GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„RICHTING EN BEWEGING".

Ds J. W. de Jager van Utrecht heeft gesproken op den Theol. Hoogeschooldag der synodocratie, onlangs te Kampen gehouden. Uit het Kamper Nieuwsblad geven we een verslag onverkort hier weer, dat den indruk maakt, goed verzorgd, zoo niet authentiek te wezen. Hiei volgt het:

Richting en Beweging.

't Is opvallend, dat tegenwoordig in onze Kerken een zeer kritisch-lngestelde aandacht voor het eigen Gereformeerd-zijn aan het licht treedt.

Tot op zekere hoogte Is dat een verheugend verschijnsel te noemen, omdat het bewijst, dat wij klaarblijkelijk toch niet zonder meer ons bevinden in de greep van de irriterende zelfvoldaanheid, die ons dikwijls door buitenstaanders toegedicht wordt. Anderzijds verraadt deze opzettelijke aandacht voor het Gereformeerd-zijn een zekere onrust en bezorgdheid.

Inderdaad geeft onze kerkelijke situatie alle aanleiding om ons grondig rekenschap te geven van de inhoud en de betekenis van ons Gereformeerd-zijn In deze tijd. Onze bezinning op dit thema kan samengevat worden in de woorden: richting en beweging. Het gaat er om, dat wij in deze tijd als Gereformeerden de richting zullen kennen, de confessionele koers, die het scheepje der kerk, de kruisvlag hoog in top, heeft te varen.

Het gaat er evenzeer om, dat wij de beweging zullen openbaren, die onlosmakelijk behoort tot het wezen van de levende kerk, die niet bestaan kan zouder uiting te geven aan de apostolische drang, die de Heer der Kerk door Zijn Geest en Woord in haar wekt. Geloof en werken, belijden en beleven, intensief en extensief Christen-zijn horen onverbrekelijk bij elkaar. Zodra deze twee van elkaar losgemaakt worden, verliest de kerk de gemeenschap met Jezus Christus, haar Zaligmaker en Koning.

Alleen de levende eenheid van richting en beweging brengt ons tot dé aanbidding van de Koning.

Als het Gereformeerd-zijn in deze tijd gezien wordt tegen deze achtergrond van confessionele gerichtheid en apostolische bewogenheid, dringt zich allereerst de vraag aan ons op, of wij nog het recht bezitten ons Gereformeerd te noemen. Er zijn verschillende factoren die het onmogelijk maken deze vraag onbeantwoord te laten. Gewezen moet worden op:

Ie De vernietigende kritiek, die door de vrijgemaakte broeders op ons uitgebracht wordt. Zij verzekeren bij hoog en laag, dat wij de richting totaal verloren hebben en dat de beweging ons bij iedere stap verder van huis brengt.

2e De jongste gebeurtenissen in de Ned. Herv. Kerk accentueren eveneens de vraag naar ons bestaansrecht. Heeft de Ned. Herv. Kerk de zuivere synthese van richting en beweging gevonden en wordt het voor ons niet tijd, dat de belofte, eens plechtig afgelegd in de Acte van Afscheiding, ingelost zal worden? Betekent handhaving van de kerkelijke zelfstandigheid niet een dorre gevangenschap in de richting, terwijl er geen spoor van beweging te ontdelcken valt — de zonde van Jeruzalem In de dagen van Christus' geboorte?

3e Nog nadrukkelijker komt de vraag naar de inhoud en waarde van ons Gereformeerd-zijn voor ons te staan door de feitelijke situatie, waarin onze Kerken zich bevinden. Er wordt geklaagd over geestelijke matheid, over krachteloosheid van de prediking, over verlies van de Gereformeerde levensstijl, over Indifferentisme bij de jeugd, over Ueber-Organisation, over gebrek aan werfkracht en werkkracht. Betekent dat niet, dat wij werkelijk de rechte koers kwijtgeraakt zijn en de vaart er uit is?

ie In zijn scherpste vorm wordt de vraag naar richting en beweging als de quintessence van 't Gereformeerd-zijn ons op het hart gebonden door de geweldige nood van deze wereld, die in de ban van het onafwendbare leeft en in haar vertwijfeling en wanhoop niet meer durft hopen, dat ook maar iemand op aarde de zuivere richting kan wijzen of één stap kan zetten, om haar te verlossen uit het slop van ondergang en dood. De massa van deze tijd grinnikt sarcastisch om onze confessionele vastheid en onze apostolische bewogenheid.

Gereformeerd-zijn gehandhaafd.

Desondanks handhaven wij de pretentie van het Gereformeerd-zijn in alle ootmoed, maar zonder enige aarzeling. Wij mogen en moeten ons kerkleven blijven zien als een openbaring, een realisering van Christus' Middelaarsarbeld in verhoging, een genadig geschenk van de God des Verbonds, die trouw is en niet laat varen het werk Zijner handen. Wij persisteren bij de bewering, dat wij in het kennen van de zuivere richting en in het gedreven worden tot de zuivere beweging waarachtig Gereformeerd-zijn. De „richting" d.i. voor ons het leven in geloof bij het Woord Gods, het staan in de Waarheid, die ons vrijmaakt. De , , richting", d.i. voor ons de belijdenis, dat de souvereine God, die hemel en aarde geschapen heeft en nog onderhoudt en regeert door Zijn almachtige en alomtegenwoordige kracht, om Zijns Zoons Jezus Christus' wille onze hemelsehe Vader is, die ons heeft gekend in Zijn eeuwige liefde, die ons leidt door deze wereld en tot Zijn heerlijkheid brengt. De „richting", d.i. voor ons, dat wij ons verlaten mogen op de volmaakte gerechtigheid van onze Borg. En omdat wij de richting weten, is er bij ons ook de zuivere beweging, dat wij ons werpen op de vvereld, om haar te veroveren voor Jezus. Christus, die haar al veroverd hééft in Zijn gehoorzaamheid. Gereformeerd-zijn wil voor ons zeggen: belijden in geloof en werken in liefde. Zonder twijfel kunnen wij hier niet spreken in absolute zin. Wij zijn Gereformeerd in de gebrokenheid van het leven, in de bedeling der zonde. Daardoor blijft er een grote afstand bestaan tussen ideaal en werkelijkheid, tussen de els Gods en de volbrenging daarvan door ons. Ons Gereformeerd-zijn wordt bedreigd door een tweevoudige verzoeking.

