GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het ”qaan" van Dr F. L Bos

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het ”qaan" van Dr F. L Bos

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op verzoek nemen we hier op hetgeen de kerkeraad van Vlaardingen meedeelt aan de gemeente (in het orgaan „Kerkpost") 12 Maart 1950:

Het komt Uw Kerkeraad gewenst voor het vérloop der gebeurtenissen van de laatste weken enigszins uitvoerig aan U mede te delen.

'Zoals U weet, is het thans zover gekomen, dat Dr F. L. Bos zich als predikant en lid van onze Gemeente heeft afgescheiden, tezamen met nog enige anderen. Een en ander heeft zich als volgt toegedragen:

a. AANKONDIGING.

Dr Bos heeft zijn heengaan zelf van te voren aangekondigd in „De Roeper" van 25 Pebr. 1950, welk blad U allen thuisgezonden kreeg. Daar zegt hij: , , In tussen kan Ik dit wel zeggen dat — indien de kerken besluiten overeenkomstig de met de Deputaten gevoerde besprekingen — m.i. de grond voor afzonderUjk kerkbestaan voor hen, die zich uit dezelfde nood als wij hebben vrijgemaalct, zal wegvallen (onderstreping van ons). Verder zegt Dr Bos: „wat moeten dan degenen, die van oordeel zijn, dat hereniging roeping en plicht is geworden, doen? Moeten wij verder gaan in de kerkelijke weg om te trachten de ganse kerkelijke gemeenschap te overtuigen van die roeiJing? Ik meen neen".

Voorts zegt Dr Bos: , , Wie echter uit die overtuiging direct de consequentie trekt, is slechts eenvoudig gehoorzaam. Voor mij persoonlijk is het ook trouw aan mijn vrijmakingsbriefje. De Roeping om aanstonds die weg te gaan zal temeer klemmen, waar het nog blijven in de vrijgemaakte kerkgemeenschap met de overtuiging, dat het vrijgemaakte kerkbestaan zijn zin verloren heeft, door de anderen, die deze overtuiging niet delen, zal worden aangemerkt als verraad, zodat langer blijven tevoren met onvruchtbaarheid geslagen is. Wie de gemeenschap waarin hij verkeert, niet meer „zegenen" kan door zijn aanwezigheid moet m.i. dan ook niet langer wachten, maar g^an, zodra de weg der hereniging is gebaand". (Onderstreping van ons).

Ieder begreep dus uit dit Roeper-artikel, dat, zodra de Haagse Synode de getroffen overeenkomst van Deputaten met Dr Bos c.s. had goedgekeurd. Dr P. L. Bos onze gemeente zou verlaten, als hij een man was van zijn eigen woord.

b. HET BESLUIT DEE HAAGSE SYNODE.

Op Woensdagavond 1 Maart nam de Haagse Synode met algemene steramen de bovenbedoelde overeenkomst aan.

Commissie I der Haagse Synode formuleerde dit aldus: „De Sjmoöe enz. verenigt zich van harte met het beleid van deputaten Inzake de confessionele en kerkrechtelijke vraagstukken, die in de samensprektng aan de orde kwamen en verklaart dat hiermede de basis tot hernieuwde kerkelijke gemeenschap geacht mag worden hersteld te zijn voor deze broeders". (Ds Bos c.s.).

De Haagse Synode had dus uitgesproken, dat h.i. Ds Bos c.s. weer als leden der synodale kerken moesten erkend en aangenomen, en hieruit volgde, dat niet alleen volgens Dr Bos (zie diens artikel in „DE ROEPER"), maar ook volgens de Haagse Synode, de band met onze kerken terstond moest worden verbroken.

c. HET VERLATEN VAN DE KERKELIJKE WEG DOOR DR F. L. BOS.

