GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Generale Synode der Geref. Kerken in Nederland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Generale Synode der Geref. Kerken in Nederland

Zittingen van Woensdag 12 tot Dinsdag 18 September.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

„EVANGELISTENAWIBT".

In de bespreking van de voorstellen van commissie III, inzake het ambt van de , , missionaire dienaar des Woords", welke discussie Dmsdagavond was begonnen en Woensdag werd voortgezet, werd o.a. opgemerkt, dat het ambt van evangelist een ander is dan dat van dienaar des Woords, aangezien dit laatste wordt begrensd door de geïnstitueerde gemeente, waarin de predikant arbeidt, terwijl de evangelist het Evangelie gaat. verkondigen onder de ongekerstende volken om een gemeente te vergaderen. Dit standpunt werd anderzijds bestreden, omdat deze scheiding niet zo scherp kan worden gesteld. Verder werd betoogd, dat wij vier ambten in de kerk hebben, dat van dienaar des Woords, ouderling, diaken en evangelist. Een „missionair" dienaar des Woords noemen wij wel dienaar des Woords, doch hij is dit niet m de zin van een predikant ten onzent. De U. Schrift, zo werd betoogd, kent niet het abstracte begrip „ambt" en ook werd er bezwaar tégen gemaakt, dat een andere naam voor missionair dienaar des Woords aan bepaalde Schriftplaatsen wordt opgehangen, waardoor de Synode een bepaalde exegetische-uitspraak zou moeten doen.

Ds H. J. Schilder deed een breedvoerig voorstel en de rapporteur, ds J. Meester, had tegen de zakelijke inhoud hiervan geen bezwaar, al waren de overwegingen anders dan die van de commissie, waarom werd besloten, dat nader overleg zal worden gepleegd tussen de commissie en ds Schilder.

In de zitting van Donderdagavond is dit nieuw geconcipieerde voorstel aan de Synode voorgelegd en met 21 —9 stemmen aanvaard, terwijl twee leden zich van stemming hebben onthouden, en prof. Schilder zijn stem vóór het voorstel heeft uitgabracht. De uitspraak der Synode luidt:

De Generale Synode, enz.

constaterende,

1. dat behalve twee kerken en één classis, geen kerkelijke vergaderingen zich hebben uitgesproken vóór een speciaal ambt van evangelist of zendeling met de bijzondere taak van evangelieprediking onder de ongekerstende volken der aarde;

2. dat onderscheidene kerkelijke vergaderingen hebben uitgesproken, dat het aangevoerde Schriftbewijs haar er niet van overtuigd heeft, dat het m de Schrift genoemde ambt van evangelist ook heden nog op grond van Gods bevel vereist zou zijn;

3. dat naar het oordeel van onderscheidene kerkelijke vergaderingen het ter zake van dit vraagstuk aangevoerde Schriftbewijs niet genoegzaam kon worden bestudeerd;

4. dat ter synode niet alleen geen eenstemmigheid wordt gevonden, "maar bepaald ook grote discrepantie reeds iu de onderscheidene vraagstellingen blijkt te bestaan;

overwegende,

dat het nodig blijft, dat de kerken, meer dan tot heden, deze vraag zullen overwegen, in het algemeen reeds, omdat hier m geding is de juiste uitvoering van de opdracht van Christus, onder meer in Mattheus 28 : 19 en m het bijzonder, omdat deze kwestie ook raakt de ambtelijke kwalificatie van de broeder, die wordt iiltgezonden om het Evangelie aan de ongekerstende volkeren te prediken, welke ambtelijke kwalificatie in onze belijdenisgeschriften en bevestigingsformulieren en kerkenordening niet duidelijk is omschreven;

besluit;

1. thans geen uitspraak te doen over de vraag, hoe het ambt van de - broeder, die voor de zendingsdienst wordt afgezonderd, naar de Schrift moet worden gekwalificeerd;

2. derhalve de kerken aan te bevelen althans voorlopig nog te blijven hij de toestaande practijk;

3. de kerken voorts op te wekken de onderhavige vraag te blijven onderzoeken, daarbij ook aandacht schenkende aan de wijze, waarop de beantwoording van deze vreiag al of niet ultdrukkiug zal erlangen in belijdenisgeschriften, bevestigingsformulieren en kerkenordening;

4. de vijf hoogleraren van de Theol. Hogeschool, alsmede de zendingslector, te verzoeken over deze vraag , éeu'igedócumenteerd schriftelijk rapport op te stellen, 'aan • de kerken aan te bieden, zo mogelijk vóór 1 Juli 1953, dit in de pers eventueel te publiceren on bij - de volgende Synode ia te dienen.

