Separatie en Doleantie - pagina 52

KEUKllECHTELIJKE GEVOLGEN DEU DOLEANTIE.

52

heid

weigert

dit

erkennen

te

de vraag niet; evenmin of

is

rechter weigert den burgerrechtelijken eisch, die op grond

de

van

deze

Avijzen

en

;

van instituut wordt ingesteld, ons toe

identiteit

te

minder nog of de Synodale organisatie, met

veel

welke de breuke plaats greep, deze identiteit volstrekt loochent en ons

doleerende kerk nog hetzelfde

mag

kerkrechtelijken

in

y Gereformeerde ''

een

De vraag

scheurkerk dittameert.

als

was,

als

is

vóór de Doleantie kan en

omdat de

zin,

niet anders

te

reformeeren kerk

dan

uit de beginselen

van het Gereformeerde kerkrecht beantwoord

met een

staat

gelijk

beslissing uit

zijn.

kracht

van

wij

Gods Woord

ge-

uit

Staat het nu op grond van Gods die beginselen vast, dat de

dan

anders

nooit

plaatselijk

kan

wat voor ons

iets

;

Gods Woord, naardien

erkennen en belijden dat deze beginselen

nomen

of het instituut der

zijn

;

Woord

en uit

kerk in haar eenheid dat van elke kerk de

plicht tot reformatie, zoodra ze gedeformeerd wierd, onafscheidelijk is

en dat de verplichting tot reformatie van het instituut

;

wel in de eerste plaats op de voorgangers, maar, zoo deze zitten,

ook op de

,/geloovigen'' rust;

— dan

is

stil-

het kerkrechtelijk

hiermee op Gereformeerd terrein boven allen twijfel verheven, reformatie

dat

en alzoo, in zijn

van het instituut

continuïteit

de

deze continuïteit

wezen identiek

is

niei

niet

breekt;

gebroken zijnde, het instituut

gebleven.

En

is dit

zoo,

dan

ligt hierin

opgesloten, dat elke doleerende kerk, die zich gedraagt en aan-

ware

als

daad

te niet doet

besef levendig

nog

instituut

;

lisjt

mag

is,

als die

waarin men

eertijds leefde.

tevens, dat de reformatie van het instituut

opgevat dan

een reformatie van het ^<?^ce/e

als

en zulks wel in dien strengen zin, dat het geheele in-

stituut, gelijk dit

op dat oogenblik bestond, van onder de organisa-

van ISIQ geheel

is

uitgebracht en daarmee %/>/* meer uitstaande

heeft. Stel dus, een geïnstitueerde

tot

om het

houden, dat de geïnstitueerde kerk van vroeger

te

nu

niet anders

tie

en kan er dus niet genoeg op gewerkt,

;

altoos dezelfde

Hierin

niemve formatie, hiermede haar eigen

een

ze

stelt

reformatie

reformeerende

overging, hetzij

kerk had op den dag, waarop

10,000

men

leden, dan moest, hetzij de

de nieuw opgetreden kerkeraad, ook deze

10.000 leden, voor zooveel

hem

aanging, in de gezegende ge-

volgen der reformatie laten deelen. Hij, als kerkeraad had geen en-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen