GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Waarheen in Amerika, Canada?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waarheen in Amerika, Canada?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(II)

Onze lezers hebben kennis kunnen nemen van de door de synode der Prot. Ref. Churches in Amerika voorloopig aan de plaatselijke gemeenten ter overweging aangeboden uitspraken.

De vraag is nu, wat we daarvan zeggen, met name onder het aspect van deze dwingende vraag: kunnen in deze omstandigheden de adviezen, die door ons, we meenen: op goede gronden, gegeven zijn in de toenmalige situatie, de adviezen £ian emigranten nl., om zich aan te sluiten bij de Prot. Rel. Churches, gehandhaafd worden, ja dan neen? De vraa^ wordt bij herhaling gesteld; een antwoord mag en wil ik niet ontduiken. Vooral, nu de voorgenomen reis naar Nederland — zie verleden week — niet kan doorgaan.

Voorop zij gesteld, dat nog steeds ons advies voor de op het oogenblik, waarin we het gaven, aan^vezige situatie, ons volkom< 'n juist en nuttig lijkt geweest, te zijn. De situatie was goed, toen we het advies gaven. Niet maar een personalistische conclusie was het uit een met naïveteit geconstateerde reeks van de allerprettigste ervaringen in hartelijke ontmoetingen; het zijn tenslotte zwakzinnigen, die voor het genot van een leuke sigaar en van een schitterenden autotocht. zoomaar achterover vallen, als het om de zaken van de kerk gaat. Wie aan zoo iets mocht gedacht hebben, ga zijn gang; wij noemen het beweren zotternij. We hebben bij ons verblijf in de kringen der P.R.C, onze meening inzake verbond, doop, etc. niet onder stoelen en banken gestoken, en goed doen uitkomen, dat wy geen mensch kunnen of zouden raden te doen wat we in Nederiand geweigerd hebben: nl. als bindend te aanvaarden, wat niets anders is dan een theologische meening van dezen of genen, soms dan ook nog ongelukkig geredigeerd. Dat advies gaf ik aan iedereen mee. Wie in Amerika aankomt, of in Canada, of •, in Australië, zal toch zich moeten realiseeren, dat zijn kinderen en kleinkinderen in de grootste gevaren zijn gebracht; en dat daartegenover met name een sterk geconcentreerd huiselijk leven weerstand zal moeten bieden. Als dan de vaders en grootvaders van die kinderen direct al beginnen zouden met kapseizen, onverschillig voor wien, dan is er al dadelijk een brea gestooten in den muur der zelfstandigheid en der vastheid en der puntige correctheid in het belijden. Nooit zal iemand, ook al ware het in begrijpelijke afv/achting van wat kerkelijke vergaderingen later zouden besluiten, op een bepaald moment iets als bindend mogen aanvaarden wat naar zijn meening in strijd is met Gods Woord, of zelfs maar niet duiddijk daaruit als gezaghebbend af te leiden blijkt. Zoo stonden we er allemaal voor in 1944, hier in Nederland; en zoo staan alle emigranten ervoor, als ze in dezen tijd In het nieuwe vaderland zich melden biJ een bestaande kerk, en daar zouden hooren: u kunt bij ons binnenkomen, mits op voorwaarde van aanvaarding van die of die formule als zuivere en dus bindende uitdrukking van Gods Woord. Wij komen niet samen op grond van een of andere theologische meening, doch op grond van de gemeenschappelijke belijdenis.

In een brief, dien we als deputaten voor buitenlandsche kerken in handen kregen van de Prot. Ref. Churches, werd nu aanvankeUjk een goed standpunt ingenomen. Letterlijk citeeren kan ik niet, omdat ik hei stuk niet bij me heb. Maar ik meen me niet te vergissen, als ik den hoofdinhoud aldus vrij weergeef: tusschen u en ons liggen misschien wel theologische verschillen, maar geen confessioneele. Dat was een goede en nuchtere opmerking, die meteen de basis aangaf, waarop m.i. geloovigen elkaar in een kerkverband ontmoeten mogen. Wie verlangt, dat in een kerkelijke samenleving ieder hetzelfde denken zal en bij de katalogiseering van de schriftuurlijke gegevens op dezelfde manier systematiseeren zal, die heeft m.i. van de kerkelijke samenleving en van het kerkverbanü weinig begrepen. Die heeft ook voor emigranten, die zoo bescheiden zijn, zich eerst af te vragen, of er In het nieuwe land ook bestaande kerken zijn, waarmetze op goede basis zouden kunnen (en dan ook moeten) saamleven, de concrete beslissing noodeloos moeilijk gemaakt; d.w.z. hij heeft hun lasten opgelegd, gelijk ook trouwens aan zijn eigen leden, die God niet oplegt.

Nu ben ik overtuigd, dat de Prot. Ref. Churches dit niet bedoelen. Er staat trouwens in hun verklaring heel wat, dat we met dankbaarheid mogen noteeren. Verworpen wordt — zie het slot — de mee^ ning, dat we mogen veronderstellen dat al de gedoopte kinderen wedergeboren zijn. Uitgesproken worar, dat in Nederland zekere leerstellige besluiten zijn

opgelegd en bindend gemaakt op de haastige manier, die in 1944 gevolgd is. Gehandhaafd wordt de autonomie der plaatselijke kerk. Dat beteekent dus: al deze broeders zouden in Nederland zijn geschorst en afgezet en van den kansel geweerd net als wij.