Zoals U in „De Roeper" reeds hebt gelezen, had Dr Bos zelf gezegd, dat zijn geheime handelingen met Deputaten van de Haagse Synode betekenden een verlaten van de kerkelijke weg. Bovendien belegde Dr Bos met een bepaald deel der Gemeente een vergadering op Donderdag 2 Maart, waarop Dr Bos deze leden opwekte een stuk te tekenen, dat beoogde de hereniging met de Synedalen. (Tot deze vergadering werd dus slechts een deel der Gemeente uitgenodigd, terwijl — men lette daar goed op — tegen Zondag 5 Maart de gehele Gemeente door Dr Bos per circulaire werd uitgenodigd).

Blijkt uit al deze woorden en daden van Dr Bos reeds niet zonneklaar, dat hij in feite onze kerk te Vlaardingen had verlaten?

d. HET AMBTSWERK DAN OOK GESTAAKT.

Dr Bos had zijn ambtswerk dan ook practisch neergelegd. Op Woensdag 1 Maart had hij behoren te catechiseren van 7 tot 10 uur. Sommige catechisanten kwamen echter voor een gesloten deur. De Kerkeraad wist hiervan niets, laat staan dat hij er toestemming voor gegeven had. Op die zelfde Woensdagavond zat Dr Bos zonder medeweten van ons als Kerkeraad, tnplaats van temidden zijner catechisanten, op de Haagse Synode.

Hierbij zij tevens vermeld, dat Dr Bos zijn gewoonte, om copie in te zenden voor „KERKPOST" eveneens had nagelaten, waardoor „KERKPOST", Indien op andere wijze geen voorziening was getroffen, niet zou hebben kunnen verschijnen.

Wat voorts aangaat het voorzien in de dienst des Woords op Zondag 5 Maart, deelt ouderling van der Vlis U het volgende mede: Op Donderdag 2 Maart had ik; per telefoon het volgende gesprek met Dr Bos:

V. d. Vlis: Ds, wij moeten toch zeker voorzien in de dienst des Woords voor a.s. Zondag?

Dr Bos: Ik ben nog altijd Ds van de Geref. Kerk onderh. art. 31.

V. d. Vlis: Ja, maar ik hoor niets van een Kerkeraadsvergadering en Ik wil niet buiten U om voor voorziening zorgen.

Dr Bos: Nu, jullie hebben vanavond een lezing en morgen houden wij kerkeraad. Daar zal Ui voorstellen om saam te spreken met de Geref. Kerk. Dat wordt afgestemd en dan staat ieder voor zichzelf.

V. d. Vlis: Maar dan hebben wij alleen Zaterdagmorgen om in de dienst te voorzien en dat is véél te kort.

Dr Bos, : Ik zal U niet kwalijk nemen als U In de dienst voorziet en dan geeft U mij Zondag maar vacantie.

V. d. Vlis: Ik noteer, dat wij In de dienst voorzien en over het andere zullen wij op de kerkeraadsvergadering wel praten.

Dr Bos: Goeden dag, v. d. Vlis. V. d. Vlis: Dag Ds Bos.

Na dit overleg met Dr Bos zelf zijn wij aan de gang gegaan en hebben Prof. Holwerda bereid gevonden om op die Zondag 5 Maart voor de Gemeente op te treden. Wat blijft er over van dat „alles van te voren beramen", waarvan de circulaire van Zaterdagavond 4 Maart spreekt ?

e. DE KERKERAADSVERGADERING VAN 3 MAART.

Wr| hebben op Donderdagavond 2 Maart met ons allen (behalve br. K. v. d. Schee) overlegd en krachtens ons recht om een Kerkeraadsvergadering samen te roepen, met z'n achten de volgende Oproep doen uitgaan tot al de leden van de Kerkeraad, ook tot dr Bos en zijn mede-' standers:

Vlaardingen, 2 Maart 1950.