De mdienmg van bovengenoemd voorstel ging gepaard met de Indiening van een ander voorstel door ds F. A, den Hoeft, met betrekking tot de erkenning van het „evangelistenambt". Dit voorstel luidde:

De Generale Synode, enz.: overwegende;

1. dat het noodzakelijk is, dat er na lange jaren van discussie klaarheid komt inzake de ambtspositie van hen, die uitgezonden worden naar de ongekerstende volkeren om onder hen het EvangeUe te verkondigen;

2. dat er In de voorstellen uit de kerken daartoe suggesties zijn gegeven;

3. dat in feite het eigen karakter van de dienst van deze uitgezondenen reeds lange tijd m de kerken Is erkend, wat blijkt uit het feit, dat deze dienaren worden uitgezonden en geïnstrueerd, voor een — grotendeels — andere taak dan in de bevestigingsformulieren voor predikanten, ouderlingen en diakenen is omschreven;

4. dat toch deze hun dienst immer geacht werd te zijn gegrond op de Schrift, daar deze de kerk van Christus opdraagt het Evangelie te prediken aan alle volkeren tot aam het einde der dagen;

besluit uit te spreken;

a. dat de dienst van hen, die uitgezonden worden tot predikmg van het EvangeUe onder de ongekerstende volkeren, een eigen dienst Is in het leven der kerken, onderscheiden van de diensten van hen, die worden bevestigd voor arbeid in de plaatselijke kerken zelf;

b. dat deze dienst voorlopig worde aangeduid als de dienst van een „zendeling";

e. dat het noodzakelijk is deze dienst nauwkeurig (er) af te grenzen en nader te bepalen de verhouding, waarin hij staat ten opzichte van andere diensten in de kerk.

Nadat de mdlener dit voorstel had toegelicht, werd eerst tot stemnüng van dit voprstel, en daarna tot stemming over het commissie-voorstel overgegaan. Het voorstel-Den Boeft werd verworpen met 19—13 stemmen, terwijl ook prof. Schilder tegen stemde. Het commissievoorstel werd toen met de reeds hierboven genoemde stemverhouding aangenomen.

PROT. REFORMED CHURCHES.

In de zlttmg van Woensdagavond deelde de praeses mede, dat van H.K.H. Prmses Wilhelmina een danktelegram was ontvangen voor de gelukwensen. Haar door de Synode op Haar verjaardag aangeboden.

Ds H. J. de Vries rapporteerde, namens commissie I, over het rapport met bijlagen van de deputaten voor correspondentie met buitenlandse kerken.

Tegen het voorgestelde ten aanzien van de verhouding tot de Prot. Reformed Churches in Noord-Amerika werden nagenoeg geen bedenkingen geopperd, al werden wel bezwaren mgebracht tegen de opneming van het rapport van deputaten en het commissie-rapport in de Acta dezer Synode. Het voorstel werd met 30—1 stemmen (één lid was niet aanwezig) aanvaard. De Synode sprak uit:

De Generale Synode, enz.; kennis genomen hebbende;

a. van het rapport, uitgebracht door de deputaten voor correspondentie met buitenlandse kerken, en van hxm briefwisseling met het Committee of Correspondence with foreign Churches der Protestant Reformed Churches;

b. van de Acta van de S3mode 1950 der Protestant Reformed Churches, art. 93—97;

overwegende;

a. dat deputaten voor correspondentie met buitenlandse kerken van die der Protestantse Gereformeerde Kerken, mede door besluiten van de Synode 1950 dezer kerken, geen medewerking hebben kunnen verkrijgen 'om het scheppen van de relatie van corresponderende kerken voor te bereiden;

