Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 203
SOCIALE QUAESTIE.
heb beroepen en een Is
citaat uit
diens
203
geschrift voorlas.
Mag
ik vragen:
dan het drijven tegen den Bijbel reeds zoo ver gekomen, dat men een alleen
schrijver,
aanhalen
wijl
geschrift
zijn
hier wel alle
en
plaatst
boek
dat
in
op den Index
hem
zou
mogen
?
Voorts oordeelde de geachte afgevaardigde, en mijn
gevoeligheid
heb,
er
toe
verband
staat,
denkbare auteurs, maar niet
gaande,
maar
niet bepleit,
hetgeen ik
om communisme
leidde,
brengen.
te
dat
Ook
dit feit
dit
maakt allerminst
Zaterdag hier gesproken
en Christendom met elkander in
ontken
bestreden, en juist de
1.1.
Ik heb het communisme
ik.
middelen zoeken aan
waardoor men de rampzaligheden van dat gruwzaam
te geven,
stelsel, die
ook onze
maatschappg bedreigen, kon voorkomen.
Ten dergelijk
droeve
heeft
slotte
advies,
van
tijden
en
godsdienst
als
geachte
de
mij
ik
het
verleden,
staatkunde
de
afgevaardigde gevraagd, of niet een
veroorloofde, ons zou terugleiden naar de
toen
verkeerde vermenging van
een
hartstochten ten onzent ontvlamd en ons
op den rand van den afgrond gebracht had.
neem
De
praemissoire qualificatie
ik aan. Werkelijk heeft godsdienstige verdeeldheid in de zeventiende
eeuw
vaderland met zeer ernstig gevaar bedreigd; maar indien de
ons
geachte spreker het waagt daaruit de conclusie te trekken, dat historisch onze beste
kundig
tijd
gebied
ingang vond, dat op staat-
eerst daagde, toen het stelsel
met
geen
godsdienst behoeft gerekend te worden, dan
doe ik ook mijnerzyds een beroep op de historiekennis van den geachten spreker,
en
vraag
bovenal
een
tijd
diens
woord
hem
of
dan
de
niet
tijd
van Willem den Zwijger
van glorie voor ons vaderland
tot Adolf
dan
is
vergeten
:
„
Wal
let
is
geweest, en of
het,
Dan vraag
mits Gods Kercke maer een veilige erve vindt ?^''
men
of wij ondergaan, ik den geachten
spreker, of dan ook niet tot de glorieuze bladzijden in onze landshistorie
het
tijdperk
dier
Republiek
behoort,
die
als Staat juist deed,
heer Wintgens in mij misdadig keurde, en wijl ze Gods
had gekozen, op haar munt de zinspreuk sloeg
:
Woord
tot
wat de
steunpunt
Hac nitimur hanc tuemur
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
![Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 203](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/eenige-kameradviezen-uit-de-jaren-1874-en-1875/1890/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's