Weleerw. en Eerw. Brs., Ondergetekenden, allen leden van de Kerkeraad te Vlaardingen, roepen hun medeleden des Kerkeraads met dezen op tot een vergadering van de Kerkeraad, zowel ouderlingen als diakenen, op Vrijdag 3 Maart te half acht, Havenstraat 25, teneinde aan dr Bos de vraag te stellen of hij alsnog tot onze gemeente wenst te behoren al of niet.

Aangezien ondergetekenden van oordeel zijn, dat de weg door dr P. D. Bos thans bewandeld, In strijd is met de orde in het Huls des Heren.

De ouderlingen:

A. V. d. Vlis, IJ. Woensdregt, J. Struis, Adr. Baauw, A. J. v. d. Velde.

De diakenen:

K. V. d. Schee, P. A. C. Alderliesten, C. de Waal.

Bij onze thuiskomst vonden wij een convocatie voor een buitengewone Kerkeraadsvergadering ondertekend door de scriba, die aldus luidde:

CONVOCATIE.

Bij dezen wordt U opgeroepen tot een buitengewone kerkeraadsvergadering, welke op verzoek van enige leden gehouden zal worden op Vrijdag 3 Maart a.s., 's avonds om half acht In het zaaltje Havenstraat 25.

Agendum: Het onder de ogen zien van de situatie, ontstaan door de beslissingen van de Haagse synode, waarbij o.m. de dienaar des Woords betrokken was.

w.g. W. Geukema.

In leder geval zou de Kerkeraad dus nu op Vrijdagavond samenkomen. Dit is dan ook gescliied. Hier volgt een zo nauwkeurig mogelijk verslag.

Direct na de opening door de praeses verzocht br. A. V. d. Vlis ds Vonk van Schiedam tot de vergadering toe te laten. Hij zelde daarbij; dat hij dit verzoek deed met het oog op de te verwachten gewichtige beslissingen, welke deze avond genomen zouden worden. Hierbij heeft br. V. d. V. ook uitgesproken, dat liij dit verzoek temeer deed, omdat hij persoonlijk verwachtte, dat ds Vonk wel de toekomstige consulent zou zijn van deze gemeente, indien we straks, wat verwacht werd, zonder predikant zouden zijn.

Dit verzoek Is toen door dr Bos geweigerd. Hij zelde, dat deze gemeente toch niet zonder predikant was en dat de kerkeraad voltallig bijeen was en dus zijn eigen zaken wel kon opknappen. Hierop sprak br. v. d. V., dat z.i. de gemeente wél predlkantloos was, waarbij hij wees op wat dr Bos zelf geschreven had in „De Roeper" van 25 Febr. en op wat hij gedaan had in Den Haag. Daarop heeft br. v. d. V. uitdrukkelijk uitgesproken, dat hij met eep voorstel wilde komen. Dit voorstel luidde woordelijk aldus: „Ik stel voor, de toekomstige consulent ds Vonk ter vergadering uit te nodigen om aan de besprekingen deel te nemen en te adviseren".

Dit voorstel werd gesteund. Dr Bos heeft er toen op gewezen, dat men door aanneming van dit voorstel uitsprak, dat de gemeente geen predikant had. Br. v. d. V. heeft er nadrukkelijk op gewezen, ook br. v. d. Velde deed dit, dat in het voorstel gesproken werd van een „toekomstige consulent". Het voorstel werd daarna door de praeses in stemming gegeven en werd aangenomen.

Wanneer dit voorstel om een predikant van elders of' wie dan ook tot de vergadering van de Kerkeraad toe te laten in strijd was met de Kerkorde (zoals de circulaire van Zaterdag 4 Maart zegt) had dit wel eerder geconstateerd mogen zijn ter vergadering zelf door de praeses. Bovendien lette men er goed op, dat niet een Kerkeraad besluit wie consulent wordt, maar de classis. Een uitspraak over het a.1 of niet meer predikant zijn van dr B. alhier, lag In het voorstel zelf dus allerminst vervat. Men lette bovendien op het woord „toekomstige".