b. dat er sinds de Synode van Amersfoort een belangrijke wijziging in de situatie is ingetreden, doordat de op de Synode van 1950 van de Prot. Reformed Churches opgestelde „Verklaring van Beginselen" door dezelfde Synode als werkhypothese voor het i, Mission Committee", dat onder voormalige, geëmigreerde leden onzer kerken arbeidt, is aanvaard, en doordat deze „Verklaring van Beginselen" door één der - beide classes dezer kerken als

confessionele uitspraak is aangenomen en aan de Synode voorgesteld;

c. dat het, gezien officiële uitspraken van genoemde classis, op zijn minst onzeker is geworden of alle Prot. Reformed Churches nog instemmen met de verklaring, In de brief van de Synode 1948 dezer kerken aan onze A'foortse Syn. gegeven: , , - wij staan met U op de grondslag van de Schrift en de Drie Formulieren van Enigheid".

d. dat anderzijds de SjTiode van 1951 der Prot. Reformed Churches op dit moment genoemde verklaring van Beginselen nog niet als confessionele uitspraak iieeft aanvaard en daaraan gebonden;

besluit;

1. aan de deputaten voor correspondentie met buitenlandse kerken, door de Synode van Amersfoort benoemd, dank te betuigen voor de door hen in deze verrichte arbeid;

2. de besluy; en van de Syn. van Amersfoort, vermeld in haar Acta, art. 105, sub 1 en 3, vervallen te verklaren;

3. de te benoemen deputaten voor correspondentie met buitenlandse kerken te machtigen het bestaande contact met de Protestant Reformed Churches, zo mogelijk voort te zetten, teneinde de mogelijkheid van de relatie van corresponderende kerken te onderzoeken en hieromtrent de volgende Synode van advies te dienen;

4. het rapport met de bijlagen van de deputaten voor correspondentie met buitenlandse kerken, alsmede dit rapport, in de Acta op te nemen.

CANADIAN REFORMED CHURCHES.

Vanuit de Synode werden wel bezwaren aangevoerd terzake van voorstel van dezelfde commissie, tot inwilliging van het verzoek van de „Canadian Reformed Churches" om correspondentie met onze kerken aan te gaan.

Terwijl het commissie-voorstel enerzijds hartelijk werd toegejuicht, omdat wij de plicht hebben met allen, die met ons in enigheid des geloofs de Naam van Jezus Christus belijden, werd anderzijds betoogd, dat er de facto al een drukke correspondentie met deze kerken wordt gevoerd en verschillende contacten worden onderhouden, alsmede adviezen worden gegeven en onze predikanten in die kerken worden beroepen. Sommige leden hadden er bezwaar tegen, dat de correspondentie nader zou worden gestipuleerd, wijl hierin ook een zekere georganiseerde machtsvorming zou liggen. Bovendien werd opgemerkt, dat correspondentie met buitenlandse kerken in het verleden moeilijkheden genoeg had opgeleverd, welk argument echter werd bestreden met er op te wijzen, dat correspondentie ook zegenrijke gevolgen met zich mee heeft gebracht. De rapporteur meende, dat met de aangevoerde bezwaren de gehele regeling van correspondentie werd aangevallen, terwijl hij ook zeide, dat gemeenschapsoefening niet bij de landsgrenzen ophoudt.

Tenslotte werd het voorstel der commissie met 25—6 stemmen en één onthouding aangenomen, terwijl ook prof. Schilder zijn stem vóór het voorstel uitbracht De uitspraak; luidt:

De Generale Synode, enz.;

kermis genomen hebbende van een brief van de classis Canada van de Canadian Reformed Churches, waarin onder meer staat;

1. „zij verklaren, dat zij staan op dezelfde grondslag als uw kerken, te weten Guds Woord (Bijbel) en de Drie Formulieren van Enigheid". Ze hebben voor zich aanvaard: De Dordtse kerkenordening, als regel voor hun kerkelijk leven;

2. „zij verklaren, dat zij uw Kerken zien als de Kerken van Jezus Christus In Nederland";