Maar wanneer nu deze zelfde kerken eigen uitspraken zouden vastleggen, die naar den inhoud óf ondoordacht en slordig geformuleerd (en dus als bindende leer-uitspraken af te wijzen) zijn, óf onjuist zijn, dan scheppen ze daarmee een nieuwe situatie. Die verschilt van het aanvankelijk in bovenbedoelden brief ingenomen standpunt. En dan kunnen en mogen onze emigranten niet daarvoor capituleeren. Deze nieuws situatie IS er nog niet, maar bedreigt hen wel, ingeval nl. de Prot. Ref. kerken tezamen de voorstellen zouden aanvaarden. En daarom is het goed, iets naders te gaan zeggen van die voorgestelde uitspraken.

Wij willen dat in afzonderlijke artikelen, onder afzonderlijke titels doen. Ten einde niet al te eentonig te worden.

Zonder daarom de deur voor gesprekken van en met deputaten over mogelijke correspondentie af te willen sluiten, zonder ook vooruit te loopen op wat deputaten nog zullen hebben te verrichten, willeii we wel — want dat is oud nieuws — constateeren, dat INDIEN reeds hier en daar plaatselijk onze emigranten mochten gebonden worden aan theologische meeningen, als we hierboven weergaven, en die we deels zullen afwijzen als bindende formules, de weigering daarvan noodzakelijk is.

De veranderde situatie is dan in dat geval niet va» ons uitgegaan, doch tot onzen grooten spijt van de Prot. Kef. Churches zelf. Ze hebben zonder met deputaten te komen tot afsluitende handelingen al vast deze nieuwe uitspraken op stapel gezet. Iets waarover wij ons verwonderen. Immers:

a) deze kerken hebben zelf leergeld gegeven, toen in Kalamazoo men Rev. Hoeksema uitdreef met den stok van ondoordachte en slecht geformuleerde aan de confessie toegevoegde uitspraken;

b) we hadden gehoopt, dat ze zouden zien, dat in sterke handhaving der bestaande belijdenis, met gelijktijdige verwerping van elke gedachte van daarboven uitgaande bindingen, ze haar roeping zouden verstaan om zooveel mogelijk geloovigen op te vangen die van over den oceaan komen wonen in 't gebied, waarop zij zelf zijn gevestigd en waartegenover zij een roeping hebben. Het is geen kleinigheid, zélf de oorzaak ervan te zijn, dat menschen, die God vreezen, en de gereformeerde belijdenis handhaven, niet aan onze avondmaalstafel kunnen plaats nemen. Dat hebben we volgehouden in 1944 en v.v. in Nederland. Dat zullen we ook volhouden tegenover Amerika. Ook tegenover beste vrienden en welmeenende kennissen. Het kan pijn doen, vooral omdat we meenen dat er misverstann in het spel is. Maar het is nu eenmaal niet anders.

Daarom blijven we, meenen we, in de lijn van onze vroegere adviezen, als we zeggen: meldt u bij de Prot.. Ref. Churches, maar laat meteen duidelijk wéten, dat en waarom ge er niet aan denken kunt, bedoelde uilspraken te aanvaarden. Tenminste, indien ge het eens zoudt zijn met wat wij daartegenover zullen aanvoeren. Neemt men u dan niet aan, laat u dat, óók om hunnentwil, spijten mogen, maar zegt geen „ja" als ge „neen" bedoelt. Dan maar-liever afwachten, en zien wat er verder terecht komt van de poging om de kous in het gelijk te breien.

Want we blijven nog van meening, dat we het aantal kerken in een bepaald gebied niet mogen vermeerderen door eigen schuld. Noch door de schuld yan: zich niets van het bestaande aantrekken. Noch door de schuld van: onnoodige bindingen opleggen. Noch door de schuld van: toegeven aan utiliteitsargumenten, die we afwogen onder subjectivistischen gezichtshoek.

NASCHRIFT. Volgende week hopen we een begin te maken met puntsgewijze bespreking van wat in de verleden week afgedrukte verklaring ons onraadzaam, onduidelijk, of aanvechtbaar schijnt te wezen.

K. S.

Schooldaglied

Eenige weken geleden hebben we laten afdrukken het bekende „Hoogesohooldaglied", we noemden het lied: „van zelf geboren". Ons werd de vraag gesteld, of we er een speciale reden voor hadden om niet te vermelden, dat genoemd lied indertijd werd geschreven en van muziek voorzien, tevens uitgegeven, in opdracht van de Stichting „De Vrije Kerk". Antwoord: natuurlijk geen enkele reden. Tevens vestigt men er onze aandacht op, dat 't batig saldo van den verkoop, groot f250.—, werd afgedragen aan onze studenten te Kampen. Een verantwoording daarvan heeft, voorzoover wij weten, niet in „De Reformatie" gestaan. Dat zal dan aan de studenten gelegen hebben, die geen copie zonden. Overigens zijn we er nog allemaal blij mee.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 september 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Waarheen in Amerika, Canada?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 september 1950

De Reformatie | 8 Pagina's