Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 188
188
SOCIALE QUAESTIE.
om u
gesmeed
intrigue
een
of mij uit de maatschappij te verwijderen,
welke waarborgen geeft de wet ons dan,
wet van 1841
Art. 16 der
Ware
kan worden gehoord. van zeggen
er niets
beëedigde
iemand reeds gesproken
wordt
om
;
is,
van
officier
beoordeelen
of
heeft
persoon
van
maken?
te
slechts
;
Hoe
toch
is
dat
zekere
hij
Avat
van
aanmer-
de betrokken
patiënt
leidt,
hij
nog
hem
bleek ook
als
gevaarlijk
schier voortdurend bij
den heer
Yan
het te rijmen, dat de geneeskundige directeur te
van gevaar voor de publieke orde,
als te
Antwerpen, volgens het
Van Berchem voorwaarden om hem vrij te
getuigenis van de heeren
een compromis en ten
cessiën
is
attest
voor wien ik alle hoogachting heb, een attest heeft afgegeven
Utrecht,
telijk
heeft niets te
Zoo de geneeskundige directeur van het
individu.
het gesticht houden. Waartoe dit
der Laan.
hij
er dus een
alle opzichten
beschouwt voor de oj)enbare rust en orde, kan in
is
vormen geobserveerd, In
uit-
Wel
ontbloot en hulpeloos overgeleverd in de
verweermiddelen
verklaart,
maar
;
is
is
gehoord.
gestichten te bezoeken,
de
gelast
justitie
de wettelijke
zijn
dan
hij
macht van een enkel gesticht
rechtbank
mag worden
zelfs niet
hij
beoordeelen dan of alles wettelijk toegegaan een geneeskundige,
geen
en het artikel beschouwt niettemin
zijn,
bezwaren bestaan
er
te beoordeelen
er wordt uitdrukkelijk bepaald, dat het
zullen
als krankzinnig, eer zijn oordeel door de
den
kingen
om
de krankzinnige persoon nooit
sprake van hooren onder eede, ik zou
er
zoo krankzinnig, dat
aan
te
maar
;
verklaringen
daartegen te verdedigen?
het verhoor
zegt, dat bij
of een persoon al dan niet krankzinnig
om ons
van
genoege
zijn familie
openbare rust en orde komen,
iets
deed?
schrif-
en Schafer, sprake was van laten, mits hij eenige con-
Zoo zou op naam van de
waarbij enkel het belang eener familie
in het spel was.
Het oordeel van een persoon, hoe kundig ook, mag Ik heb
alle respect
infaillibiliteit zullen
niet beslissen.
voor de heeren geneeskundigen, maar erkenning van zelfs
onze geachte medeleden, die tot den medischen
stand behooren, de heeren R'ombach en Idzerda, wel noch voor zich, noch
voor hun collega's eischen. vast, is er dan, zoo
vraag
En
staat
nu de feilbaarheid ook der doctoren
ik, rechtsveiligheid
een enkel geneeskundige uit vergissing verre niet
Mij
—
nadruk
punt
moge
een
tot
legt, sieren
voorzien.
voor onze personen, wanneer
want aan opzet denk
ik van
het in zijn macht heeft ons te bannen uit de maatschappij
dunkt, dat
Justitie,
—
Kabinet
zal, ,
is
niet
hoop
?
van het uiterst gewicht, en deze Minister van behoorend, dat op het afdoen van zaken den zijn
ik,
verlaten
,
ministerieelen
voordat
zetel,
dien
althans in deze leemte
hij
zal
lang zijn
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's