3. , , derhalve aanvaarden zij attestaties door uw Kerken afgegeven aan leden, die naar Canada vertrekken, en ontvangen ambtsdragers van uw Kerken in volle ambtsbediening";

4. „zij menen, dat hierin opgesloten ligt, dat de facto reeds correspondentie bestaat tussen uw Kerken en hen. En gaarne zouden zij zien, dat dit ook door U de jure wordt uitgesproken";

besluit;

a. op grond van bovenstaande verklaring te voldoen aan het verzoek van de cla.ssls Canada van de Canadian Reformed Churches en de relatie vaii corresponderende kerken tussen deze kerken en de Gereformeerde Kerken in Nederland aan te gaan;

b. daarbij uit te spreken, dat de kerken begeren de relatie, tot nader order, op de volgende wijze te onderhouden ;

1. dat de Gereformeerde Kerken In Nederland en de „Canadian Reformed Churches" op elkanders leer en kerkregering zullen acht geven en mede daartoe elkander op de hoogte zullen houden van de agenda en de besluiten van haar meeste vergaderingen, met de mogelijkheid van wederzijdse afvaardiging;

2. dat over eventuele wijzigingen en/of aanvullingen in belijdenis, kerkorde en liturgische formulieren, voor zover mogelijk, ouderling overleg zal worden gepleegd;

3. dat de door de met elkander in correspondentie staande kerken afgegeven attestaties over en weer zullen worden ontvankelijk verklaard; len worden ontvankelijk verklaard;

4. dat de Dienaren des Woords van de met elkander in correspondentie staande kerken over en weer kunnen worden uitgenodigd tot het voorgaan in de Dienst des Woords en der Sacramenten;

e. van deze besluiten mededeling te doen aan de classis Canada van de Canadian Reformed Churches en haar het adres van onze deputaten voor correspondentie met buitenlandse kerken te doen toekomen.

„HULPDIENSTEN".

In de zitting van Vrijdagmiddag rapporteerde oud. C. C. de Vries (commissie III) over „Barmhartigheidsbetoon en onderwijs op het Zendingsveld". Na in haar rapport een overzicht te hebben 'gegeven van diverse voorstellen, uitspraken en brieven van kerken, classes en part. synodes, stelde de commissie voor het volgende uit te spreken:

De Gen. Synode, enz., kennis genomen hebbende van bedoelde voorstellen, enz., overwegende: a. dat sedert de synode van Amersfoort 1948 en ten dele reeds daarvoor, in de kerken verschil van mening openbaar is geworden ten aanzien van de vraag, welke instantie gehouden is op het zendingsterrein die arbeid te organiseren, die niet valt onder de prediking; b. dat dit op verschillende wijze beantwoorden van die vraag aanleiding kan geven tot een handelen langs elkaar heen of zelfs tegen elkaar in, waardoor onrust of verwarring dreigt te ontstaan; van oordeel: dat ook bij de organisertng van de arbeid, bedoeld in overweging a, alles eerlijk en met orde moet - geschieden; besluit: aan de kerken te adviseren zich bij haar zendingsarbeid terzake van de arbeid, die niet valt onder de eigenlijke prediking, te houden aan de volgende richtlijnen:

1. In aansluiting op de uitspraak van de synode van Amersfoort 1948, dat de opvatting der zending, welke bekend staat als , , comprehensive approach" voor heel ons zendingswerk afgewezen moet worden, dienen onderwijs en medische hulp als voorbereidJng voor het werk der kerkplanting onaanvaardbaar geacht te worden, terwijl evenmin zodanige arbeid zelfstandig en los van de ambtelijke evangelieverkondiging dient te worden georganiseerd, daar ook zulk een verzelfstandiging in strijd Is met de Woorddienst als eerste en beheersende roeping jegens de ongekerstende volken.

2. Anderzijds moet de prediking van het Evangelie, als zijnde betontng van het Koninkrijk, reeds in de aanvang vergezeld gaan van zeker barmhartigheidsbetoon, waaronder eventueel ook begrepen het leren lezen van de Heilige Schrift.

3. De werkzaamheden van prediking, barmhartigheidsbetoon efi leren lezen blijven aanvankelijk verenigd in de persoon van de prediker.

