GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 32

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 32

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

gaande groei en dat is wat Duitsland en vooral Frankrijk wil (Nederland en Zwitserland ook) zal de Rijn over vijftien jaar weer vuiler zijn ondanks dat pogen dan ze nu is. Ik geef dit alleen als voorbeeld van de spiraalwerking. Het handhaven van de groei als politieke concessie is de gemakkelijkste weg, dus doen we het maar.

Groei voor armen Ik kom nu tot de centrale kwestie: waarom handhaven we de groei; wat dwingt ons daartoe? Maakt ze ons gelukkiger? Is ze onvermijdbaar? Is er een maatschappijvorm te vinden die in staat is een niet-groei te verwezenlijken? Vijftig jaar terug was de groei heel langzaam. Toen hadden we misschien zo'n maatschappij, toen was er bijna geen groei.' Ik wil niet zeggen dat ik terug wil naar een maatschappij van vijftig jaar geleden, ik bedoel dat er vijftig jaar geleden het economisch verschijnsel was, van een maatschappij die langzaam groeide. Wat zouden we kunnen doen zonder groei? We zouden in de eerste plaats kunnen streven naar een rechtvaardige verdeling van het produkt. Daar waar werkelijke misère is, ik denk aan de ontwikkelingslanden, zouden we nog een stuk groei kunnen toelaten; ik denk ook aan de armsten in ónze maatschappij, aan de krotwoningen, de minimumlijders. Het betekent ook een prijsgeven van een groot gedeelte van welvaart (of wat men dan welvaart noemt) van persoonlijk bezit en van persoonlijke consumptie door degenen die zich daar boven bevinden. Een stuk groei moet gehandhaafd blijven daar waar de omstandigheden zo zijn, dat economische groei leidt tot een betere kwaliteit van het bestaan. Dat is dus voor vier vijfde van de wereldbevolking geen versobering.

Verrijking Wanneer minder materiële consumptie in de rijke landen gepaard zou kunnen gaan met een schone produktie, met evenwicht in de natuur, is dat dan versobering? Persoonlijk acht ik dat een grote verrijking. Zo zal het echter niet door iedereen worden gevoeld. ' Bij een politiek die gericht is op zulke kwalitatieve verrijking (van schone lucht tot culturele ontplooiing) wordt verondersteld, dat, een gedeelte van het produkt wordt gebruikt in een richting waar ze een grotere bevrediging schenkt aan degenen die behoeften hebben aan de kwaliteit van het bestaan. Anderen zullen die behoefte niet hebben. Zij ondervinden geen bijzondere hinder van autolawaai, of van stank; ze prefereren hun biertje en hun autootje. De politicus heeft er rekening mee te houden dat de oordelen uiteen zullen lopen. Welk beleid zou er moeten worden gevoerd om de niet-groei te combineren met een selectieve verdeling van het produkt? Dat wil zeggen: minder economische materiële consumptie plus meer culturele kwaliteits-con30

sumptie. Is het te bereiken? Ik ben wat somber, wanneer ik de gevolgen zie, nu er tien procent minder olie op de markt komt. Welke gevolgen heeft dat niet voor de psyche van de mens. Dat kleine stukje versobering wordt al gevoeld als een groot offer. Dat is een politieke realiteit. De vraag is of de meerderheid, of een groot deel van de bevolking nog achter die kwaliteit blijft staan, als ze iets prijs moet geven van de kwantiteit.

Olieleiding Zie de olieleiding van Alaska. Een halfjaar, of eigenlijk meer dan een jaar is die leiding tegengehouden omdat ze in strijd was met de kwaliteit van het bestaan, in dit geval een prachtig stuk natuur waar ze dwars doorheen zou moeten. De Arabieren zitten nog maar even aan de kraan te draaien of het besluit is al genomen: die olieleiding wordt gelegd. Kijk naar Ameland, dichter bij huis. Het is niet zo, dat we nu zeggen: we zullen met minder energie en een andere verdeling daarvan toe moeten. Nee, onmiddellijk worden er plannen gemaakt om meer gas op Ameland te gaan boren. Dat is de algemene tendens die we op het ogenblik zien. Zelfs lees ik, dat men wil gaan morrelen aan de kwaliteitsnor-

men ten aanzien van de lucht in het Rijnmondgebied, omdat men zegt: nu wor4t de oHe van mindere kwaliteit; om meer energie te kunnen opwekken zullen wij ons wat meer vuil moeten veroorloven.

Karakter Een kleine materiële versobering (wat zal er gebeuren als er straks werkelijk moet worden versoberd?) verzet al normen van kwaliteit en, ik wil er wel aan toevoegen: van karakter. De landen zijn tegenover de dreiging van een. olieboycot met alle voorzichtigheid opgetreden, zonder duidelijk voor hun mening uit te komen. Ik vertolk hier geen standpunt in het Arabisch-Israëlisch conflict, maar als ik Japan zie, dat zich laat dwingen eventueel zijn betrekkingen met een bevriend land te verbreken om maar de olie te krijgen, dan zien we een stuk vervuiHng ook in het karakter optreden, dat ernstige zorgen geeft. Wat doen wij zelf? Zijn wij bereid werkelijke materiële versobering te aanvaarden en te verwerken met behoud van ons standpunt? Ik hoop het, maar ik ben er niet helemaal zeker van. De politiek in Europa, ook in ons land, is er op gericht de lacunes in ons materiële bestaan op te vullen. We zoeken naar andere energiebronnen en passen ze ook toe, terwijl we nog niet weten wat daarvan de gevolgen zijn. Er is geen kwestie van, dat de gevaren van de radio-activiteit overwonnen zijn. We kunnen het afval een zekere tijd diep wegstoppen, maar wanneer dertig tot veertig procent van ons energieverbruik dat dan - over tien jaar - al weer verdubbeld is, kernenergie zal zijn, dan wordt het een heilloze zaak.

Verbranden Terwijl we weten dat de fossiele brandstoffen aan hun eind komen, verbranden we ze, terwijl ze straks misschien dringend nodig zijn voor het vervaardigen van andere produkten. Ik denk dat onze kleinkinderen ons eenvoudigweg zullen vervloeken vanwege de roofbouw die we nu plegen door in onze auto's en centrale verwarmingen die kostbare olie op te stoken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 32

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's