Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 141
Van
des Menschen Ellende.
IS*?
A. Met een inwendige affectie en genegentheyt tot te hebben. V. Hoe uytwendigh? A. Door een uyterlicke betooninge van dese genegentheyt, bestaende in dickwils ende geerne met Godt te spreken in onse gebeden ende hem te ge-
God
,
hoorsamen. V. Hoe moet men sijnen naesten liefhebben? A. Als hemselven: Matth. 22. vs. 39. Ende het is Ghy sult uwen naesten tweede desen gelijck liefhebben als u selven, ende 7. 12. Alle dingen dan die ghy wilt dat u de menschen doen , doet ghy hen oock alsoo, &c. V. Wie is uwen naesten, alleen u Ouders? ,
:
A. Neen. V. Wie dan al meer? A. Alle menschen. V. Zijn dan de Paus, de Heydenen, de Joden &c. oock onsen naesten? A. Ja. V. Als soodanige menschen in noodt ofte ellende waren, soud' men dan haer wel mogen voorby gaen ? A. Neen. V. Hebt ghy een parabel ofte gelijckenisse hier toe dienende? A. Luce 10. VS. 30. Ende Jesus antwoordende seyde, een seker mensche quam af van Jerusalem na Jericho, ende viel onder de moordenaers &c. V. Deden dan den Priester ende Levijt qualick, die van de moordenaers gedat sy dien mensch wondt was, voorby gingen? A. Ja. V. Moeten wy dan oock de quade menschen lief,
,
hebben? A. Ja. V. Moeten wy haer quaet ende boosheyt A. Neen. V. Wat dan?
lief hebben ?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's