4. Bij de verdere ontplooiing van het werk, zal de arbeid, niet vallende onder de prediking, aan andere personen kunnen worden overgedragen, die evenwel blijven onder rechtstreekse leiding van het bijzonder ambt, omdat deze hun arbeid als voortvloeiende uit de zendingsroeping nauw verbonden Is met de prediking zelve.

5. In dit stadium kan hulp aanvaard worden van verenigingen, opgericht door particuliere gelovigen, mits deze vereniging (en) zich in alles gedragen overeenkomstig de vereisten voor de voortgang van de ambtelijke evangelieprediking en derhalve zich willen stellen onder de leiding van de zendende kerk(en).

6. De predilcing zij er mede op gericht, dat de toegebrachte gelovigen zelf hun taak gaan verstaan ten aanzien van de hier bedoelde arbeid en met name ook voor wat betreft het onderwijzen en doen onderwijzen van hun kinderen in de vreze des Heren.

Zodra als gevolg daarvan die toegebrachte gelovigen het initiatief nemen of begeren te nemen tot het oprichten van scholen, kan aan hen desgewenst de nodige steun geboden worden, eventueel door dezelfde vereniging(en), die in een vroeger stadium haar steun gaven aan de zendende kerk(en).

De Generale Synode, enz., voorts constaterende, dat het instellen van één of meer hulpdiensten op het zendingsterrein nevens de dienst des Woords, waarvan gesproken wordt in art. IX van de Zendingsorde, in strijd is met de voorgaande richtlijnen, besluit: art. IX van de Zendingsorde buiten werking te stellen.

Tegen dit voorstel werden van verscheidene zijden bezwaren aangevoerd, aangezien men het nodig oordeelde eerst een uitspraak te doen over opheffing van de Zeudingsorde, terwijl ook werd voorgesteld dit rapport voorlopig niet in behandeling te nemen.

Ds Doornbos en ds Den Boeft dienden terzake van beide voorstellen in. Het voorstel-Doornbos betrof een uitspraak over opheffing van de Z.O., onmiddellijk ingaande, alsmede geen uitvoering te geven aan art. 52 der K.O., terwijl het voorstel-Den Boeft beoogde het onderhavige punt, hetwelk in dit rapport was behandeld, voorlopig van de tafel te nemen, waar het mogelijk is, dat door nadere beslissingen deze gehele zaak komt voor de verantwoording van de zendende kerken.

De bespreking werd om vijf uur afgebroken om Dinsdag te worden voortgezet.

STICHTING OPLEIDING DIENST DES WOORDS.

Dinsdagmiddag kwam de Synode weer in openbare zitting bijeen. Als eerste agendapunt stelde de praeses aan de orde het rapport betreffende de arbeid van deputaten tot regeling van de verhouding tussen het bestuur der Stichting voor financiële instandhouding van de opleiding tot de Dienst des Woords en het college van curatoren der Theol, Hogeschool, waarover oud. H. Troostheide rapport uitbracht.

De Synode deed de volgende uitspraaJt: e Gen. Synode, enz., overwegende: e. dat het om verschillende redenen gewenst is de Stichting (volgt volledige naam) voorlopig in stand te houden; 2e. dat evenwel dé tegenwoordige verhouding tussen de Stichting en de deputaten-curatoren der Theol. Hogeschool een dringende herziening behoeft; 3e. dat het hoogst wenselijk is, dat deze herziening tot stand komt zo haastig zulks mogelijk is; besluit:1. aan deputaten dank te zeggen voor hun arbeid in deze verricht; 2. het door de deputaten in hun rapport gegeven advies als juist te aanvaarden; 3. aan de deputaten op te dragen, door overleg met het Stlchtings-bestuur, de kerkeraad der Geref. Kerk van Groningen eu de deputaten-curatoren, met spoed te trachten de nodig geoordeelde herziening van de statuten der Stichting voor te bereiden om — zo mogelijk — nog tijdens de zittingsperiode van deze Sjmode adviezen in te dienen tot wijziging der bestaande situatie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 september 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

De Generale Synode der Geref. Kerken in Nederland

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 september 1951

De Reformatie | 8 Pagina's