GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 464

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 464

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

hier in Nederland bekendste parasitaire platworm is de leverbot, waarvan de volwassen exemplaren in de galgangen van de lever van runderen en schapen leven. Zij zijn bijzonder schadelijk niet alleen omdat door de infectie de vleesproduktie vermindert en de levers na het slachten worden afgekeurd, maar vooral omdat de melkgift daalt. In 1964 werd de jaarlijkse schade die de leverbotziekte alleen in Nederland veroorzaakte berekend op rond f 125 miljoen. Momenteel is dit zeker in de orde van f200 miljoen per jaar. Deze parasiet komt over praktisch de gehele wereld voor en de jaarlijkse schade loopt dus in de miljarden. In ons land zijn bepaalde poelslakken, de onmisbare tussengastheren voor deze platworm.

Bilharzia Nog belangrijker dan de leverbotziekte is de bilharziaziekte, ook wel schistosomiasis genoemd. Deze komt in vele tropische en subtropische gebieden van Amerika, Afrika en Azië bij de mens voor. Het totaal aantal door de betreffende platwormen geïnfecteerde mensen wordt op 200 miljoen geschat. In veel gebieden is vrijwel iedereen besmet. De volwassen wormen leven in bloedvaten van de buikholte. De schade die aan verschillende organen kan worden toegebracht is aanzienlijk. In sommige gebieden van Tanzania, Nigeria en Senegal hebben bijvoorbeeld 45% van de schoolkinderen ernstige afwijkingen aan hun urinestelsel. De sterfte als gevolg van deze ziekte is in het algemeen niet groot, maar bedraagt in sommige delen van Z. Amerika toch 12% van de overlijdensgevallen in ziekenhuizen. Het meest belangrijke is echter dat de infectie steeds de vitaliteit en de werkkracht van de patiënten drukt. Door de Wereld Gezondheids Organisatie wordt bilharzia als de belangrijkste parasitaire ziekte na malaria beschouwd. Ook de deze ziekte veroorzakende platwormen moeten besHst een deel van hun leven in bepaalde zoetwaterslakken doorbrengen. Dit is een zeer belangrijk punt want doordat de mens juist in de tropen en subtropen gedurende de laatste tientallen jaren op zeer grote schaal water is gaan opdammen en kanaliseren voor de energievoorziening en voor irrigatiedoeleinden, is het leefgebied van deze slakken enorm uitgebreid, met als gevolg een toeneming van het aantal ziektegevallen.

Poelslak Men is tot de conclusie gekomen dat één van de meest geschikte methoden om deze ziekte op wereldschaal terug te dringen het bestrijden van de betreffende zoetwaterslakken is. En dit brengt ons weer op het onderzoek van de vakgroep Algemene en Experimentele Dierkunde. Wij zijn ons in de loop van de jaren namelijk hoe langer hoe meer gaan realiseren dat ons onderzoek mogelijk een steentje kan bijdragen tot de oplossing van deze wereldproblematiek. Immers het is duidelijk 34

dat hiervoor een zo groot mogelijke kennis van de levenswijze en het functioneren van zoetwaterslakken een vereiste is. Ons meeste onderzoek wordt verricht aan een poelslaksoort die niet tussengastheer is van één der genoemde parasitaire platwormen. De enige redenen waarom wij indertijd juist deze soort hebben gekozen waren dat hij de grootste zoetwaterslak is en bovendien gemakkelijk gekweekt kan worden. Daardoor is hij voor het onderzoek het meest geschikt. Daar echter al deze zoetwaterslakken nauw verwant zijn, hebben veel van de verkregen resultaten directe betekenis voor de kennis van de tussengastheren van de bilharzia-wormen. In talrijke gevallen werden de tussengastheren echter ook zelf in het onderzoek betrokken, met name waar het het zenuwstelsel, de neurosecretorische cellen, de geslachtsorganen en het darmkanaal betrof In ons laboratorium worden dan ook sinds jaren verscheidene van deze tropische slakkensoorten gekweekt. In dit verband moet nadrukkelijk vermeld worden dat ten aanzien van dit gehele vraagstuk een intensieve samenwerking is gegroeid met de onderafdeling Parasitologic van de Faculteit der Geneeskunde, waarvan het hoofd, Mej. Dr. E. A. Meuleman, indertijd in onze faculteit promoverde op een onderzoek over de effecten die de bilharziaparasieten op de betreffende tropische slakken uitoefenen.

