De stem in 't paradijs, de stem in de opperzaal
Nu gaat Chrysostomus verder: zóó, als die ééne stem, cat ééne goddelijke parool in het paradijs voor altgd de dragers van de natuur zegende, zoo zal nu óók deze ééne stem (nl., zie ed. Etonae, t. viii, noten, 770: dat ééne woord-in-de-opperzaal) voor alle eeuwen de geloovigen, hen, die naar den Spreker luisteren, zooals Adam het deed, zegenen met genade, hen daarin doen wassen. Van verandering der elementen geen sprake, maar yirel van zegen, uitgestort in de geloovigen.
Waarom geen verandering van elementen?
Omdat ze doodgewoon elementen bleven, net zooals Adams lichaam, en dat van Eva. Ze werden niet to een andere substantie, doch in een ander „rhythme" overgebracht, in een andere sfeer, in een kader van zegenbedientag. Brood en wijn waren in zich zeU maar bloote figuren, een bloot schema, zegt Chrysostomus, toen die Hoogepriester daar bij de jongeren aan tafel zat„ en Judas — naar hij meent — er ook bij was. Schema, dat woord beteekent figuur, zooals het óók bedoeld is in art. 25 van onze belijdenis. Elders komt bij Chrysostomus „schema" voor m den zin van: en uiterlijke vorm of gedaante, die nog niet de werkeUjItheid bevat of laat zien. Als Iemand een bewering doet, die per slot van rekening „niks om 't lijf heeft", die „hol" is, dan zegt Chrysostomus op een andere plaats: en schema! (ed. Btonae, ill, 731, preek over den twist tusschen Petrus en Paulus, Gal. 2 ; 11—13, zie de uitvoerige noot daarop, ook uit andere taalgebieden, viii, 370, b en 371, a). Schematiseeren is: lmoleeren, je neemt dan maar een figuur aan, maar er zit geen realiteit, geen „waarheid" in. Zie ook Chr. op. Col. 1 : 15— 18; hij zegt daar: ls de kerk van die mooie, zware, dikke woorden spreekt, maar de practijk klopt er nooit meer op, oei, oei, dan zijn al die mooie woorden enkel maar schema's geworden van de zdken: et lijkt heel wat, maar „d'r zit niets ta", ze zijn een holligheid, zonder Inboud (iv, 107; vgl. de noot, viii, 486). Zoo'n schema is alleen maar (monon) een schema, een woord-zonder-lnhoud.
Het zou belachelijk zijn, als nu protestantsche referen-
ten gingen zeggen: en nou moeten de elementen veranderen, meneer. Zoodra werkeHjkheid beantwoordt aan figuur, iiiterlijke gedaante, komt er inhoud in wat anders slechts een schema, een vorm was. Dan komt zoo'n figuur in een ander „rhythme", een ander kader: niet van bloote figuren, maar van levende kracht.
Het is toch allemaal zoo doodeenvoudig, als je maar niet citaatjes naschrijft op gezag van Von Karnaok of van roomschen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 november 1950
De Reformatie | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 november 1950
De Reformatie | 8 Pagina's