Tweevoudige verzoeldng.

Het schip der kerk kan allereerst lek stoten op de klip< van de intellectualistische verstarring. Dan ontaardt het Gereformeerd-zijn in het kennen van de zuivere richting, maar zonder de beweging. Het kerkleven gaat op in het conserveren van het confessioneel bezit. Wij belijden niet langer ons geloof, maar wij geloven onze belijdenis. Afgeleide beginselen worden verabsoluteerd. Het beroep op de Gereformeerde vaderen krijgt een tyranniek karakter. De heilbegerlge schare moet zich tevreden stellen met een dogmatisch orthodoxisrae en een ethisch traditionalisme, waarbij de zielen verkommeren.

Het gevaar van richting zonder beweging Is lang niet denkbeeldig. Het komt vanzelf op ons af in een wereld, waarin wij voortdurend onze confessionele rijkdom moeten verdedigen tegen vele aanranders. De ontwikkeling van de Geref. Kerken, onderh. art. 31 K.O. biedt ons een waarschuwend voorbeeld. Richting zonder beweging loopt ten slotte uit op ketterjacht en autodafé. In de practijk houdt men niets meer over dan 'n onvruchtbaar negativisme, dat enkel weet af te wijzen, zonder er iets beters voor in de plaats te stellen. Ook voor ons heeft de scheuring het gevaar van confessionele verstarring aanmerkelijk vergroot.

Daarbij komt, dat men ook uit reactie vervallen Kan in het andere uiterste van beweging zonder richting — een gevaar, dat zo mogelijk nog funester is dan het eerste. Beweging zonder richting doet zich pveral voor waar de apostolische bewogenheid wordt losgemaakt van de confessionele vastheid. Is het ook niet de fout van de Ned. Herv. Kerk, die zich In haar diepe bekommering om de ontkerstende wereld niet de tijd gunt eerst in het reine te komen met haar roeping van Godswege tot Schriftuurlijk belijden? Ook in onze eigen kring zijn er symptomen aan te wijzen van het willen werken in liefde zonder het belijden in geloof, misschien niet opzettelijk, maar juist daardoor des te gevaarlijker. Beweging zonder richting doet de kerk verdwalen in de nacht, ontrooft haar de vreugde van de arbeid, die ligt in de zekerheid, dat haar Heer het werk al volbracht hééft en ontneemt haar ook het uitzicht op de vrucht van het werk, die in Gods heilsraad gewaarborgd wordt.

Geen keus.

Gereformeerd-zijn in deze tijd laat ons geen keus tussen richting en beweging. Hier staan wij niet voor het: óf — óf, maar voor het: én — én. Het is niet gebondenheid of vrijheid, maar gebondenheid én vrgheld. Wij werken in de vrijheid der liefde, omdat wtj staan in de gebondenheid van het geloof.

Daarom loopt onze bezinning ten aanzien van het Gereformeerd-zijn in deze tijd uit op de vraag hoe de levende gezonde eenheid van richting en beweging bevorderd kan worden.

Wat onze confessionele vastheid betreft lijkt het alleszins gewenst, dat de aandacht op de hoofdzaken geconcentreerd zal worden. Wij hebben een periode van strijd achter de rug, waarin détail-kwesties alle belangstelling opeisten. Het Gereformeerde kerkvolk kan alleen m.aar leven, als het voortdurend in contact gebracht wordt met de kern van Gods heilsboodschap. Het is

geen verlies, maar winst, wanneer allerlei quasi-beglnselen resoluut afgekapt worden.

Onvoorwaardelijk noodzakelijk Is ook, dat er vertrouwen zal zijn onder de broeders. De mogelijkheid van een openhartige discussie, waarin blijk gegeven wordt van aanzienlijke verschillen van inzicht, mag niet afgesneden worden. Wat de apostolische bewogenheid aangaat — zij zal zich niet openbaren, als wij geen ruimer blik op de wereldkerk ontvangen, als het venster naar de grote samenleving in haar vertwijfeld worstelen om redding niet wijd opengestoten wordt. Eén conferentie van het C.N.V. voor predikanten en één sociale dag voor de studenten is niet genoeg, om in ons hart de ontferming over de schare, die vermoeid en verstrooid is, als een kudde schapen zonder herder, wakker te doen worden. i"

Het laatste en werkzaamste middel tot handhaving van ons Gereformeerd-zijn in deze tijd in confessioneele vastheid en apostolische bewogenheid Is het gebed tot God de Vader van onze Heer Jezus Christus: Bewaar én vermeerder Uw Kerk!

We komen daarop terug, hopen we. Tenzij Adolphus Venator er zin aan mocht hebben. Dat moet nog even bekeken worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 juni 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 juni 1951

De Reformatie | 8 Pagina's