GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 43

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 43

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Kleine liturgie' beter voor televisie geschikt dan gewone kerkdienst door prof. dr. G. N. Lammens Is het wenselijk een kerkdienst via radio of televisie uit te zenden? Uit wat we uit onderzoek te weten kwamen is wel duidelijk geworden dat het uitzenden van een 'gewone' kerkdienst een ambivalent gegeven is. Vooreerst zijn er de technische beperkingen van de media waarmee men moeilijk voldoende rekening kan houden wanneer volgens de gangbare praktijk mikrofoon en kamera telkens weer in een andere gemeente opgesteld worden. Vervolgens blijkt de traditionele kerkdienst zoals de mediadeskundigen als uit één mond verklaren qua gebeuren en taal voor een breder publeik non-kommunikabel te zijn. Daarom zal men zich bewust moeten zijn dat kerkdiensten vrijwel worden uitgezonden voor een selekt publiek. Nu zou dit kortweg afkeurenswaardig zijn als de kerk uitsluitend hiervoor van de publieke omroepmedia gebruik zou maken. In plaats van 'vissen vangen' zou ze dan vissen gaan kultiveren. Maar als de kerken in die programma's die de kern van haar mediumaanbod vormen zich op een zo breed mogelijk publiek richten is er op zichtzelf genomen geen bezwaar tegen dat ze ook uitzendingen verzorgen voor een selekte groep. De ontvangerskring van de massamedia vormt nu eenmaal geen homogeen gezelschap maar bestaat uit een verzameling van sociale groepen met zeer uiteenlopende belangstelling. Men spreekt in de wereld van de omroep daarom allang van publieken en er zijn tal van programma's voor liefhebbers. We kunnen ook zeggen: voor minderheden waarbij dan bedacht dient te worden dat in onze samenleving élke groepering een minderheid vormt.

Samenstelling Alvorens te beslissen of er kerkdiensten uitgezonden zullen worden zou men eerst twee vragen moeten beantwoorden. In de eerste plaats: hoe is de samenstelling en wat is de motivering van de gemiddeld plusminus 200.000 luisteraars naar een radiokerkdienst en de ruim 400.000 kijkers naar via de televisie uitgezonden diensten? Nu vroegere onderzoeksgegevens verouderd zijn tasten we in dit opzicht volledig in het duister. Zo weten we niet hoe groot het aantal zieken en andere aan huis gebondenen onder hen nog is nu in tal van plaatsen betere en in pastoraal

In opdracht van de Theologische Hogeschool in Kampen schreef prof. dr. G. N. Lammens, directeur van het Convent van Kerlien en buitengewoon hoogleraar in de Lituriologie aan de VU, een boek, getiteld 'Liturgie en Massamedia' (Kampen Cahiers no. 24, uitgave Kok in Kampen). Het zal in de loop van deze maand verschijnen. Hieronder volgt een fragment.

opzicht meer toereikende voorzieningen zijn getroffen. Wordt de ontvangerskring wellicht grotendeels gevormd door dezelfde mensen die kerkdiensten bezoeken? Voorzien ze in een behoefte van het groeiend aantal christenen buiten de kerk of van buitenstaanders die vanwege de dwangmatigheid van de plaatselijke kerkelijke situatie blij zijn met het mediumaanbod? Want hoe men hierover verder ook oordeelt, duidelijk is dat voor het onderscheid van binnen- en buitenstaanders het kerkbezoek niet meer normatief is. Van belang is dat de socioloog G. Dekker in 1971 schreef dat uit een buitenkerkelijkheidsonderzoek gebleken is dat een niet onaanzienlijk kontingent buitenkerkelijken naar radiodiensten, dagopeningen en -sluitingen luistert. Zijn er onder de ontvangers misschien veel nieuwsgierigen voor wie de drempel van het kerkgebouw te hoog is en die liever anoniem willen blijven maar die met een mengsel van skepsis en hoop juist de radio- of televisiekerkdienst aanzetten omdat ze daar - meer dan in andere godsdienstige program-

ma's - de christenheid op heterdaad betrappen? Voor massakommunikatie in een demokratische samenleving is de ontvanger fundamenteel. Daarom zal ook een kerkelijke omroep rekening dienen te houden met de behoeften en wensen van de ontvangers. Anderzijds is er ook de verantwoordelijkheid van de kom.munikator, c.q. de kerkelijke omroepstichting. Daarom zal - en dat in de tweede plaats - de vraag beantwoord moeten worden: Als er kerkdiensten worden uitgezonden voor wie doet men dat dan? Ongetwijfeld geldt het pastorale motief Als er nog steeds veel chronisch zieken en andere aan huis gebondenen zijn die men er een dienst mee bewijst zal men hun die niet mogen onthouden. Maar de kerken zullen er dan tevens toe moeten stimuleren dat in plaatselijke gemeenten en parochies, overal waar dit mogelijk is, de meer adequate voorzieningen worden getroffen. Van alle overige groeperingen zal men eerst de motivering moeten weten. Mogelijkerwijs zal men dan tot de konclusie komen dat andere vormen van liturgieviering meer aan de bedoelingen van de zender en de verwachtingen van de ontvanger beantwoorden dan de traditionele kerkdiensten. In elk geval zullen de media geen substituut moeten bieden voor het gewone kerkelijke leven. Maar hierop komen we nog terug.

Bijzonder geval We beschikken over onvoldoende gegevens om een afdoend antwoord te geven op de vraag of het wenselijk is gangbare kerkdiensten uit te zenden. Althans regelmatig. Want er zijn natuurlijk bijzondere gevallen waarin de uitzending van een kerkdienst voor de hand ligt en aanbeveling verdient. Dat geldt wanneer een dienst een hoge informatieve waarde bezit waardoor er in brede kringen belangstelling voor bestaat en ook in die zeldzame gevallen dat een heel land bereid is de liturgie mee te vieren. Zo herinnert Van den Heuvel aan de uitvaartdienst van president Kennedy. Misschien komen ook de diensten op de grote kerkelijke feestdagen voor uitzending in aanmerking. Velen willen het dan via de media nog weleens 'meemaken' en waarom zou de kerk hun die kans ontnemen? Waarom minder royaal dan Chrysostomos met zijn paashomilie? 41

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 43

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's