Hoe men thans zo groot bezwaar kan hebben tegen deze woorden „toekomstige consulent", (die evengoed uitgelaten hadden kunnen zijn, maar te verklaren zijn uit Dr B.'s eigen woorden en daden), is ons een raadsel. Het ging er eenvoudig om, dat wij van de eventuele stevm van Ds Vonk verzekerd zouden zijn bij de bespreking van de aanhangig te maken zaken. Moet liiertegen nu zo groot bezwaar ingebracht worden door Dr Bos, die lu „DE ROEPE3R" zelf schreef, dat heengaan thans eis was van directe gehoorzaamheid?

Toen het voorstel was aangenomen, stond Dr Bos op en zei: „Ik constateer, dat U met dit voorstel uitspreekt, dat deze Gemeente predlkantloos is". Deze woorden blijven volstrekt voor rekening van Dr P. L. Bos. Niemand onzer heeft daar JA of NEEN opgezegd. Daarop verliet Dr P. L. Bos met nog enkele brs de vergadering.

Broeders en zusters.

Nu moet U zelf maar oordeelen, of Dr Bos c.s. is weggegaan of weggejaagd.

Wij zijn aan een rustig spreken met hem (waarbij wij inderdaad de hulp van Ds Vonk op prijs stelden) immers niet eens toegekomen. Dr Bos heeft meteen vlam gevat op de woorden , , toekomstige consulent" en stelt het nu in de circulaire van Zaterdagavond 4 Maart voor alsof hij nota bene niet zelf reeds in principe in „DE ROBPER" en in Den Haag de gemeenschap met ons verbrak, maar alsof wij hem hadden buitengesloten.

Dr Bos heeft zichzelf eerst In beginsel buiten onze geloofsgemeenschap geplaatst door een leer te aanvaarden, waarvoor onze kerken niet bukten, en een orde teaanvaarden, die wanorde Is, en daarna heeft hij met onbegrijpelijke vrijmcedigheid zich nog laten voorstaan op zijn rechten en toen WIJ maar verzochten om de aanwezigheid van iemand tot onze steun — een wettig kerkeraadsbesluit — liep hij metterdaad uit de kring van zijn ambtsbroeders weg en riep met sommige medestanders de Gemeente op tot de dienst aes Woords als waren zij de wettige kerkeraad. Want zo hebben zij toch maar ondertekend. En inderdaad heeft Dr Bos. met de zijnen verleden Zondag 5 Maart apart vergaderd, door deze daad voldoende duidelijk openbarend, dat hij geheel met U en •ons brak.

SLOT.

Gemeente, wij kunn? n niet toestaan, dat er ook maar ei.n schijn zou overblijven, als zouden U en wij ons door Dr Bos c.s. maar op sleeptouw laten houden. Daarom hebben wij hun thans bijgesloten brief geschreven. Ook deze - willen wij U nog mededelen. Dan - wfeet gij alles. Want wij hadden U gelukkig niets te verbergen.

In dit stuk is spraJte van een „bijgesloten brief". Volledigheidshalve nemen we — op verzoek — ook dit stuk op, gericht tot dr Bos en degenen, die hem volgden:

Om der wille van de Naam en de Eer van onze God en om het welzijn der Gemeente te Vlaardingen, die aan onze hoede werd toevertrouwd, menen wij niet langer te mogen wachten en U thans het volgende te moeten voorleggen:

1. Wij hebben moeten constateren, dat Dr Bos in , DE ROEPER" van 25 Februari geschreven heeft, dat, indien de synodalen op de Haagse Synode zouden besluiten overeenkomstig de besprekingen van Ds Bos c.s. met deputaten, het eis zou zijn van eenvoudige gehoorzaamheid aanstonds uit de gemeenschap van ons en onze kerken heen te gaan zonder de kerkelijke weg naar de meerdere vergaderingen te bewandelen.

Wij hebben vervolgens geconstateerd (gezien de Rotterdammer van 2 Maart j.l., pag. 3, kolom 3) dat genoemde synode Inderdaad aan die wens van Ds Bos c.s. heeft voldaan.