van dit weefsel vereist is. Dr. U. Zijlstra, een Amerikaan die eveneens met een beurs van de Wereld Gezondheids Organisatie, enkele jaren bij ons werkte, heeft een speciale, voor ons huidige fysiologische onderzoek basale, studie gemaakt over de structuur van de huid, waarbij ook grote aandacht werd geschonken aan de huid van één van de belangrijkste bilharziaslakken. Het derde onderzoek ging over de wijze waarop de bloedcellen reageren op in de slak langs experimentele weg ingebrachte deeltjes of weefsels. Bij dit onderzoek worden momenteel ook de reacties op binnengedrongen platwormlarven betrokken, en het blijkt dat deze merkwaardigerwijze door de bloedcellen niet worden aangevallen en dus door hen niet als soort-vreemd worden herkend. Wel ruimen zij, wanneer de larven zich tot andere stadia omvormen, allerlei daarbij vrijkomende wormenweefselresten keurig op. Niet geheel toevallig is dit laatste punt, tijdens een bij Mej. Meuleman en de heer Sminia doorgebrachte, doctoraal-stage, speciaal onderzocht door de

Reuzengroei Om nog duidelijker te illustreren dat onze wijze van slakkenonderzoek van directe betekenis kan zijn voor het bilharziaprobleem wordt nog even teruggekomen op de drie daarstraks speciaal vermelde onderzoekingen. Onlangs werd door drs. W. P. M. Geraerts en dr. A. M. Mohamed (een aanvankelijk door de Wereld Gezondheids Organisatie bij ons gedetacheerde Egyptische bioloog die verbonden is aan een groot bilharziabestrijdingsinstituut bij Cairo) de interessante waarneming gedaan dat wegneming van het vierde genoemde neurosecretorische centrum dezelfde invloed heeft op de energetische processen in de slakken als infectie met platwormparasieten, waardoor ons reeds eerder opgekomen verm_oeden dat sommige effecten van de parasieten via het hormoonsysteem van de slakken verlopen bevestigd werd. Een van de opvallendste verschijnselen is dat in beide gevallen reuzengroei optreedt. Hier begint het er dus op te lijken dat ons centrale jarenlange onderzoek over neurosecretie een duidelijke relatie krijgt met de parasietenproblematiek. Dit onderzoek, dat momenteel intensief wordt voortgezet, geschiedt mede in samenwerking met Dr. A. de Zwaan van het Laboratorium voor Scheikundige Dierfysiologie van de R.U. te Utrecht. Het tweede onderzoek betrof de huid en de gevoeligheid daarvan. Het spreekt vanzelf dat omdat de platwormenlarven door de huid de slak binnendringen een nauwkeurige kennis

reeds vanaf het begin van zijn biologiestudie bij ons verblijvende student D. M. Lyaruu uit Tanzania, die na zijn doctoraal examen in zijn geboorteland een positie hoopt te krijgen op parasitologisch gebied. Uit deze voorbeelden blijkt dat ons onderzoek in toenemende mate facetten begint te krijgen, die relaties hebben met een vraagstuk van mondiaal belang. Bij de leverbotproblematiek zijn wij tot nu toe nauwelijks betrokken geweest. Wij vragen ons wel af of daar voor ons ook niet een taak kan liggen, en wij zijn van plan ons in de naaste toekomst in die richting te oriënteren. Het is echter noch ten aanzien van de leverbot-, noch ten aanzien van de bilharziaproblematiek gewenst dat wij ons bij het reeds vrij grote leger van directe slakkenbestrijders zouden voegen, dat gevormd wordt door in allerlei landen te vinden nationale en ook internationale instanties en door talrijke industrieën. Onze karakteristieke bijdrage in het geheel is, daarentegen, het zo goed mogelijk leren kennen van de levenswijze, de bouw en het functioneren van de slakken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 464

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's