GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 475

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 475

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

staat behalve met verkregen trofeeën en grote installaties ook vol met plaatjes van wetenschappers in witte jassen die met indrukwekkende apparatuur bezig zijn de milieuverontreiniging te lijf te gaan". Milieu-onderzoek wordt door de industrie gebruikt om al te grove onachtzaamheid te lijf te gaan met 'n iets grotere oplettendheid, of in de vorm van technologische verbeteringen en snufjes, of om geheel nieuwe processen en produkten te ontwikkelen. 'n Apart hoofdstukje wijden de schrijvers aan de vakbonden (maar veel aan 't milieu doen ze niet, uit angst voor zelfmoord) en de overheid die een middenpositie inneemt tussen industrie en milieubeweging, maar dichter bij de eerste dan bij de laatste staat. Zo moeten we volgens de schrijvers de term „maatschappelijke, relevantie" in overheidsgeschnften nogal eens vertalen met „industriële relevantie". De milieubeweging heeft nogal eens steken moeten oppakken die de overheid liet vallen. Maar er is ook best wel verwarring wat milieu-onderzoek is en wat niet. Industrie en vakbond denken bij milieu vaak aan veiligheid op de arbeidsplaats en gezondheid. De milieubeweging ging zich de laatste vijf jaar meer en meer op energieproblemen richten, een neiging die zich nu ook bij de industriëlen voordoet. De ekonomische teruggang in WestEuropa zal het de komende jaren alleen maar moeilijker maken om daadwerkelijk iets aan het milieu te doen. Misschien is er nog wat hoop wegens de groeiende belangstelling voor alternatieve energievormen en een andersoortige technologie. Met deze wat sombere vooruitzichten besluiten de schrijvers hun onderzoekingen. ,,De tegenstelling tussen economie en milieu (...) lijkt ten gunste van de eerste te worden beslecht."

Vakbond: milieu niet opportuun De schrijvers besteden in hun rapport ook aandacht aan milieuwetgeving, de geldstroom voor milieu-onderzoek, wetenschapsmethologie en (met name) de beïnvloeding van milieu-onderzoek door de overheid. Nadere informatie over het rapport,,Milieu-onderzoek onderzocht", geschreven door zes studenten van de Werkgroep Algemene variant op het Scheikundig Laboratorium van de VU, is te verkrijgen op (020) 5 485610 (vragen naar Judith Scheepstra of KeesSchul). (FS)D

434

Bij het afscheid van prof. dr. E. Diemer Op 1 september 1981 is dr. E. Diemer, hoogleraar in de i^ommunikatiewetenschap aan de VU, met emeritaat gegaan. Prof. Diemer was sinds 1958 aan de VU verbonden, eerst als buitengewoon lector, vanaf 1971 als gewoon lector/ hoogleraar. Velen kennen Diemer uiteraard nog als hoofdredacteur van de ,,Kwartet"-bladen, het,,Rotterdammer Kwartet" dat in het begin van de jaren zeventig met Trouw fuseerde. Ook in de dagbladpers zijn economische wetmatigheden genadeloos; alleen door fusie kon het voortbestaan van de Christelijke Pers veilig worden gesteld. Voor Diemer zijn die ,,fusiejaren" zeker niet de leukste geweest uit zijn journalistieke loopbaan. Wat in decennia moeizaam was opgebouwd — een regionale, protestants-christelijke pers die er wezen mocht — verloor in het grotere geheel met Trouw allengszijn eigen identiteit. Er was echter ook een positieve kant aan deze fusie, een geluk bij een ongeluk: Diemer kon zich helemaal vrij maken voor de Vrije Universiteit om zich met groot enthousiasme te wijden aan de ontwikkeling van zijn vak, de perswetenschap. Echt goed was dit vak nooit van de grond gekomen, ook al gaf Diemer reeds vanaf '58 colleges daarin voor studenten politicologie; de hoofdredactie van het ,,Kwartet" had hem ai die jaren gewoon te veel opgeëist. Als er al iets goed te zeggen valt over die vervelende, maar onvermijdelijke fusie, dan toch wel door de VU, die kon profiteren van Diemers praktisch-journalistieke en wetenschappelijke inzichten. De VU wil dit ook niet onder stoelen of banken steken. Uit erkentelijkheid voor het werk dat Diemer jarenlang voor de VU heeft verzet, zullen op 10 december 1981 enige festiviteiten worden georganiseerd om Diemers afscheid luister bij te zetten. Ik ben blij dat het Magazine mij de gelegenheid biedt, bij zijn afscheid van de VU iets over Diemer te schrijven. Ik heb prof. Diemer de afgelopen tien jaar zeer goed leren kennen en ook erg veel van hem geleerd. Ik voel mij dan ook één van zijn „leerlingen", ook al is dat een aanduiding die Die-

mer niet snel in de mond zou nemen: zijn stafleden noemde hij bij voorkeur „mijn jongens" en later — toen zij hun proefschriften eenmaal hadden verdedigd — ,,mljn wakkere medewerkers". Te midden van zijn generatiejongere medewerkers voelde Diemer veel meer voor de vader-rol en ,,samen maken we er iets van" dan voor de rol van leermeester, die zijn staf precies weet voor te houden hoe het vak beoefend moet worden. Toen ik in 1972, naast Wim Noomen, Diemers tweede wetenschappelijk medewerker werd, kende ik hem eigenlijk alleen maar van colleges en uit de Nieuwe Leidse Courant die bij ons thuis dagelijks in de bus kwam. Natuurlijk voel je je ais jonge afgestudeerde nog enigszins onwennig tegenover je nieuwe baas, maar een collega verzekerde mij: ,,De heer Diemer is bovenal een vrolijk mens". Die collega heeft niets te veel gezegd, eerder te weinig. Zeker, Diemer is een man vol humor, die de betrekkelijkheid van veel dingen inziet, een smakelijk verteHer van journalistieke anecdotes, een uitstekend feestredenaar, maar al die plezierige eigenschappen maakten hem nog niet tot een vrolijke beoefenaar van de perswetenschap. Hoewel — dit voor insiders — zijn uitspraak ,,Vanavond thuis moet ik weer kiezen tussen Pepper en Popper" zou op het tegenovergestelde kunnen wijzen. Maar dit is slechts schijn; vrolijkheid verdraagt zich slecht met wetenschap. Terecht beschouwde Diemer de perswetenschap — later verruimd tot kommunikatiewetenschap — als een heel serieuze zaak. De pers, de massamedia — zo meende hij — nemen in onze moderne samenleving zo'n belangrijke plaats in, dat een

vu-Magazine 10 (1981) 11 (december)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 475

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's