GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 199

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 199

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

,

Van

het Middel der Verlossinge.

195

A. Neen want de Heere is een algemeyne Richter des werelts, Genes. cap. 18. vs 25. Soude de Richter der gantscher aerde geen recht doen. Rom. cap. 3. vss. 5, 6. ende kan hemselven niet versaken. 2. Tim. :

13.

2.

V. Een mensche

magh immers van

sijn

recht laten

vallen ?

A Het is een geheel ander sake in Godt, als in den mensche. V. Toont dat? A. Een mensche kan laten vallen sijn heerschappije ,

die

hy heeft over

sijnen knecht, soo verre, dat

hy

gantsch naer desen geen recht meer over hem en heeft nochtans kan Godt dat niet doen. Want gelijck een creature niet en kan niet onderworpen zijn; alsoo is het onmogelick, dat Godt niet soude zijn een Heere over de redelicke creature, dewelcke van :

hem

dependeert, in haer wesen, onderhouden, ende hare werckingen. V. Heeft den mensche, soo doende, geen meerder macht ende vrijheyt, als Godt? A. Neen: ende dat en kan noch macht, noch vryheyt genoemt werden. V. Soude Godts barmhertigheyt niet konnen maken, dat Godt wat van sijn recht afstonde? A. Neen. V. Wort dan Godts gerechtigheyt onveranderlick ende nootsakelick uytgevoert, soo wanneer Godes Wet overtreden is? A. Ja: 2 Thess. 1. vs. 6. Het is recht by Godt, en 2. Tim. 2. VS. 13. Indien wy ontrouw zijn, hy blijft getrouw, hy en kan hemselven niet verloochenen. V. Soude men niet mogen seggen, dat Godt alleen rechtveerdig is door sijnen vrijen wille ^ ende na het voornemen sijns willens soo dat hij soude konnen in het tegendeel niet rechtveerdigh zijn, of geen rechtveerdigheyt oeffenen tegen de sonden? A. Geensins. Siet breeder hier van Vrage H. alle

,

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 199

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's