Voorts hebben wij moeten constateren, dat U allen van de wettig uitgeschreven en geopende vergadering des kerkeraads op Vrijdag 3 Maart j.l. zijt heengegaan, na het vallen van een U onwelgevallig besluit, zonder dat U mededeeldet van dit Uws inziens onjuiste kerkeraadsbesluit in beroep te zullen gaan bij de classis en dat, waar U heel goed wist, dat er In onze kerken recht te verkrijgen is voor de verongelijkte, aangezien de orde en de kerkelijke weg allerminst is opgebroken gelijk dit in 1944 het geval was.

Verder constateren - wij, dat U zich in een circulaire tot de Gemeente hebt gewend, waarin U haar tegen Zondag 5 Maart j.l. tot de dienst des Woords oproept.

Hierbij constateren wij ook, dat U zich onder deze Circulaire eigenmachtig als , , de Kerkeraad" bij de Gemeente hebt aangediend.

En tenslotte constateren wij, dat U inderdaad op Zondag 5 Maart j.l. afzonderlijk met een deel der Gemeente zijt saamgekomen.

2. Wanneer wij thans deze daden bezien, kunnen wij niet anders dan ze veroordelen als een verstrooien van 's Heren kudde.

Ds Bos heeft reeds door zijn schrijven in „DE ROE­ PER" van 25 Februari gebroken met zijn eigen Gemeente en daardoor met het verband onzer kerken. Hij heeft dit schrijven vervolgens bevestigd door zijn accoord te Den Haag.

Daarna fiebben hij en U allen zich zonder meer onttrokken aan onze kerkeraadsvergadering van Vrijdag j.l. en U opgeworpen als „DE Kerkeraad". En alsof dit schismatisclie optreden nog niet genoeg ware, hebt U het doen uitlopen in Uw eigen eigenmachtige poging om de Gemeente op j.l. Zondag te vergaderen.

Met een deel der Gemeente hebt U metterdaad de sectarische samenkomst gehouden op de laatste rustdag.

3. Wij zijn van oordeel, dat hiermee nu toch wel het •eind g-ekomen Is. De wanorde in 's Heren huls mag niet groter worden. De kudde moet nu beslist tegen Uw op-, treden gewaarschuwd worden. Gij hebt nu duidelijk genoeg èn door woorden èn door daden getoond, dat gij niet alleen als ambtsdragers met de wettige kerk hebt gebroken, maar ook als gemeenteleden met de wettige Gereformeerde Kerk te Vlaardingen en derhalve ook met de Gemeenschap van de Zusterkerken in ons land.

-Hoewel wij dit constateren, overwegen en concluderen, - komen wij nog tot U met deze vermaning: keer terug van deze kerkscheuring, betuig Uw leedwezen over het bedrevene.

Wij nemen ons voor a.s. Donderdag te acht uur nogmaals als wettige Kerkeraad te vergaderen in de zaal Havenstraat 25.

Wanneer gij vóór dien Uw leedwezen schriftelijk aan het adres van tweede ondergetekende van dit stuk betuigt, willen wij U op deze vergadering ontvangen om alsdan te overleggen wat nog te doen is.

Ontvangen wij evenwel zulk schrijven vóór a.s. Donderdag acht uur niet, zo zullen wij aan de Gemeente op de a.s. rustdag mededelen wat gij gedaan hebt, nl.: dat gij U aan Uw ambt en aan de Gemeenschap der Kerk alhier hebt onttrokken en in die zonde ook na onze vermaning volhardt.

God de Here zegene echter nog onze vermaning en oproeping tot wederkeer.

Tot zoover de stukken.

Het is toch de schuld van dien kerkeraad niet, dat •dr Bos zelf schreef te willen „gaan"?

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 maart 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Het ”qaan

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 maart 1950

De Reformatie | 8 Pagina's