:

Prof. v. d. Schuit heeft onlangs in „De Wekker" het boek van Berkouwer: „Geloof en rechtvaardiging" gerecenseerd. Hij merkte in die recensie op dat er in het schrijven van Berkouwer een „problematisch element" was. Daarmee is m.i. de roos getroffen: Berkouwer ziet geen antithese tussen het Schriftgetrouw denken én de valse profetie. Dat vloeit m.i. voort uit bepaalde vooronderstellingen van zijn dogmatische arbeid. En dat heeft als gevolg dat alles op het niveau van „het probleem" wordt behandeld, en afgedaan. En juist in het niet stellen van de antithese, die^ vandaag openbaar is tussen de getrouwe én de afvallige theologische arbeid, ligt de oorzaak dat Miskotte en Berkhof zich verheugen kunnen, de bazuin geeft een onzeker geluid, dus bereidt men zich niet meer tot de krijg.

Tot zoover ds Kamphuis. Ook ik zie Berkouwer steeds verder afgaan van het positief gereformeerd positie kiezen. De jonge Ridderbos (H. N.) verklaart publiek dat „ons" gereformeerd-zijn een gevaar is voor zijn kerken. En Brillenburg Wurth vergoeüjkt Barth. Wie Barth voorvechter van de v r ij e genade (!) noemt, die kent hem niet, en spreekt niet uit de b e 1 ij d e n i s. Zie mijn Heidelb. Catech. deel I.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 december 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 december 1949

De Reformatie | 8 Pagina's